Bloed geven heeft verrassende voordelen voor je eigen gezondheid

Lange tijd dachten we dat alleen de persoon die het bloed krijgt er beter van wordt, maar dat klopt niet helemaal. Nieuw onderzoek laat zien dat het geven van bloed verrassende voordelen heeft voor je eigen gezondheid.

Zodra je bloed doneert, gaat je lichaam aan de slag om het verlies op te vullen. In je beenmerg zitten stamcellen die meteen nieuwe rode en witte bloedcellen aanmaken. Maar dat is niet alles. Naarmate we ouder worden, verandert het DNA in deze stamcellen. Soms ontstaan er groepjes bloedcellen met een ander DNA, die wetenschappers ‘klonen’ noemen. In sommige gevallen kunnen deze klonen leiden tot ernstige ziektes, zoals leukemie.

Om dit fenomeen te onderzoeken, bekeken wetenschappers het bloed van meer dan 200 mensen die vaak bloed geven, soms wel drie keer per jaar, 40 jaar lang. Ze vergeleken dat met het bloed van mensen die minder dan vijf keer in hun leven hadden gedoneerd. Wat bleek? Beide groepen hadden evenveel verschillende klonen in hun beenmerg, maar de soorten bloedcellen waren heel anders. Een opvallende vondst betrof het gen DNMT3A. Dit gen verandert vaak bij leukemie. Bij mensen die regelmatig bloed geven, zagen de onderzoekers wel veranderingen in dit gen, maar niet op de plekken die met leukemie te maken hebben.

Proeven op menselijke stamcellen
De wetenschappers wilden meer weten en deden proeven in het laboratorium. Ze pasten menselijke stamcellen aan door er twee soorten mutaties aan toe te voegen: ‘preleukemische’ mutaties, die vaak bij leukemie horen, en ‘niet-preleukemische’ mutaties, die ze vonden bij frequente donoren. Daarna lieten ze deze cellen groeien in twee verschillende omstandigheden. De eerste situatie bevatte erytropoëtine, afgekort EPO, een hormoon dat na bloeddonatie stijgt en de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert. De tweede situatie bevatte ontstekingsstoffen die een infectie nabootsen.

De resultaten waren duidelijk. Cellen met de mutaties van frequente donoren groeiden goed in de EPO-situatie, maar nauwelijks bij ontsteking. Cellen met preleukemische mutaties deden juist het tegenovergestelde: ze groeiden goed bij ontsteking. Dit betekent dat bloed doneren je lichaam lijkt te helpen om beter om te gaan met bloedverlies.

Een test met muizen
Om dit te checken, deden ze ook een experiment met muizen. De onderzoekers gaven sommige muizen stamcellen met de mutaties van frequente donoren en andere met preleukemische mutaties. Bij de muizen met ‘frequente donor’-mutaties groeiden de cellen normaal en maakten ze meer rode bloedcellen als er stress was, zoals bij bloedverlies. Dat bleef veilig. Maar de cellen met preleukemische mutaties zorgden voor te veel witte bloedcellen, wat een slecht teken is.

Wat betekent dit voor jou?
De wetenschappers denken bijgevolg dat regelmatig bloed doneren het lichaam helpt om gunstige DNA-mutaties te krijgen. Deze veranderingen maken je stamcellen sterker en beter in het reageren op bloedverlies, zonder dat je meer risico loopt op bloedkanker. Dominique Bonnet, een van de auteurs van de studie, legt uit: “Dit onderzoek laat zien hoe onze genen reageren op de omgeving. Activiteiten zoals bloeddonatie, die lichte stress op de bloedproductie leggen, vernieuwen onze stamcellen en stimuleren mutaties die groei bevorderen zonder ziekte te veroorzaken.”

Toch blijven de onderzoekers voorzichtig. De steekproef was relatief klein, en het kan zijn dat frequente donoren sowieso al gezonder zijn. Het onderzoeksteam wil daarom verder uitzoeken welke rol deze mutaties spelen bij de ontwikkeling van leukemie.

Bronmateriaal

"Clonal Hematopoiesis Landscape in Frequent Blood Donors" -
Afbeelding bovenaan dit artikel: Adrian Sulyok / Unsplash

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd