Buurt pakt vergeten voetbalvelden in Haarlem aan en 5 jaar later stuiten biologen er op de ene na de andere verrassing

Vijf jaar geleden toverden buurtgroepen in het zuiden van Haarlem – met toestemming van de gemeente – enkele ongebruikte voetbalvelden om tot buurttuinen. Een gouden greep, zo moeten biologen concluderen nadat ze vorig weekend in die tuintjes op de knieën zijn gegaan en een enorme soortenrijkdom hebben aangetroffen.

Op uitnodiging van een aantal buurtgroepen zijn biologen – verbonden aan de Stichting Taxon Foundation – vorig weekend naar het zuiden van Haarlem afgereisd. Daar wachtten enkele voormalige voetbalvelden op hen die in de verste verte niet meer aan voetbal doen denken. Want waar ooit een middenstip getekend stond, groeien nu gewassen. En waar ooit de doelen stonden, staan nu bloemen mooi te zijn. De buurtgroepen hebben namelijk niet stilgezeten en op de voetbalvelden zijn nu onder meer schooltuinen voor de basisscholen in de wijk, moestuintjes voor wijkbewoners, een biologische pluktuin en een tuinbouwproject voor jongeren te vinden. Een enorme transformatie. Maar, zo vroegen de buurtgroepen zich af, vertaalt dat zich ook naar een verandering in de biodiversiteit? Het was een vraag die ook onderzoekers blijkbaar intrigeerde, want maar liefst dertig onderzoekers gingen op uitnodiging van de buurtgroepen in de Haarlemse tuintjes op de knieën op zoek naar leven.

Veel beestjes
“We zochten naar kevers, wantsen, duizendpoten, slakken, miljoenpoten, bijen, nachtvlinders, enzovoort,” vertelt bioloog Menno Schilthuizen aan Scientias.nl. En al snel blijkt dat er genoeg te ontdekken valt, want de onderzoekers stuitten op talloze beestjes. “We hebben veel verschillende soorten aangetroffen. Veel van die beestjes zijn echter klein en dus ook lastig op naam te brengen,” legt Schilthuizen uit. “Een groot deel van de beestjes zullen we de komende maanden dan ook nader moeten onderzoeken om deze te kunnen identificeren.”

Slakken
Maar er zijn ook behoorlijk wat soorten die in het lab of zelfs op de knieën in de tuin al geïdentificeerd konden worden. Dat geldt bijvoorbeeld voor de slakken. “Die konden we eigenlijk bijna allemaal op naam brengen,” vertelt Schilthuizen. “En in totaal hebben we 21 verschillende soorten gezien. Dat is best veel voor een dergelijk terrein.”

Kevers, hoornaars en vlinders
Ook stuiten de onderzoekers op een opmerkelijk hoge diversiteit aan kevers. “Ook zagen we flink wat hoornaars – de inheemse soort, niet de momenteel veelbesproken Aziatische soort. En veel nachtvlinders. Onder de microvlinders – motjes die kleiner zijn dan 1 centimeter – waren ook een aantal zeldzame soorten.”

Nieuwe bewoners
Hoewel de biologen de voormalige voetbalvelden voor het eerst bezochten en dus niet weten wat er voorafgaand aan de transformatie precies leefde, zijn ze er tamelijk zeker van dat het leeuwendeel van de beestjes hier in de afgelopen vijf jaar terecht is gekomen. “Voor veel soorten die we gevonden hebben, geldt dat ze gebonden zijn aan specifieke planten of een type milieu dat er voorheen simpelweg niet was,” legt Schilthuizen uit. “Nu zijn er op het terrein bijvoorbeeld waterpoeltjes die er eerder niet waren en daar komen dan waterinsecten op af. En er groeien planten die kevers en wantsen – en vervolgens dus ook parasieten en predatoren daarvan – aantrekken.” Diezelfde kevers en wantsen maakten op dezelfde plek, toen het nog een voetbalveld was, waarschijnlijk geen schijn van kans. “Daar groeide alleen gras.”

Exoten
En zo hebben de getransformeerde voetbalvelden dus tal van nieuwe bewoners gekregen. En daar zitten ook wel wat verrassingen tussen. “Zo stuitten we in de tuintjes op twee naaktslakken die je veel in Nederland tegenkomt, namelijk de zwervende akkerslak en de Spaanse wegslak. Beiden zijn exoten; ze komen oorspronkelijk uit Zuid-Europa, maar hebben – waarschijnlijk door klimaatverandering – nu ook ons land overspoeld. Voor beide soorten geldt dat ze inheemse soorten wegconcurreren.” De inheemse gevlekte akkerslak moet het bijvoorbeeld vaak afleggen tegen de zwervende akkerslak. Terwijl de inheemse rode wegslak zijn meerdere moet erkennen in de Spaanse wegslak. “Maar wat zo merkwaardig is, is dat we deze inheemse en exotische soorten op de voormalige voetbalvelden elke keer allebei tegenkwamen.” Op de één of andere manier weten de inheemse soorten hier dus ondanks de aanwezigheid van hun felle exotische concurrent (voorlopig) stand te houden. “We denken dat het te maken heeft met het feit dat het terrein een fijnmazig ecologisch mozaïek is. Het is opgedeeld in kleine tuintjes en perkjes, een soort microhabitats waarin beide soorten voorlopig bestaansrecht hebben.”

Grote afwezige
Ook opvallend is dat sommige soorten de voormalige voetbalvelden (vooralsnog) niet weten te vinden. “Zo hadden we echt verwacht dat we het genaveld tonnetje – een klein tuinslakje – hier zouden aantreffen. Deze inheemse soort is namelijk aan een enorme opmars bezig. Maar die konden we dus niet vinden.”

Impuls
Vaststaat dat het omtoveren van vergeten voetbalvelden tot buurttuinen een enorme impuls heeft gegeven aan de biodiversiteit. En de gevolgen daarvan reiken hoogstwaarschijnlijk verder dan de buurttuinen zelf. “We hebben dat niet onderzocht,” benadrukt Schilthuizen. “Maar het is zeker aannemelijk dat de buurttuinen dienst doen als een soort reservoir van waaruit kleine snippers groen in de omgeving – alwaar soorten gemakkelijk uitsterven – (opnieuw) gekoloniseerd kunnen worden.” Schilthuizen illustreert dat aan de hand van een voorbeeld. “Stel: je hebt een klein plantsoentje dat door een bladwesp gekoloniseerd is en die bladwesp verdwijnt, bijvoorbeeld door ziekte of omdat het een slecht jaar is voor de bladwesp, dan kan het lang duren voor de soort terugkeert. Tenzij je in de buurt een groter gebied hebt waarin de bladwesp voorkomt; dan wordt het waarschijnlijker dat het plantsoentje weer snel door de soort gekoloniseerd wordt.”

Opkrikken biodiversiteit
Dat het mogelijk is de biodiversiteit in zo’n korte tijd zo sterk op te krikken, is hoopgevend. Zeker in deze tijd, waarin de biodiversiteit – ook in Nederland – sterk te lijden heeft onder de gevolgen van menselijk handelen. “Voor basale biodiversiteit heb je eigenlijk niet veel nodig. Als je de natuur een terrein aanbiedt, doet de natuur het verder allemaal zelf.” Dat in Haarlem in korte tijd veel meer dan een basale biodiversiteit werd gerealiseerd is volgens Schilthuizen te danken aan het feit dat buurtbewoners – met elk hun eigen ideeën en voorkeuren – ermee aan de slag zijn gegaan. “Je krijgt dan bijna automatisch een terrein dat heel gevarieerd is, veel gevarieerder dan bijvoorbeeld de groenstroken van de gemeente. En zo’n ecologisch mozaïek is voor kleine diertjes heel belangrijk en maakt het mogelijk om in korte tijd een heel rijke gemeenschap te creëren.”

Ontwikkeling
Die gemeenschap is overigens nog niet ‘af’, maar nog altijd volop in ontwikkeling. De verwachting is dan ook dat er over nog eens vijf jaar nog veel meer soorten worden teruggevonden. “Op dit moment vinden we vooral de wat mobielere soorten in de tuintjes terug: soorten die goed kunnen vliegen of lopen,” vertelt Schilthuizen. “Maar de verwachting is dat we de komende jaren ook soorten die minder mobiel zijn en dus meer tijd nodig hebben om dit gebied te bereiken, gaan terugzien. Sommige van die soorten zullen misschien de mobielere soorten die we hier nu vinden wegconcurreren, maar onder aan de streep verwachten we wel dat het aantal soorten nog verder zal toenemen.”

Tenminste: als de buurtgroepen de vergeten voetbalvelden mogen blijven beheren. Dat is namelijk niet vanzelfsprekend. “De huurtermijn loopt op een gegeven moment af en het kan zijn dat de gemeente de terreinen weer in gebruik wil gaan nemen.” Zo wordt er bijvoorbeeld gespeeld met de gedachte om de voormalige voetbalvelden om te toveren tot beachvolleybalterreinen. In dat scenario valt er over vijf jaar voor biologen weinig meer te onderzoeken, zo verwacht Schilthuizen. “Als het terrein met zand bedekt wordt, is alles wat er nu leeft, weg.” De buurtbewoners die de terreinen al jaren koesteren en letterlijk laten opbloeien, hopen natuurlijk dat het zover niet komt. En gewapend met de biodiversiteitsinventarisatie van Schilthuizen en collega’s hopen ze de gemeente dan ook zover te krijgen dat deze de vergeten voetbalvelden voorgoed uit het geheugen wist.

Bronmateriaal

Interview met Menno Schilthuizen
Afbeelding bovenaan dit artikel: Grégory Costa from Pexels (via Canva Pro)

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd