Vorige week was BP weer wereldnieuws. Dit keer stonden de chemicaliën die het bedrijf gebruikte om de olie op te breken, centraal. Deze zouden slecht zijn voor de gezondheid van mens en dier. Volgens de Amerikaanse overheid is dat onzin: de gebruikte chemicaliën zijn niet giftiger dan de ruwe olie zelf.
De Amerikaanse organisatie Environmental Protection Agency (EPA) trekt die conclusie nadat zij acht verschillende soorten chemicaliën testte. Daaronder bevond zich ook Corexit 9500A. Deze stof werd door BP veelvuldig tijdens de ramp gebruikt. De acht geteste chemicaliën bleken vrijwel allemaal even giftig.
De chemicaliën worden ingezet als dispergeermiddelen. Deze stoffen zijn in staat om de olie versneld af te breken. Uit experimenten op proefdieren geldt dat de dispergeermiddelen over het algemeen net zo veel of minder schade toebrengen dan de ruwe olie zelf.
Volgens de onderzoekers is er sinds 19 juli geen dispergeermiddel meer gebruikt. En nu het lek is gedicht, is het aannemelijk dat die chemicaliën definitief in de kast kunnen.
