De ‘bullshit-baan’ is veel zeldzamer dan gedacht

Nieuw onderzoek suggereert dat slechts rond de 5 procent van de werknemers hun baan als zinloos bestempelt.

Dat blijkt uit een nieuw onderzoek, uitgevoerd door Britse wetenschappers. Zij beten zich vast in ‘de bullshit-baan’: werk dat zelfs door de mensen die het uitvoeren als zin- en waardeloos wordt gezien. En hun bevindingen zijn nu gepubliceerd in het blad Work, Employment and Society.

David Graeber
Het was de Amerikaanse antropoloog David Graeber die in 2013 met het concept van de bullshit-baan op de proppen kwam. Hij omschreef de bullshit-baan als ‘een vorm van betaald werk dat zo compleet zinloos, onnodig of verderfelijk is dat zelfs de werknemer, hoewel deze zich verplicht voelt om te doen alsof dat anders is, het bestaan ervan niet kan rechtvaardigen’. Graeber ontwikkelde later ook de bullshit-baan-theorie, die stelt dat een groot en groeiend deel van de werknemers een bullshit-baan heeft. Hij dacht dan bijvoorbeeld aan receptionisten, portiers, maar ook bedrijfsjuristen.

Hypothesen
De theorie trok behoorlijk wat aandacht. “Maar deze is niet gebaseerd op betrouwbare empirische data,” zo benadrukt onderzoeker Magdalena Soffia. Wat Graeber – die in september 2020 onverwachts overleed – in feite deponeerde, waren verschillende hypothesen. “En die zijn allemaal te testen,” aldus Soffia.

En dat is precies wat de onderzoekers nu hebben gedaan. Ze maakten daarvoor gebruik van de European Working Conditions Surveys die tussen 2005 en 2015 – met tussenpozen van vijf jaar – werden afgenomen. In de enquêtes werd Europese werknemers onder meer de volgende stelling voorgelegd: ‘Ik heb het gevoel dat ik zinvol werk doe’. De onderzoekers focusten zich op de ondervraagden die in reactie op deze stelling ‘zelden’ of ‘nooit’ hadden ingevuld. Dat bleken er veel minder te zijn dan gedacht. Waar Graeber stelde dat tussen de 20 en 50 en misschien zelfs 60 procent van de werknemers een bullshit-baan heeft, kwam uit de enquête dat slechts 4,8 procent van de Europeanen zijn of haar werk niet zinvol vindt.

Afname in plaats van toename
De onderzoekers konden – doordat de enquêtes in 2005, 2010 en 2015 waren afgenomen – tevens nagaan of Graebers hypothese dat het aantal bullshit-banen rap toeneemt, toetsen. Maar ook die hypothese bleek niet te kloppen. Sterker nog: de enquêtes suggereren dat bullshit-banen zelfs afnemen. In 2005 gaf 7,8 procent van de ondervraagden nog aan een zinloze baan te hebben. Maar in 2015 was dat nog maar 4,8 procent.

Beroepen
Daarnaast stelde Graeber dat bullshit-banen niet evenredig over alle beroepen verdeeld zijn. In sommige beroepen – zoals op het gebied van rechten, marketing en administratie – zouden mensen hun werk heel vaak als zinloos beschouwen, terwijl mensen in andere beroepen – zoals op het gebied van de bouw en schoonmaakwerk – vrijwel altijd het gevoel hebben zinvol bezig te zijn. De onderzoekers konden echter geen aanwijzingen vinden dat er beroepen zijn waarin het leeuwendeel van de mensen hun werk als zinloos beschouwt. Grappig genoeg ontdekten de onderzoekers juist dat mensen die juridisch of administratief werk doen – werk waarvan Graeber dacht dat werknemers het als vrij zinloos zouden zien – hun werk vrij weinig als zinloos te bestempelen. Ondertussen gaven mensen in beroepen die Graeber aanhaalde als dé tegenhangers van de bullshit-baan – zoals mensen die vuilnis ophalen of schoonmaakwerk doen – juist bovengemiddeld vaak aan hun werk als zinloos te zien.

Spiritueel geweld
Zat Graeber er dan op alle fronten naast? Dat niet! Zo onderschrijven de data Graebers’ idee dat bullshit-banen een vorm van ‘spiritueel geweld’ zijn en leiden tot een negatieve gemoedstoestand, angst en zelfs depressie. En die hypothese wordt nu dus onderschreven. Zo bleken mensen die aangaven dat hun baan zinloos was, ook veel lager te scoren wanneer hun psychisch welzijn werd beoordeeld. “Wat ons echt verrast heeft, is hoe sterk het verband was tussen een slecht welzijn en het gevoel dat je baan zinloos is,” vertelt onderzoeker Alex Wood aan Scientias.nl. “Daardoor realiseerden we ons dat hoewel Graebers’s theorie (dat er heel veel en steeds meer bullshit-banen zijn, red.) niet klopte, hij wel iets belangrijks had blootgelegd dat we moeten onderzoeken en verklaren.”

Arbeidsomstandigheden
Want waarom zitten mensen met een bullshit-baan minder goed in hun vel? Het is waarschijnlijk te herleiden naar de arbeidsomstandigheden, zo stellen de onderzoekers. Zo ontdekten ze dat mensen die het gevoel hadden dat hun baas ze respecteerde en steunde, minder sterk geneigd waren om hun werk als ‘zinloos’ te bestempelen. Ondertussen bleken mensen die zich niet gerespecteerd voelden en aangaven weinig feedback te krijgen van hun manager of baas, juist sterker geneigd om hun baan als zinloos te zien. “Een bullshit-baan is – volgens Graeber – een baan waarin de persoon die het werk uitvoert, het gevoel heeft dat dat werk zinloos is,” legt Wood uit. “Het is onmogelijk om objectief te zeggen welke banen sociaal gezien wel en niet waardevol zijn. Waar het om draait, is dat het gevoel dat je baan zinloos is – zelfs als de meeste andere mensen zeggen dat je heel waardevol werk doet, bijvoorbeeld als schoonmaker – voortkomt uit het feit dat je je niet gerespecteerd voelt op het werk of niet genoeg tijd hebt om je werk goed te doen en dat is mogelijk heel schadelijk voor je mentale gezondheid.”

“Hij (Graeber, red.) mag er dan ver naast hebben gezeten met betrekking tot hoe veelvoorkomend bullshit-banen zijn, maar hij had wel gelijk toen hij de houding van mensen ten opzichte van hun baan in verband bracht met hun psychisch welzijn en dat is iets wat werkgevers – en de maatschappij als geheel – heel serieus moeten nemen,” vindt onderzoeker Brendan Burchell. Wood sluit zich daarbij aan. “Miljoenen Europese werknemers hebben het gevoel dat ze zinloos werk doen, omdat ze niet gerespecteerd worden door het management en mogelijk lijden ze daar psychisch flink onder.”

Bronmateriaal

"One in twenty workers are in ‘useless’ jobs – far fewer than previously thought" - University of Cambridge
Interview met dr. Alex Wood
Afbeelding bovenaan dit artikel: Free-Photos from Pixabay

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd