De meeste slootjes, vijvers, grachten, kleine plassen en vennen – ook bij jou in de buurt – zijn simpelweg vies.
Dat blijkt uit het burgeronderzoek ‘Vang de Watermonsters’ waaraan in de afgelopen maanden zo’n 2600 Nederlanders meededen. Ze togen er met een speciale meetkit op uit om uit te zoeken hoe schoon en leefbaar de kleine wateren in hun directe omgeving waren. De resultaten zijn vandaag bekend gemaakt en zijn niet direct rooskleurig.
Resultaten
Zo blijkt slechts één van de 5 wateren die de burgeronderzoekers onder de loep namen van goede kwaliteit te zijn. De rest kent een matige of zelfs slechte kwaliteit. En dat is zorgwekkend, zo stelt Natuur & Milieu dat de campagne in nauwe samenwerking met ASN Bank, zeven waterschappen en de Unie van Waterschappen, opzette. Want de kleine wateren zijn een thuis voor talloze soorten, van vogels tot insecten en van vissen tot planten.
Maar die soorten gedijen een stuk minder goed in water van ondermaatse kwaliteit. En die hebben de burgeronderzoekers dus op tal van plaatsen teruggevonden. Het is niet alleen slecht nieuws voor de organismen die zich in dit vieze water moeten zien te redden, maar ook voor de mensen die in de omgeving van deze wateren vertoeven, zo vertelde Susanne Hagen, biotechnoloog bij Stichting Natuur en Milieu eerder aan Scientias.nl. “Waar water van slechte kwaliteit er vies uitziet, stinkt en weinig diersoorten herbergt, is water van goede kwaliteit mooi schoon en helder. Bovendien bruist het van de biodiversiteit en dat is prachtig om te zien.”
Kroos en algen
Maar zulke bruisende, heldere wateren zijn dus behoorlijk zeldzaam aan het worden. Slechts 20 procent van de onderzochte wateren was helder en herbergde ondergedoken planten en waterleven. Zo’n 57 procent van de wateren was troebel en herbergde voornamelijk kroos en algen. 23 procent van de wateren had een matige kwaliteit en vertoonde eveneens tekenen van vervuiling.
Mest en rioolwater
Dat de kleine wateren zo vervuild zijn, heeft verschillende oorzaken. Belangrijke bronnen van vervuiling zijn mest en riooloverstorten. “Veel mensen weten dat niet, maar wanneer het hard regent, kan rioolwater – ongereinigd – in oppervlaktewateren geloosd worden,” zo vertelde Hagen aan Scientias.nl. “Het ongereinigde rioolwater bevat – net als mest – hoge concentraties nitraat. “Nitraat is een voedingsstof. Dat klinkt misschien heel positief, maar teveel van deze voedingsstof is heel slecht nieuws voor oppervlaktewateren. Het leidt tot heel veel kroos en algen, die het water weer troebel en zuurstofarm maken.” Daarnaast kunnen ook bestrijdingsmiddelen en medicijnresten de kwaliteit van de kleine wateren aantasten.
Oplossingen
Doordat de bronnen van vervuiling zo uiteenlopen, moet er om de waterkwaliteit te verbeteren een beroep gedaan worden op een breed scala aan organisaties en bedrijven. Maar ook particulieren moeten hun verantwoordelijkheid erkennen en nemen. “Zorgen voor schoon water moet, dat lukt alleen samen,” concludeert Sander Mager, namens de Unie van Waterschappen.
Hagen heeft nog wel wat tips waarmee ook particulieren een verschil kunnen maken. “Let bijvoorbeeld op dat je niet te veel water gebruikt. En kijk eens kritisch naar wat je door de gootsteen spoelt. Want bij harde regenbuien kan dat zomaar in oppervlaktewateren terecht komen. Dat geldt dus ook voor het chloor dat je in de wc spuit.” Maar ook buiten de deur kun je aan de slag. “Haal de tegels uit je tuin en vervang ze door gras of bloemen.” Waar tegels het regenwater afvoeren, kan begroeide aarde het opnemen, waardoor de kans dat riolen overlopen, kleiner wordt. “Wat ook helpt, is een regenton in je tuin plaatsen.” En ook met je eetgedrag kun je een verschil maken. “Bijvoorbeeld door plantaardiger te eten, want de productie van vlees vereist veel water.”
Waar de kwaliteit van de grotere wateren goed in de gaten wordt gehouden, is dat voor de kleinere wateren – die samen toch een derde van het Nederlandse oppervlaktewater vormen – anders. Zij worden niet systematisch meegenomen in de officiële kwaliteitsmetingen. Reden voor verschillende organisaties om burgerwetenschappers om hulp te vragen. En met succes! Waar vorig jaar nog zo’n 800 burgeronderzoekers aan de slag gingen, waren dat er dit jaar 2600! Hun metingen werden steekproefgewijs gevalideerd door wetenschappers; zij bemonsterden 100 van de onderzochte wateren nogmaals.
Hoewel de resultaten dus niet direct hoopgevend zijn, zijn ze wel heel belangrijk en bieden ze perspectief. Want als we weten dat de kwaliteit ondermaats is, kunnen we daar iets aan doen. Dat het zo niet blijven kan, staat vast, zo stelt ook Rob van Tilburg, namens Natuur & Milieu. “Het moet op veel plekken echt beter. Dit water is het leefgebied van vogels, insecten, vissen en planten. We genieten er dagelijks van. Maar door vervuiling loopt de biodiversiteit gevaar en wordt onze drinkwaterzuivering steeds moeilijker en duurder. Er is dringend actie nodig.”