Op akkers langs de kust waar ’s zomers de gouden graanhalmen wuiven, kan in de toekomst weleens zeewater staan. Maar dat hoeft ons er niet van te weerhouden om daar graan te verbouwen, zo betoogt onderzoeker Marieke van Katwijk.
Het klimaat verandert. En dat heeft tal van gevolgen. Ook voor Nederland. Zo is het niet ondenkbaar dat de zee – onder meer door zeespiegelstijging – op steeds meer plaatsen deel uit gaat maken van het landschap. Maar dat maakt die gebieden niet direct onbruikbaar voor landbouw, want wellicht kunnen we onder water gelopen stukken land in de toekomst wel gaan gebruiken voor graanproductie uit zeegras. Dat schrijft milieukundige Marieke van Katwijk in het blad Ambio.
Brood
Graan uit zee: het lijkt misschien een wild idee. Maar het is zeker niet nieuw. “De zaden van zeegras worden door bepaalde Mexicaanse volken al eeuwen gebruikt voor brood,” vertelt Van Katwijk. “Het schijnt goed te smaken, een beetje zoals roggebrood, en de voedingswaarden zijn prima.”
Voordelen
Maar de zeegrasteelt levert niet alleen voedzaam brood op. Het heeft nog meer voordelen. Zo vereist de zeegrasteelt geen pesticiden of kunstmest. Ook heb je er geen zoet water voor nodig. Bovendien komt er bij het verbouwen van zeegrasgraan geen CO2 vrij. Sterker nog: zeegras staat er juist om bekend koolstof in de bodem op te slaan. Ondertussen zuivert de plant ook nog eens het water. “De zeegrasteelt zal daarnaast een rijke leefomgeving creëren voor andere organismen, zoals jonge vis en ongewervelden, net als koraalriffen dat doen,” stelt Van Katwijk.
Op het lijf geschreven
Het klinkt als een ideaal gewas, dat we in de toekomst – als zeewater onze kustlandschappen ingrijpend verandert – toch zeker een kans zouden moeten geven. En het moet worden toegegeven: de zeegrasteelt kan ons Nederlanders weleens op het lijf geschreven zijn. Want de teelt van zeegras vereist de nodige kennis van waterbouw. En die hebben we in huis. Net als de benodigde expertise op het gebied van zaadveredeling, overigens. Want er moet nog wel wat aan selectie en kruising worden gedaan, willen we grote hoeveelheden graan uit zeegras kunnen oogsten. “Op dit moment is de zaadproductie in wilde zeegrasvelden doorgaans heel laag,” legt Van Katwijk uit aan Scientias.nl. “Aangezien de productie op enkele plekken in de wereld wél heel hoog is, is het denkbaar dat je hier iets mee kunt. Ook zou je kunnen kijken of de samenstelling van de zaden qua voedingswaarde kan worden verbeterd of dat het wellicht mogelijk is om grotere zaden te kweken.”
Werk aan de winkel
Er is dus nog behoorlijk wat werk aan de winkel voor we de zeegrasteelt een vaste plek in een veranderend Nederland kunnen geven. Maar daarom wil Van Katwijk de zeegrasteelt ook zo graag nú al onder de aandacht brengen. “Er moet nog zoveel gebeuren. Daarom moeten we nu al beginnen. We moeten leren kweken, nog veredelen of onderzoeken hoe we de zaadproductie kunnen verhogen. En kijken hoe we de zeegrasteelt kunnen combineren met waterstaatkundige ingrepen die toch al gebeuren, zoals de aanleg van dubbele dijken.”
Wild zeegras
Als het ons lukt de zeegrasteelt zo een plek te geven in het veranderende Nederlandse landschap, is dat mogelijk ook goed nieuws voor wild zeegras. Want dat heeft het wereldwijd moeilijk en is in Nederland zelfs bijna verdwenen. “In de jaren dertig van de vorige eeuw zijn onze grote onderwatervelden gelijktijdig met de aanleg van de Afsluitdijk en een ziekte in het Noord-Atlantische gebied, uitgestorven,” vertelt Van Katwijk. “Daarna is er nog veel zeegras verdwenen als gevolg van eutrofiëring (waarbij er – onder meer door bemesting in landbouwgebieden – een overvloed aan voedingsstoffen in het water belandt, red.) en waterstaatkundige ingrepen.” Maar misschien zit er – als we de teelt van zeegras onder de knie weten te krijgen – wel een doorstart in. “Je zou de nieuwe kweektechnieken kunnen gebruiken om ook wilde varianten te kweken voor de herstelprogramma’s.”
Oogsten
Zo lijkt er – heel voorzichtig – weer een toekomst te gloren voor zeegras in Nederland. En wie weet ook voor de grootschalige productie van zeegrasgraan. Wellicht zien we boeren in de verre toekomst hun immense maaidorsers dan ook wel inruilen voor heel andere gereedschappen, geschikt voor het oogsten van zeegraan; iets wat overigens een stuk gemakkelijker gaat dan je misschien zou denken. “Omdat de zaaddragende stengels boven in de vegetatie zitten, maai je ze gemakkelijk af, terwijl de bladeren blijven zitten,” vertelt Van Katwijk. “De zaadstengels drijven na het maaien, dus je kunt ze met een waterstroming mee laten drijven naar een verzamelpunt en dan uit het water vissen. Het is wel zo dat je de zaaddragende stengels na het oogsten nog zo’n twee weken in een bassin moet laten rijpen. Zodra de zaden rijp zijn, zinken ze naar de bodem, waarna ze gefilterd en gedroogd moeten worden.” Enige tijd na het oogsten, in het najaar, komen dan eveneens de meeste bladeren van het zeegras vanzelf los. “Die drijven dan ook met de waterstroming naar een verzamelpunt en daar kun je ze uitvissen om ze vervolgens bijvoorbeeld als isolatiemateriaal te benutten.” Het is nog verre toekomstmuziek, zo benadrukt Van Katwijk. Maar als we nu doorpakken, kan de teelt van zeegraan perspectief bieden op het moment dat het Nederlandse kustlandschap door toedoen van klimaatverandering ingrijpend verandert.
Rest nog wel de vraag of de consument daar eigenlijk op zit te wachten: zeegrasbrood en zeegrasgraan. Maar op dat gebied voorziet Van Katwijk weinig problemen. “Ik verwacht dat het nuttigen van zeegrasgraan of zeegrasbrood geen enkel probleem zal zijn, omdat we tegenwoordig al zoveel granen uitproberen bij het ontbijt. Ik denk wel dat het leven in landschappen waar meer zoutwater aanwezig is een cultuuromslag nodig heeft: de meeste mensen vinden het fijn om op vakantie naar de zee te gaan, maar zout water in de achtertuin is wel even wennen.” Maar misschien maakt een smakelijke zeegrasboterham dan veel goed…