De diagnose borstkanker wordt steeds vaker gesteld bij vrouwen onder de 50 jaar, blijkt uit Amerikaans onderzoek. De toename wordt vooral veroorzaakt door een stijging van het aantal tumoren die gevoelig zijn voor oestrogeen.
Borstkanker is volgens de WHO één van de meest voorkomende vormen van kanker. Elk jaar krijgen ongeveer 2,3 miljoen mensen wereldwijd deze slopende ziekte. In Nederland krijgen daarom alle vrouwen van 50 tot en met 75 jaar iedere twee tot drie jaar een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek om borstkanker vroegtijdig op te sporen. Hoewel het onderzoek gericht is op vrouwen van boven de vijftig, krijgen de laatste decennia steeds meer vrouwen onder de vijftig borstkanker. Dat concluderen onderzoekers van Washington University School of Medicine na een grootschalige datastudie.
Voor het onderzoek analyseerden de onderzoekers gegevens van meer dan 217.000 Amerikaanse vrouwen die tussen 2000 en 2019 de diagnose borstkanker kregen. Ze keken naar de leeftijd, de bevolkingsgroep, het tumortype, het tumorstadium en andere kenmerken van de patiënten. Daaruit bleek dat het aantal gevallen van borstkanker bij vrouwen van 20 tot 49 jaar in de loop van de tijd flink is toegenomen. Rond de eeuwwisseling kregen ongeveer 64 op de 100.000 mensen de diagnose. In de jaren erna steeg dat aantal al iets, maar na 2016 maakte de trendlijn een scherpe bocht omhoog, naar 74 gevallen per 100.000 in 2019.
Etniciteit
Daarnaast zagen de onderzoekers dat er verschillen waren in het voorkomen van borstkanker tussen verschillende etniciteiten. Vrouwen van kleur in deze leeftijdsgroep hadden de helft meer kans op borstkanker dan blanke vrouwen van dezelfde leeftijdsgroep. Aziatische vrouwen hadden daarentegen een kwart minder kans op borstkanker dan blanke vrouwen. Waar deze verschillen en de stijging in het totale aantal door veroorzaakt wordt, weten de onderzoekers niet.
Hormoongevoelige tumoren
Het meest opvallende was dat de toename van het aantal gevallen van borstkanker volledig te wijten is aan tumoren die gevoelig zijn voor oestrogeen, vertellen de onderzoekers. De zogenaamde ‘oestrogeenreceptor-positieve tumoren’. Deze tumoren hebben eiwitten op hun oppervlak die zich binden aan oestrogeen, wat de tumorgroei stimuleert. Als je dit type tumoren niet meerekent, dáálde het aantal gevallen van borstkanker juist in de afgelopen twintig jaar. De onderzoekers vragen zich daarom af of de stijging misschien te maken heeft met veranderingen in leefstijl, voeding, anticonceptie of andere factoren.
“Om hier iets aan te kunnen doen, moeten we begrijpen wat de specifieke toename van oestrogeenreceptor-positieve tumoren veroorzaakt”, stelt onderzoeker Adetunji Toriola. “Daarnaast hopen we ook te leren van de afname van oestrogeenreceptor-negatieve tumoren. Als we kunnen begrijpen wat dat percentage omlaag brengt, kunnen we dit misschien toepassen bij pogingen om andere soorten borsttumoren te verminderen of te voorkomen.”
Stadium 1 en 4
Deels gaat het herkennen van borstkanker al goed, blijkt uit het onderzoen. Het aantal diagnoses in stadium 2 en 3 is in de afgelopen jaren afgenomen. Maar daar staat tegenover dat er een stijging is in aantal diagnoses van stadium 1- en stadium 4-tumoren. Volgens Toriola suggereert dit dat de laatste jaren de screenings goed geholpen hebben, en dat er misschien ook een groter bewustzijn is als het gaat om de familiegeschiedenis en genetische risicofactoren voor borstkanker. Dat zorgt ervoor dat veel tumoren eerder zijn ontdekt. Maar het geeft ook aan dat wanneer stadium 1-tumoren bij jongere vrouwen worden gemist, de tumoren meestal pas worden gevonden als ze stadium 4 bereiken.
Preventie en behandeling
De onderzoekers hopen dat door hun onderzoek er meer gerichte preventieve screening plaats zal vinden in de toekomst. “Voor de meeste vrouwen begint de reguliere borstkankerscreening pas vanaf 40 jaar, dus jongere vrouwen met borstkanker hebben vaak tumoren in een later stadium, als de ziekte al verder gevorderd is en dus moeilijker te behandelen is”, legt Toriola uit. “We hopen dat door rekening te houden met de verschillen in tumorkenmerken, stadium en etniciteit die we hebben aangetoond, we de diagnose en behandeling bij jonge vrouwen met borstkanker kunnen verbeteren.”
Daarvoor willen de onderzoekers er ook achter komen welke factoren precies verantwoordelijk zijn voor deze stijging deze specifieke vorm van borstkanker. Daarnaast willen ze onderzoeken of ze kunnen ontdekken welke vrouwen hoog risico hebben om borstkanker op jonge leeftijd te ontwikkelen. Zodat ze deze groep beter in de gaten kunnen houden, en zo het risico kunnen verlagen.
Ook andere vormen van kanker komen de laatste jaren vaker voor bij jongere leeftijden. Onderzoekers van de Brigham and Women’s Hospital constateerden eerder dat risicofactoren voor kanker onder andere alcoholgebruik, slaapgebrek, roken, zwaarlijvigheid en het eten van bewerkt voedsel zijn. En precies deze boosdoeners zijn sinds de jaren vijftig aanzienlijk toegenomen. Zo eten we tegenwoordig een stuk meer bewerkte voedingsmiddelen, drinken we veel suikerhoudende dranken en alcohol en lijden veel mensen aan obesitas en diabetes type 2. Daarom veronderstelt het team dat factoren zoals het westerse dieet en levensstijl waarschijnlijk een belangrijke bijdrage aan de huidige ‘kankerepidemie’ leveren. “Hoe jonger de generatie, hoe groter het risico op kanker in elke levensfase,” legde onderzoeker Tomotaka Ugai eerder in gesprek met Scientias.nl uit. “Dit komt vermoedelijk door voedsel, de omgeving en leefgewoonten.” En dus pleit hij voor verandering. “We moeten ons echt bewust zijn van de verhoogde kans op kanker en daarom eerder maatregelen nemen,” onderstreept Ugai. “Zo moeten we bijvoorbeeld zorgen voor betere en gezondere omstandigheden voor jonge kinderen. Dit zal niet alleen kanker kunnen voorkomen, maar het heeft ook veel extra gezondheidsvoordelen.”