Deze week is het vijftig jaar geleden dat het legendarische album ‘The Dark Side of the Moon’ van Pink Floyd uitkwam. Dit vieren we met een toepasselijke ruimtefoto van de week, namelijk een foto van de achterkant van de maan.
Tot 1959 wisten we niet hoe de achterkant van de maan eruit zag. In dat jaar vloog de Sovjet-sonde Loena 3 langs de maan en kregen we eindelijk een glimp te zien van de andere zijde.
De maan ziet er vanaf het aardoppervlak altijd hetzelfde uit. Dit komt omdat de rotatietijd van de maan gelijk is aan zijn omlooptijd rond de aarde. Dit wordt ook wel synchrone rotatie genoemd. Nu is het wel zo dat de baan van de maan elliptisch is en de baansnelheid varieert, waardoor we soms net een klein stukje van de linker- of rechterkant zien. Hierdoor is niet vijftig procent, maar 57 procent van het maanoppervlak vanaf de aarde in kaart gebracht.
Dark side? Niet helemaal!
De achterkant van de maan wordt in het Engels de ‘far side’ genoemd en niet de ‘dark side’, zoals de naam van het Pink Floyd-album. ‘Dark side’ is foutief, omdat de achterkant van de maan niet permanent donker is. De achterkant wordt namelijk net zo vaak verlicht als de voorkant. Als het nieuwe maan is, dan is de achterkant van de maan volledig verlicht. Is het volle maan? Dan is de achterkant donker.
Van onscherpe foto naar gigantisch mozaïek
Wil je de achterkant van de maan zien, dan heb je in ieder geval een raket nodig. Vandaar dat pas in 1959 de eerste foto werd gemaakt van de achterkant. Op deze foto is nog niet veel te zien. Gelukkig zijn er later meerdere ruimtevaartuigen naar de maan gevlogen. Inmiddels hebben we een aardig complete kaart van de achterkant. Aan de rechterkant zie je een mozaïek gemaakt door de Lunar Reconnaissance Orbiter. Dit mozaïek bestaat uit meer dan 15.000 foto’s die tussen november 2009 en februari 2011 zijn gemaakt. Hierdoor zijn piepkleine details zichtbaar op het maanoppervlak.
Geen maanzeeën op de achterkant
Het valt je misschien op dat er geen zeeën zichtbaar zijn op de achterkant van onze natuurlijke satelliet. In 2014 vonden wetenschappers een verklaring voor dit raadsel. Kort na de vorming van de maan was de aarde nog een hete bol. Omdat de afstand tussen de aarde en de maan klein was, verhitte de aarde de ‘voorkant’ van de maan. De achterkant van de maan koelde sneller af, waardoor mineralen op het oppervlak bleven liggen en de korst dikker werd. Daarna werd de maan bekogeld met meteorieten. Aan de voorkant sloegen ze door de dunne korst heen, waardoor het donkere basalt zichtbaar werd. Op de achterkant niet, waardoor daar nauwelijks donkere vlekken zichtbaar zijn.
Er zijn natuurlijk uitzonderingen, zoals de Tsiolkovski-krater. Deze inslagkrater is vernoemd naar de Russische wetenschapper Konstantin Tsiolkovsky. De krate rheeft een diameter van 180 kilometer. De centrale piek torent ruim drie kilometer boven de kraterbodem uit.