Darmflora speelt mogelijk rol bij ontstaan autisme: kan dieet autistische kinderen helpen?

Autisme is grotendeels erfelijk, maar ook omgevingsfactoren spelen een rol. Welke factoren precies, daarover tasten wetenschappers nog grotendeels in het duister. De laatste tijd zijn er echter steeds meer signalen dat bepaalde darmbacteriën een rol spelen.

Autismespectrumstoornis (ASS), zoals autisme voluit heet, is een neurologische en ontwikkelingsstoornis die van invloed is op hoe mensen communiceren, nieuwe dingen leren en zich gedragen. Mensen met ASS ervaren onder meer moeilijkheden in de omgang met anderen, vinden veranderingen in hun routine lastig en vertonen vaak repetitief gedrag. Ze zijn vaak prikkelbaarder en kunnen een gefixeerde belangstelling hebben voor enkele specifieke dingen. De eerste tekenen van de aandoening zijn meestal al zichtbaar vanaf een leeftijd van 1 of 2 jaar.

Autistische muizen
Tot op heden zijn er nog geen duidelijke niet-genetische oorzaken vastgesteld. Recente studies hebben echter wel een interessant verband gevonden tussen de samenstelling van de darmflora en enkele van de belangrijkste symptomen van ASS. Experimenten met muizen wijzen uit dat er mogelijk een link is tussen darmbacteriën en het centrale zenuwstelsel, waardoor sociaal gedrag wordt beïnvloed.

Voortbouwend op die bevindingen hebben onderzoekers van de Universiteit van Rome en de universiteit van Calabrië een nieuwe studie gedaan bij muizen. Daarbij plaatsten ze darmbacteriën van autistische donoren in muizen. Dat leverde verder bewijs op dat de darmflora invloed heeft op het sociaal gedrag dat typerend is voor ASS.

Darmbacteriën
“Via sondevoeding hebben we een fecestransplantatie uitgevoerd van autistische kinderen naar muizen. Dat leidde tot de groei van een darmflora met voor ASS typische bacteriën. Ook vertoonden de muizen meer autistisch gedrag vergeleken met de jongen van zwangere muizen die werden blootgesteld aan valproïnezuur (VPA)”, schreven Ennio Avolio en zijn collega’s in hun studie die in Neuroscience verscheen. “Dergelijke variaties hingen nauw samen met verhoogde populaties van een bacteriegroep die Tenericutes heet, plus een opmerkelijke afname van Actinobacteriën en Candidatus S.-bacteriën in de darmen van de muizen, die een fecestransplantatie kregen in vergelijking met de controlegroep.”

De muizen waren verdeeld in twee groepen: de ene helft kreeg de getransplanteerde darmflora afkomstig uit de darmen van kinderen met ASS, de andere helft werd blootgesteld aan valproïnezuur, een middel tegen epilepsie dat in verband wordt gebracht met een verhoogde kans op autisme. De geïmplanteerde bacteriën zorgden voor ietwat verhoogde ontstekingsniveaus in onder meer de dunne darm, schrijven de onderzoekers.

Bijzonder gedrag
Concreet zagen de wetenschappers dat de muizen die de ASS-darmflora kregen, opmerkelijk gedrag vertoonden tijdens de veelgebruikte doolhoftests. Hun gedrag kwam in zekere mate overeen met dat van kinderen en volwassenen met autisme.

De recente bevindingen van de onderzoekers bevestigen eerdere resultaten waaruit ook al bleek dat de darmflora een rol speelt bij sociaal gedrag. De studie kan zo bijdragen aan nieuwe behandelmethodes voor autisme waarbij ook rekening wordt gehouden met voeding en de darmgezondheid.

Aangepast dieet
“Over het algemeen bevestigen de bevindingen van de huidige studie dat de darmflora een sleutelrol speelt bij ASS”, schrijven Avolio en zijn collega’s verder nog in hun paper. “Er is echter verder onderzoek nodig voordat eventuele manipulatie van de darmbacteriën door middel van bepaalde diëten of de toediening van probiotica kan worden ingezet als behandeling bij mensen met ASS.”

Ontstaan autisme
Onder wetenschappers bestaat er consensus dat autisme voor een belangrijk deel erfelijk is. Recent onderzoek spreekt zelfs van een erfelijkheid van 80 procent. Zo blijkt dat tweelingen vaak beide autistisch zijn. Waarschijnlijk spelen honderden verschillende genen een rol bij het ontstaan van de aandoening, aangevuld met omgevingsfactoren. Dat wil zeggen dat iemand een genetische aanleg kan hebben voor autisme, maar dat de ziekte alleen tot uiting komt bij blootstelling aan bepaalde omgevingsinvloeden. Welke dat zijn, daarover is nog weinig bekend.

Wel zijn er aanwijzingen dat de leeftijd van de vader een rol speelt, maar ook vroeggeboorte en diabetes bij de moeder. Verder kan een vitamine D-tekort, blootstelling aan uitlaatgassen en pesticiden en een verhoogde activiteit van het immuunsysteem van de moeder van invloed zijn. Tenslotte zijn er ook signalen dat kinderen van moeders die tijdens de zwangerschap Valproate slikken tegen epileptische aanvallen meer kans hebben op autisme. De laatste jaren zijn er ook steeds meer studies die richting de darmflora wijzen als mogelijke factor.

Kanttekening is wel dat er lang niet altijd een causaal verband is aangetoond. Zo kan het zijn dat vaders met aanleg voor autisme relatief op latere leeftijd kinderen krijgen. Dat hun kinderen autistisch zijn, komt dan niet door de hoge leeftijd van de vader, maar doordat ze zijn autistische genen hebben geërfd.

Bronmateriaal

"New evidence hints at the role of gut microbiota in autistic spectrum disorder" - Neuroscience

Afbeelding bovenaan dit artikel: UrsaHoogle / Getty Images (via Canva.com)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd