Drie kilometer ijs. Dat moeten de Britten eind dit jaar doorboren om hun doel – het meertje Ellsworth – te bereiken.
Al zo’n vijftien jaar zijn de voorbereidingen voor deze unieke missie bezig. En aan het eind van dit jaar is het dan eindelijk zover. Een team wetenschappers vertrekt naar Antarctica om daar één van de 400 subglaciale meren op te zoeken en aan te boren.
Subglaciaal
Een subglaciaal meer is een meertje dat zich onder ijs bevindt. In het geval van het meer Ellsworth gaat het om een ijslaag van zo’n drie kilometer dik. Het meer is ongeveer twaalf kilometer lang en drie kilometer breed. Op het diepste punt is het meertje 150 meter diep. Ondanks de kou en de dikke laag ijs op het meer, is het water in het meer gewoon vloeibaar. Dat komt doordat de warmte van de aarde het onderste deel van het ijs laat smelten.
Waarom Ellsworth?
Zoals gezegd zijn er heel wat subglaciale meren. Waarom willen de Britten dan zo graag naar Ellsworth? We vroegen het professor Martin Siegert, initiatiefnemer van de missie. “Ellsworth is een vrij gewoon subglaciaal meer. Dat maakt het zo aantrekkelijk. Het is representatief voor andere subglaciale meren.”
Boren met water
Ellsworth mag dan tamelijk ‘gewoontjes’ zijn, dat maakt het heus nog niet gemakkelijk om het meer binnen te dringen. Siegert benadrukt dan ook dat het boren ongetwijfeld het meest lastige deel van de missie gaat worden. Er moet tenslotte wel even door drie kilometer ijs worden geboord. Dat boren gaat met behulp van warm water. Dit warme water boort zich een weg naar beneden, door de ijskap heen. Het boren neemt naar verwachting zo’n drie dagen in beslag. Daarna kan een sonde in het boorgat worden geplaatst. De onderzoekers laten deze sonde zo het meer in zakken waar deze monsters gaat verzamelen. Dat is een race tegen de klok: het duurt zo’n zestig uur voordat het geboorde gat weer dichtvriest. Elk uur wordt het gat zo’n 0,6 centimeter kleiner. Dat betekent dat de sonde in relatief korte tijd alle monsters moet verzamelen en weer naar boven moet komen.
Koud
Het is zonder meer een zeer uitdagende missie. Zeker als u ook nog even rekening houdt met de omstandigheden waarin de wetenschappers werken. Wanneer zij naar Antarctica vertrekken is het er zomer. Maar het blijft koud. “Het is er -25 graden Celsius,” vertelt Siegert. En daarbij staat er ook nog eens een flinke wind.
Leven
Maar het is het hopelijk allemaal waard. Want de verwachtingen omtrent de missie zijn hooggespannen. Het meer bevindt zich mogelijk al honderdduizenden jaren onder een dikke laag ijs. De tijd heeft er stilgestaan: het is een geïsoleerd gebied. En Siegert weet wel wat hij daar hoopt te vinden. “We verwachten er leven aan te treffen,” zo vertelt hij. Ook hoopt hij dat de sedimenten in het meer de onderzoekers meer kunnen vertellen over het klimaat van onze planeet. “Maar verder houden we een ‘open mind’.”
Schoon
Het binnendringen van zo’n bijzondere omgeving waar de buitenwereld al duizenden jaren geen invloed op heeft gehad, brengt uitdagingen met zich mee. Zo is het heel belangrijk dat de sonde die in het boorgat afdaalt geen bacteriën van het oppervlak in het meer brengt. De onderzoekers hebben daartoe meerdere maatregelen genomen. Zo wordt de sonde goed schoongemaakt voor deze afdaalt en worden de monsters grondig bestudeerd zodat eventuele bacteriën van het oppervlak niet ten onrechte voor Ellsworth-organismen worden aangezien.
De Britten brengen zo’n acht weken nabij Ellsworth door. En hoewel het nog wel even duurt voordat de wetenschappers echt de kou ingaan, zijn de voorbereidingen al in volle gang. Begin dit jaar werd een groot deel van het materieel al naar de plaats van bestemming gebracht. Zo’n 70 ton aan spullen werd over het ijs naar Ellsworth vervoerd. Aan het eind van dit jaar zal het een flink kamp vormen met niet alleen materiaal om te boren, maar ook een keukentje, slaapplaatsen en kantoren. Gedurende enige weken is dit de thuisbasis van wetenschappers. En misschien ook wel de plaats waar grote wetenschappelijke ontdekkingen op ons wachten. De tijd zal het leren…