Met behulp van ruimtetelescoop Hubble hebben onderzoekers de rotatiesnelheid van de planeet Uranus nu nauwkeuriger kunnen vaststellen dan ooit.
De metingen wijzen uit dat de planeet 17 uur, 14 minuten en 52 seconden nodig heeft om een rondje om de eigen as te draaien, zo is in het blad Science te lezen. En daarmee duurt een dag op Uranus net iets langer dan – op basis van metingen van Voyager 2 – werd gedacht.
Voyager 2
Voyager 2 scheerde in 1986 langs Uranus en is nog altijd de enige sonde die de planeet van dichtbij heeft gezien. Metingen van Voyager 2 hintten erop dat Uranus 17 uur, 14 minuten en 24 seconden nodig had om een rondje om de eigen as te voltooien.
Lastig
Dat Voyager 2 er nu 28 seconden naast blijkt te hebben gezeten, kunnen we de sonde eigenlijk niet kwalijk nemen. Het vaststellen van de snelheid waarmee het inwendige van een planeet roteert, is altijd behoorlijk ingewikkeld. Zeker als directe metingen niet mogelijk zijn, zoals bij ijsreus Uranus. Om toch een nauwkeurige inschatting te kunnen maken van de rotatiesnelheid van Uranus keken de onderzoekers in deze nieuwe studie naar het poollicht op de planeet.
Poollicht
Poollicht wordt veroorzaakt door de instroom van energierijke deeltjes nabij de magnetische polen van een planeet. We hebben het eerder zien ontstaan op Jupiter en Saturnus en ook op de aarde geeft het poollicht regelmatig acte de présence. Maar in tegenstelling tot het poollicht op bijvoorbeeld onze eigen planeet gedraagt het poollicht op Uranus zich op een heel unieke en onvoorspelbare manier. Dat heeft alles te maken met het feit dat het magnetisch veld sterk gekanteld is ten opzichte van de rotatie-as.
Hubble
Observaties van ruimtetelescoop Hubble – die Uranus gedurende meer dan 10 jaar met enige regelmaat observeerde – stelden onderzoekers nu in staat om de bewegingen van het poollicht op Uranus te volgen. Vervolgens gebruikten ze modellen van Uranus’ magnetisch veld om op basis van de bewegingen van het poollicht vast te stellen waar de magnetische polen zich bevonden. En aan de hand van die informatie kon dan weer een vrij nauwkeurige inschatting worden gemaakt van de rotatiesnelheid van Uranus.
Het onderzoek is om meerdere redenen waardevol. Zo hopen onderzoekers dat het kan leiden tot een beter begrip van Uranus’ magnetisch veld. Daarnaast kan een nauwkeurigere inschatting van de rotatiesnelheid van de planeet in de toekomst heel waardevol blijken als er opnieuw een sonde naar Uranus vertrekt.
In de loop van het volgende decennium wil NASA namelijk graag een orbiter naar Uranus sturen om zowel de planeet als zijn manen nader te bestuderen. Tijdens die missie wil men tevens een sonde in de atmosfeer van Uranus af laten dalen. Een beter begrip van de snelheid waarmee de planeet om zijn eigen as draait, komt van pas bij het plannen van deze missie. Bijvoorbeeld als er een geschikte locatie moet worden gekozen waar de sonde de atmosfeer kan binnendringen.