‘Brits Pompeii’ onthult dat prehistorische Engelsen geweldige (binnenhuis)architecten waren

In Engeland hebben onderzoekers de uitzonderlijk goed bewaard gebleven resten van een prehistorisch buurtje blootgelegd en onderzocht. En wat blijkt? Reeds in de prehistorie waren de Engelsen in staat om comfortabele en in sommige opzichten zelfs ronduit moderne huizen voor zichzelf neer te zetten.

Dat schrijven archeologen na jarenlang onderzoek te hebben gedaan naar het prehistorische buurtje, dat in 2015 aan de rand van Whittlesey (Fenland, Engeland) werd ontdekt. Het buurtje staat ook wel te boek als het Britse Pompeii. Die bijnaam heeft het bijna 3000 jaar oude buurtje te danken aan het feit dat de resten ervan – net als het ‘echte’ Pompeii – uitzonderlijk goed bewaard zijn gebleven. Dat is overigens – net als in het ‘echte’ Pompeii – te danken aan een tragedie: het prehistorische buurtje brandde namelijk ongeveer een jaar nadat de bouw was afgerond volledig af.

Niet in de vergetelheid
Normaliter zou je dan misschien verwachten dat het dergelijk buurtje voorgoed in de vergetelheid raakt. Maar dat liep anders. Wat dit buurtje namelijk bijzonder maakte, is dat het op palen boven een traagstromende, ondiepe rivier stond. En toen het volledig afbrandde en ineenstortte, vielen de verkoolde resten in de rivier, waar ze al snel door de modder werden ingevangen en zo voor de tand des tijds werden behoed.

Schat aan informatie
Archeologen waren dan ook bijzonder in hun nopjes toen ze in 2015 de eerste resten van dit prehistorische buurtje ontdekten. Inmiddels zijn we een aantal jaren verder en hebben ze de tijd en gelegenheid gehad om het ‘Britse Pompeii’ verder te verkennen en dat heeft een schat aan informatie opgeleverd, zo blijkt nu uit twee nieuwe studies, vrijgegeven door het McDonalds Institute for Archaeological Research, onderdeel van de Universiteit van Cambridge. Zo wijst een jarenlange analyse van de duizenden objecten die archeologen zorgvuldig aan de modder hebben onttrokken, uit dat de prehistorische bouwers van het buurtje een verrassend comfortabele levensstijl kenden en woonden in huizen die qua indeling grappig genoeg heel erg op onze moderne huizen lijken.

Prachtig ontwerp
De onderzoekers hebben nu de resten van in totaal vier van deze prehistorische huizen teruggevonden. De huizen waren rond van vorm en gemaakt van hout. Ook stonden ze op palen, op ongeveer twee meter hoogte boven de rivierbedding. Tussen sommige huizen waren bruggetjes gemaakt. Ook lijkt het buurtje omringd te zijn geweest door een twee meter hoge omheining, bestaande uit houten palen met scherpe punten. “Deze mensen waren zelfverzekerde en vaardige huizenbouwers,” moet onderzoeker Mark Knight concluderen. “Ze hadden een ontwerp dat prachtig werkte in een landschap dat steeds verder onder water kwam te staan.”

Dak
Dat er goed over het ontwerp van de huizen is nagedacht, blijkt ook wel uit de daken. Die bestonden uit drie lagen: isolerend stro, bedekt met turf, dat weer bedekt werd met klei. Het maakte de huizen warm, waterdicht en goed geventileerd. “In een vrieskoude winter waarbij winden door het moeraslandschap gierden, moeten deze huizen behoorlijk knus zijn geweest,” merkt Knight op.

Twee keer zo groot
Hoewel de onderzoekers slechts vier huizen hebben teruggevonden, zijn ze ervan overtuigd dat het buurtje bijna 3000 jaar geleden twee keer zo groot moet zijn geweest; de sporen van de andere helft van het buurtje zijn tijdens veenafgravingen verloren gegaan. De onderzoekers schatten dat er in totaal tot wel zestig mensen in het buurtje hebben gewoond.

Indeling
En hoewel het leven van die mensen er heel anders uitzag dan het onze, lijken hun woningen in sommige opzichten toch wel op de onze. Zo hebben de onderzoekers aanwijzingen gevonden dat één van de ronde huizen – met een woonoppervlak van zo’n 50 m2 – uit verschillende zones bestond waarin specifieke activiteiten plaatsvonden. Zo werden in het noordoostelijke deel van het huis – of beter gezegd: de restanten daarvan – vooral kommetjes, schalen en grote vazen teruggevonden. Het hint erop dat dit deel dienst deed als keuken. Wat daarbij grappig is, is dat sommige potjes zo ontworpen waren dat ze in elkaar pasten – een trucje dat vandaag de dag ook in moderne keukens nog veel wordt toegepast om ruimte te besparen. Ondertussen werden aan de oostzijde van het huis vooral metalen gereedschappen teruggevonden; de equivalent van onze garage of schuur misschien? Het noordwestelijke deel was vrijwel leeg en deed waarschijnlijk dienst als slaapruimte, zo opperen de onderzoekers. En in het zuidoostelijke deel van het huis werden veel fragmenten van kleding, maar ook klossen en weefgetouwgewichten ontdekt. Wat opvalt, is dat dit deel van het huis zich ook dicht bij de ingang bevindt en waarschijnlijk dus ook vrij veel lichtinval kende, wat handig moet zijn geweest bij het maken of verstellen van kleding.

Inboedel
Overigens waren eigenlijk alle huizen die de onderzoekers bestudeerd hebben qua inboedel vergelijkbaar. Ze herbergden allemaal het nodige gereedschap: van landbouwwerktuigen zoals sikkels tot bijlen en scheermessen. Ook waren in de meeste huizen materialen te vinden om kleding te maken. Wel hint de distributie van deze materialen erop dat in drie van de vier huizen wol werd gesponnen, terwijl in het vierde van die wol ook echt stoffen werden geweven. Die stoffen waren overigens ook een klasse apart: de restjes textiel die de onderzoekers hebben teruggevonden, kunnen gerekend worden tot de beste stoffen die in die tijd in Europa te vinden waren.

Recepten
Naast kledingstukken en gereedschappen zijn in de modder zoals gezegd ook veel potjes en pannetjes teruggevonden. En in sommige van die potjes zaten nog etensresten; het getuigt mogelijk van het overhaaste vertrek van de bewoners die opgejaagd door het vuur wellicht op de vlucht zijn geslagen. In één kom werd bijvoorbeeld een mengsel van tarwepap en dierlijk vet (mogelijk afkomstig van een geit of hert) aangetroffen. De houten lepel, gebruikt om het alles door te roeren, stond er ook nog in. “Het lijkt erop dat de bewoners de vleessappen bewaarden om te gebruiken als topping op de pap,” stelt onderzoeker Chris Wakefield. “Deze plek geeft meer inzicht in hoe recepten voor ontbijt en diner er in de Bronstijd uitzagen.” Zo zijn er ook kommen teruggevonden met daarin sporen van honing en vlees. “Het suggereert dat deze ingrediënten gecombineerd werden om een soort prehistorische versie van met honing geglaceerd vlees te creëren.”

En zo geeft het ‘Britse Pompeii’ ons een uniek inkijkje in hoe mensen bijna 3000 jaar geleden in dit moerassige landschap leefden en werkten. Het is zoals gezegd te danken aan een brand die de bewoners van het buurtje behoorlijk lijkt te hebben overvallen. Resten van mensen zijn niet teruggevonden, wat erop hint dat alle bewoners de brandende huizen op tijd zijn ontvlucht. “De oorzaak van de brand die door de nederzetting raasde, zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen,” aldus onderzoeker David Gibson. “Sommigen denken dat de nederzetting aangevallen werd, aangezien de bewoners nooit terugkeerden om hun spullen – die toch vrij gemakkelijk uit het ondiepe water konden worden gered – op te halen.” Anderen denken echter eerder aan een ongeluk, waarbij er bijvoorbeeld tijdens het koken brand ontstond, waarna de houten huizen binnen enkele minuten allemaal in lichterlaaie stonden. “Een nederzetting zoals deze ging misschien één generatie mee en de mensen die deze bouwden, hadden dat duidelijk al eens eerder gedaan. Het is goed mogelijk dat ze na de brand gewoon weer opnieuw begonnen,” oppert Gibson. “En dus is het ook mogelijk dat de resten van veel meer van deze nederzettingen op palen nog in Fenland op ontdekking wachten.”

Bronmateriaal

"Study reveals ‘cozy domesticity’ of prehistoric stilt-house dwellers in England’s ancient marshland" - University of Cambridge
Afbeelding bovenaan dit artikel: Cambridge Archaeological Unit

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd