Complottheorieën vieren hoogtij in deze pandemie, maar hoe komt dat nu eigenlijk?

Tijdens deze pandemie verspreidt niet alleen het coronavirus zich razendsnel. Ook de complottheorieën tieren welig.

Wilde verhalen over de oorsprong van het virus, de coronavaccins en een wereldomvattend complot van de elite om de burgers op de knieën te krijgen verspreiden zich – afzonderlijk van elkaar of soms samengekneed tot één groot complot – supersnel. En velen blijken er ook behoorlijk ontvankelijk voor.

Geschiedenis
Historici kijken er misschien niet eens zo heel erg van op. Uit de geschiedenis weten we immers dat complottheorieën vaak het levenslicht zien tijdens ingrijpende historische gebeurtenissen. De Romeinen bedachten complottheorieën toen hun excentrieke keizer Nero het loodje legde. En eeuwen later leidden onder meer ook de maanlanding en aanslagen op het World Trade Center ertoe dat diverse complottheorieën het levenslicht zagen. Dat een wereldwijde epidemie die ons allen linksom of rechtsom raakt hetzelfde doet, is in historisch opzicht dan ook niet verwonderlijk. “De pandemie is een perfecte voedingsbodem voor complotdenken,” bevestigt Rolf Zwaan, professor aan de Erasmus Universiteit en auteur van het onlangs verschenen ‘Drang naar samenhang‘ dat onder meer handelt over complottheorieën, die Zwaan overigens zelf liever aanduidt als complotverhalen.. “De term ‘theorie’ komt uit de wetenschap en suggereert dat er iets te ontkrachten valt. Complottheorieën kun je echter niet ontkrachten, want complotdenkers komen altijd wel weer met een ander verhaal op de proppen. Vandaar dat ik liever van complotverhalen spreek.”

Onzekerheid
En die complotverhalen doen het dus goed tijdens deze coronacrisis. Het heeft volgens Zwaan – die onderzoek doet naar de cognitieve processen achter complotdenken – alles te maken met de grote onzekerheid die inherent is aan deze gezondheidscrisis. “Mensen voelen zich onzeker en willen grip krijgen op wat er om hen heen gebeurt.” Maar dat is ten tijde van een pandemie niet zo gemakkelijk; er zijn veel onbeantwoorde vragen en de antwoorden die wetenschappers voorzichtig durven te geven, blijken niet zelden nog sterk aan voortschrijdend inzicht onderhevig te zijn. En in zo’n situatie kan een complotverhaal opeens heel aantrekkelijk worden. “Het geeft ogenschijnlijk grip op de werkelijkheid, omdat het verhaal een samenhangende verklaring biedt voor wat er om je heen gebeurt.” Alleen klopt die verklaring dus niet. “Omdat er verkeerde verbanden worden gelegd.”

Groepsgevoel
Maar niet alleen de onzekerheid en de onbedwingbare drang om te begrijpen wat er gebeurt, zet mensen ertoe aan complotdenker te worden. “Mensen vinden het – juist ook in perioden van onzekerheid – heel fijn om deel uit te maken van een groep. Dat geeft namelijk een veilig gevoel.” En wie een complot omarmt, wordt onderdeel van een club gelijkgezinden en krijgt dat fijne, veilige groepsgevoel er dus gratis bij. Dat groepsgevoel kan vervolgens ook nog eens flink versterkt worden doordat men zich afzet tegen andersdenkenden. “Bijvoorbeeld sheeps: mensen die geen complotdenker zijn. Of de overheid.”

De needs
Wat opvalt, is dat de cognitieve mechanismen die mensen ertoe aanzetten om een complotverhaal te omarmen universeel zijn. Zo is het de mens eigen om de wereld te willen begrijpen. “Iedereen heeft een drang naar samenhang.” En ons brein is daar ook helemaal op ingericht; het zoekt voortdurend naar verbanden en daarmee ook verklaringen voor wat er om ons heen gebeurt. “Maar de één is wat rationeler en staat wat argwanender tegenover informatie dan de ander.” En vandaar dat ook niet iedereen zich tot een complotdenker ontpopt. “We denken dat dat verklaard kan worden door cognitieve motivatie,” legt Zwaan uit. Cognitieve motivatie is er in verschillende ‘smaakjes’. “Zo is er bijvoorbeeld de need for cognition – ik noem dat ook wel nadenkdrang – en de need for closure – conclusiedrang. Mensen die niet graag nadenken en dus laag scoren op de need for cognition, maar wel graag een samenhangende conclusie willen trekken en dus hoog scoren op de need for closure, geloven waarschijnlijk sneller in complottheorieën dan mensen die graag nadenken en er ook minder moeite mee hebben dat ze de werkelijkheid nog niet helemaal kunnen doorgronden.”

Bevestigingsvooroordeel
Dat sommige mensen een sterke drang ervaren om de wereld om hen heen te doorgronden zonder daar veel denkkracht aan te spenderen, zorgt er niet alleen voor dat ze ontvankelijker zijn voor complotverhalen. Het draagt er ook aan bij dat ze wanneer ze complotverhalen eenmaal omarmd hebben, deze niet zo snel meer los zullen laten. “Ze komen heel snel tot een verklaring en zoeken daarna ook alleen naar informatie die binnen die verklaring past. We noemen dat ook wel een bevestigingsvooroordeel.” Zoekmachines en sociale media spelen daarin een belangrijke, maar kwalijke rol. “Mensen zoeken informatie die overeenkomt met wat ze geloven en de algoritmes die sociale media en zoekmachines ontwikkeld hebben, zorgen er vervolgens voor dat ze die informatie ook continu voorgeschoteld krijgen.” Zo worden complotdenkers voortdurend bevestigd in hun ideeën. “En krijgen ze tevens het idee dat iedereen het met ze eens is, terwijl complotdenkers in werkelijkheid ver in de minderheid zijn.”

Kritisch denken
Dat we anno 2021 zoveel complotverhalen kennen en deze zich ook zo gemakkelijk verspreiden, is volgens Zwaan deels ook wel aan de sociale media te wijten. “Ze maken complotverhalen zichtbaar.” Maar het neemt niet weg dat alle mediagebruikers er uiteindelijk wel zelf voor kiezen om complotverhalen al dan niet te geloven of delen. En misschien werken onze cognitieve mechanismen en motivaties daarbij niet mee, maar geheel machteloos ben je nooit, zo benadrukt Zwaan. “Je kunt je altijd kritischer opstellen tegenover informatie. Vraag je gewoon eens af: wat is de kwaliteit van de bronnen? Kies er bewust voor om uiteenlopende websites te bezoeken die ook op het politieke spectrum wat verder uit elkaar liggen en voorkom zo dat je in een bubbel terechtkomt. En sta argwanend tegenover mensen die heel stellig zijn. De wetenschap kent voortschrijdend inzicht en op basis daarvan kunnen adviezen veranderen. Complotdenkers zien dat als een teken van zwakte en als een bewijs dat ‘wetenschap ook maar een mening is’, terwijl het juist een teken van kracht is.”

Terug naar de werkelijkheid
Dat kritisch leren denken over bronnen en informatie is een leerproces. “En het zou onderdeel moeten uitmaken van het curriculum op de basis- en middelbare scholen,” vindt Zwaan. Een stuk lastiger is het om complotdenkers die inmiddels bijna los zijn van de werkelijkheid aan het kritisch denken te krijgen. “Dat is best moeilijk. Je ziet soms wel dat het ook complotdenkers allemaal teveel wordt. Bijvoorbeeld wanneer voorspellingen die bij een complot horen herhaaldelijk niet uitkomen. Maar het terugkeren in de werkelijkheid is geen makkelijk proces.” Mensen raken immers niet alleen hun schijnzekerheid kwijt, maar ook de groep waarin ze zich lang veilig hebben gevoeld. Tegelijkertijd moeten ze weer aansluiting zien te vinden bij groepen waar ze zich eerder juist tegen afzetten en die de complotdenkers op hun beurt misschien ook wel belachelijk hebben gemaakt. Dat laatste keurt Zwaan overigens ten zeerste af; het ridiculiseren van complotdenkers is nooit de oplossing. “Uiteindelijk zijn complotdenkers ook gewoon aan het copen met de omstandigheden en aan het zoeken naar houvast en zekerheid. De cognitieve mechanismen waar ze daarbij een beroep op doen, hebben we allemaal. Zij voeren ze alleen iets te ver door.”

In de strijd tegen desinformatie en complotverhalen is kritisch denken een belangrijk wapen. Maar er is nog een voor de hand liggende oplossing: aanvaarden dat het leven nu eenmaal onzeker is en dat niet alles te verklaren valt. “Toeval bestaat,” merkt Zwaan op. We willen er vaak niet aan. En ons fervente mediagebruik speelt daarin zeker een rol. “Schrijvers van boeken, films en series componeren een verhaal waarin alles met elkaar samenhangt. Als terloops in een verhaal wordt opgemerkt dat de dominee linkshandig is en er even later een moord wordt gepleegd door een linkshandige, dan is de dominee de dader. Want in een verhaal is alles altijd kloppend.” De realiteit is echter heel anders. “Want de werkelijkheid heeft nu eenmaal geen auteur.” Het resulteert bij vlagen in een onbegrijpelijk verhaal. En dat knaagt. “Het gaat tegen onze natuur in. Maar we moeten met die onzekerheid om leren gaan en vooral niet te veel en te snel conclusies trekken.”

Bronmateriaal

Interview met Rolf Zwaan
Afbeelding bovenaan dit artikel: Ketut Subiyanto via Pexels

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd