De onderzoekers hopen dat door te testen op specifieke eiwitten betrokken bij kanker, de ziekte niet alleen sneller wordt ontdekt, maar mogelijk zelfs kan worden voorkomen.
Hoewel de prognose van kanker de afgelopen decennia flink is verbeterd, wordt de ziekte nog steeds vaak te laat ontdekt. Zo overleed in 2019 wereldwijd meer dan een miljoen mensen van onder de vijftig aan kanker. Bovendien stijgt het aantal kankerpatiënten ook al jaren. Het aantal kankergevallen wereldwijd nam sinds 1990 toe met bijna 80 procent, blijkt uit onderzoek eerder dit jaar gepubliceerd in BMJ Oncology. Over de hele wereld zijn wetenschappers daarom op zoek naar methoden die de ziekte eerder kunnen opsporen en beter kunnen behandelen. Onderzoekers van Oxford Population Health hebben met twee onderzoeken daar belangrijke nieuwe stappen in gezet.
De wetenschappers ontdekten ruim zeshonderd eiwitten die verband houden met negentien verschillende soorten kanker. Ruim honderd van deze eiwitten waren aanwezig bij mensen die minstens zeven jaar later pas de diagnose kregen. “Om kanker te kunnen voorkomen, moeten we de factoren begrijpen die de vroegste stadia van de ontwikkeling ervan aansturen”, legt onderzoeker Ruth Travis uit. “Deze onderzoeken geven veel nieuwe aanwijzingen over de oorzaken en biologie van meerdere vormen van kanker, inclusief inzichten in wat er gebeurt in de jaren vóór kanker wordt gediagnosticeerd.”
Verschillen in het bloed
In het eerste onderzoek gebruikten de Britse onderzoekers bloedmonsters van ruim 44.000 mensen, afkomstig van de UK Biobank. Bij bijna 5000 personen uit deze groep is later de diagnose kanker gesteld. De onderzoekers analyseerden grote reeksen eiwitten in de weefselmonsters middels een techniek genaamd ‘proteomics’. Op deze manier konden ze verschillen in eiwitten vinden en zien hoe ze elkaar beïnvloeden. Ze vergeleken daarnaast een set van ongeveer 1500 eiwitten per bloedmonster per persoon van mensen bij wie wel en bij wie niet de diagnose kanker werd gesteld. Daaruit konden de wetenschappers bijna 200 eiwitten identificeren die in het bloed verschilden tussen de personen die geen kanker ontwikkelden, en mensen die drie jaar later een diagnose kregen.
Kanker voorkomen
In het tweede onderzoek doken de wetenschappers in de genetische gegevens van meer dan 300.000 kankerpatiënten. Daaruit ontdekten ze veertig eiwitten in ons bloed die de kans op negen verschillende kankers kunnen vergroten of verkleinen. Het lijkt er daarom op dat verschillende eiwitten al in de allereerste stadia van kanker betrokken zijn bij de vorming ervan. De onderzoekers geloven daarom dat sommige van deze eiwitten kunnen worden gebruikt om kanker veel eerder op te sporen dan momenteel mogelijk is. Smith-Byrne: “Dit onderzoek brengt ons dichter bij de mogelijkheid om kanker te voorkomen met gerichte medicijnen. Ooit werd dat voor onmogelijk gehouden, maar dit lijkt nu veel beter haalbaar.”
Toch zal het niet zo makkelijk zijn om behandelingen te richten op de betrokken eiwitten, ontdekten de wetenschappers. “We hebben voorspeld hoe het lichaam zou kunnen reageren op medicijnen die zich op specifieke eiwitten richten, inclusief veel mogelijke bijwerkingen”, vertelt Karl Smith-Byrne, moleculair epidemioloog bij beide studies. “Voordat er klinische onderzoeken plaatsvinden, hebben we daarom enkele vroege indicaties van welke eiwitten we mogelijk niet zouden targeten vanwege onbedoelde bijwerkingen.”
Vervolgonderzoek
Om bloedonderzoek effectief in te zetten in de strijd tegen kanker is er daarom nog meer onderzoek nodig. “Om meer levens te redden van kanker, moeten we beter begrijpen wat er gebeurt in de vroegste stadia van de ziekte”, aldus onderzoeker Keren Papier. “Gegevens van duizenden mensen met kanker hebben echt opwindende inzichten opgeleverd over hoe de eiwitten in ons bloed ons risico op kanker kunnen beïnvloeden. Nu moeten we deze eiwitten diepgaand bestuderen om te zien welke op betrouwbare wijze kunnen worden gebruikt voor preventie.” Er zijn namelijk nog veel vragen over de precieze rol van de eiwitten bij de ontwikkeling van kanker, en welke van de eiwitten het meest betrouwbaar zijn om op te testen.
Belang biobanken
Het onderzoek geeft ook aan hoe waardevol biobanken zijn, benadrukt Joshua Atkins, betrokken bij het eerste onderzoek. “De genen waarmee we worden geboren, en de eiwitten die daaruit worden gemaakt, hebben een enorme invloed op de manier waarop kanker begint en groeit. Dankzij de duizenden mensen die bloedmonsters hebben gegeven aan UK BioBank, bouwen we een veel uitgebreider beeld op van hoe genen de ontwikkeling van kanker gedurende vele jaren beïnvloeden.
Uitvoerend directeur onderzoek en innovatie bij Cancer Research UK, dr. Iain Foulkes heeft daarom goede hoop op het vervolg. “De ontdekkingen uit deze onderzoeken zijn de cruciale eerste stap in de richting van het aanbieden van preventieve therapieën, wat de ultieme route is om mensen een langer en beter leven te geven, vrij van de angst voor kanker.”
Bloedonderzoek is niet de enige optie om kanker vroegtijdig op te sporen:Amerikaanse wetenschappers ontwikkelden genetisch gemodificeerde bacteriën om kankercellen te detecteren in de dikke darm van muizen. Ze hopen met dezelfde techniek in de toekomst allerlei verschillende soorten kanker en ook andere ziekten en infecties op te kunnen sporen.