Volgens de wetenschap zouden bultruggen die gaan bevallen tijdens hun migratietochten haast moeten maken naar warme, tropische wateren, dé plek waar walvissen hun jongen ter wereld brengen. Maar wat als deze reusachtige zeezoogdieren zich helemaal niets aantrekken van onze wetenschappelijke regeltjes?
Wetenschappers van Australische universiteiten verzamelden meer dan 200 waarnemingen van pasgeboren bultrugkalfjes in de koude wateren rond Australië en Nieuw-Zeeland. Dat zijn plekken waar ze volgens de oude theorieën helemaal niet geboren zouden moeten worden. Wetenschappers gingen er namelijk altijd van uit dat walvissen alleen in tropische wateren bevielen. Maar nu zien we geboortes tot wel 1500 kilometer zuidelijker dan we ooit voor mogelijk hadden geacht. De studie werd gepubliceerd in het vakblad Frontiers in Marine Science.
En het wordt nog gekker. Zelfs bij een bevalling in warm water zwemmen de moeders doodleuk verder met hun kersverse kalfjes. Dat is precies het tegenovergestelde van wat biologen verwachtten: ze dachten dat walvissen naar warm water trokken om te bevallen. Waarom zouden ze met een pasgeboren baby verder zwemmen als ze ook in warmere zeeën hadden kunnen blijven? En hoe houden die kleintjes het vol in dat koude water? Het zijn vragen waar wetenschappers nu hun hoofd over breken.
Waarom bevallen in de kou?
De onderzoekers hebben een paar ideeën over waarom walvissen deze onverwachte plekken kiezen. Sommige moeders zijn misschien ‘te laat’ vertrokken voor hun migratie of liepen onderweg vertraging op. Ze haalden de tropen simpelweg niet op tijd en bevielen noodgedwongen in koudere wateren. Maar er is ook een andere mogelijkheid: sommige walvissen kiezen bewust voor deze zuidelijke gebieden, omdat daar minder roofdieren zoals orka’s rondzwemmen en het rustiger is, met minder andere walvissen in de buurt.
Een slimme strategie, maar het roept wel nieuwe vragen op. Want overleven die pasgeboren kalfjes het wel in die koude zeeën? Dat is nog niet helemaal duidelijk, maar de onderzoekers maken zich zorgen. In koud water moeten kalfjes veel meer energie verbruiken om warm te blijven. Dat maakt ze kwetsbaarder, zeker in hun eerste levensweken. De wetenschappers hopen tijdens vervolgonderzoek meer te leren over hoe deze kleintjes het redden.
Hulp van toeristen en toeval
Hoe ontdekten de wetenschappers dit allemaal? Dankzij een onverwachte samenwerking met walvistouroperators. Deze mensen varen dagelijks de zee op en hielden precies bij waar ze moeders met pasgeboren kalfjes zagen. Ook nieuwsgierige burgers droegen hun steentje bij door geboortes te melden. Eén moment sprong eruit: bij Kaikoura in Nieuw-Zeeland werd een echte bevalling vastgelegd, met bloedsporen in het water als bewijs. En dat op een plek waar walvissen volgens de boeken nooit zouden bevallen.
Waarom dit belangrijk Is
Deze ontdekking is niet alleen maar een leuk weetje. Het kan de manier waarop we walvissen beschermen compleet veranderen. Als bultruggen overal kunnen bevallen, zijn er misschien veel meer gebieden die we moeten veiligstellen. Pasgeboren kalfjes zijn namelijk extra kwetsbaar. Ze kunnen verstrikt raken in visnetten of geraakt worden door schepen. De onderzoekers stellen daarom voor om ook buiten de klassieke geboorteregio’s maatregelen te nemen: denk aan aanpassingen in visserijbeheer, tijdelijke snelheidsbeperkingen voor schepen, of extra toezicht in bepaalde seizoenen.
Een blik op het verleden
Het grappige is: we hadden dit misschien eerder kunnen zien aankomen. In oude walvisvaarderlogboeken uit de 19e eeuw stonden al hints dat walvissen zich niet aan onze ideeën hielden. Maar die aanwijzingen werden afgedaan als onzin, omdat ze niet pasten in de nette theorieën van toen.