Een blinde jongen heeft geleerd om dingen toch te kunnen ‘zien’. Hij gebruikt daarvoor een techniek die ook dolfijnen benutten om objecten op te sporen. De jongen stoot hoge klikjes uit en luistert vervolgens waar deze tegenaan botsen. Zo kan hij precies achterhalen wat waar staat.
De techniek maakt deel uit van een revolutionair onderzoeksprogramma dat blinden moet helpen. Het systeem is ontwikkeld door Daniel Kish, de voorzitter van de organisatie World Access for the Blind. Kish, zelf blind, liet zich inspireren door de dolfijnen. Deze dieren gebruiken de techniek om zonder botsingen door duistere wateren te navigeren.
Geluidsgolf
De techniek is simpel en goedkoop. De blinde beweegt zijn tong tegen zijn gehemelte waardoor een klikkend geluid ontstaat. Zodra de geluidsgolven een object raken, komt de energie als een boemerang terug. De blinde hoort dat en kan op basis daarvan de grootte en vorm van het object vaststellen. Ook is hij in staat om de afstand tussen hemzelf en het object te bepalen.
Flashsonar
Kish heeft de methode de naam FlashSonar gegeven. Met de techniek kunnen mensen objecten tot op ongeveer 100 meter afstand detecteren. “Een boom is detecterbaar en herkenbaar op 10 meter afstand, terwijl een groot gebouw op 100 meter of meer kan worden opgemerkt,” vertelt Kish. “Het is letterlijk zien. Neurologen vermoeden zelfs dat voor visuele verwerkingen en FlashSonar hetzelfde deel van de hersenen wordt gebruikt.”
De techniek vereist wel enige training, maar is daarna heel gemakkelijk en zonder hulpmiddelen toe te passen. En het werkt, zo concludeert ook Deborah Aspland, moeder van de driejarige blinde Jamie. “Sinds hij die vaardigheid heeft geleerd kunnen we door het park lopen zonder dat Jamie mijn hand hoeft vast te houden. Hij klikt zelfs om te kijken waar de leuningen op onze trap zitten. Vervolgens loopt hij zonder hulp naar beneden. Het is ongelooflijk!”