Een 39 miljoen jaar oud fossiel suggereert dat er in vervlogen tijden een immense reus de wereldzeeën domineerde, die misschien wel 340 ton (!) zou hebben gewogen.
De blauwe vinvis is het grootste dier dat ooit heeft geleefd. Hij is zelfs groter dan de grootste bekende dinosaurus! Het langste exemplaar ooit waargenomen was 30 meter lang en woog een slordige 190 ton. Maar mogelijk moet de blauwe vinvis zijn prestigieuze titel als grootste en zwaarste dier op aarde nu afstaan. Want onderzoekers zijn op een stokoud walvisfossiel gestuit, waardoor ze nu geloven dat er in een ver verleden een nóg zwaarder dier heeft bestaan.
Fossiel
Het gaat om een 39 miljoen jaar oud fossiel dat in het zuiden van Peru is opgegraven. Het fossiel omvat 13 wervels, vier ribben en een heupbot van een zogenoemde basilosauridae-walvis. Dit is een familie van uitgestorven walvisachtigen, die leefde in het midden tot het late Eoceen. Ze kwamen over de hele wereld voor, zelfs rondom Antarctica.
Gewicht
Aan de hand van de gevonden overblijfselen waren de onderzoekers in staat om het gewicht van de oude walvis, die Perucetus colossus is genoemd, te schatten. En daaruit blijkt dat zijn skeletmassa groter was dan die van enig bekend zoogdier of zeedier. Sterker nog, hij was waarschijnlijk 2 à 3 keer zo groot als een 25 meter lange blauwe vinvis. Vermoedelijk woog Perucetus colossus tussen de 85 en 340 ton. Hiermee wedijvert hij met het gewicht van de blauwe vinvis, waarvan eerder werd gedacht dat hij het zwaarste dier ooit was.
Van de troon gestoten
Mogelijk heeft Perucetus colossus de blauwe vinvis dus van de troon gestoten. Niet de blauwe vinvis, maar Perucetus colossus is misschien wel het grootste en zwaarste dier dat (waar wij weet van hebben) ooit heeft bestaan. Deze ontdekking suggereert dat de gang naar gigantisme bij zeezoogdieren mogelijk eerder zijn intrede deed dan gedacht.
Gigantisme
Kijken we naar het gehele dierenrijk, dan zien we dat er maar weinig dieren gigantische proporties hebben bereikt. Het is eigenlijk een vrij zeldzame eigenschap. En dat is ook goed te verklaren. Het is namelijk een hele kostbare functie. Grote dieren hebben meestal minder nakomelingen, hebben meer ruimte nodig om te leven, eten meer en lopen ten slotte eerder het risico op ziektes zoals kanker. Naast de nadelen van gigantisme heeft een grotere omvang ook duidelijke voordelen – anders was het ook niet geëvolueerd. Het belangrijkste voordeel is voedsel. Ondanks het reusachtige lichaam, leven veel walvissen vrijwel uitsluitend van kleine kreeftachtigen die nog geen tien centimeter lang worden. Een groter lichaam is daarbij natuurlijk handig, omdat ze dan veel grotere happen kunnen nemen en zo in één keer meer voedsel naar binnen zuigen.
Evolutionaire geschiedenis
Het fossielenbestand van walvisachtigen (een onderorde van zoogdieren waar ook dolfijnen, walvissen en bruinvissen onder geschaard kunnen worden) is heel belangrijk bij het documenteren van de evolutionaire geschiedenis van zeezoogdieren. Veel mensen denken dat de voorouders van walvissen in zee hebben geleefd, maar dat is niet het geval. Walvissen stammen namelijk af van dieren die van het land terug de zee in zijn gegaan. Onderzoekers proberen daar nog altijd meer over te weten te komen. Ondertussen zijn ze al op bepaalde aanpassingen gestuit die hand in hand gingen met die terugkeer naar het water. Denk in dit geval aan gigantisme en de daarmee samenhangende toename van de lichaamsmassa, hoewel wordt aangenomen dat laatstgenoemde een relatief recente diversificatie is geweest.
30 miljoen jaar eerder
Maar de nieuwe studie suggereert nu iets anders. De opgegraven fossiele resten van Perucetus colossus zijn namelijk 39 miljoen jaar oud. Bovendien blijkt dat deze gigant al over verschillende kenmerken beschikte die erop wijzen dat hij al volledig was aangepast aan een wateromgeving. Dit betekent dat walvisachtigen zo’n 30 miljoen jaar eerder dan gedacht al hun maximale lichaamsgewicht hadden bereikt. Het drijfvermogen dat gepaard gaat met de toename van botmassa komt overeen met een levensstijl in ondiep water. Dit ondersteunt de heersende theorie dat basilosauridae-walvissen goed aangepast waren aan kustomgevingen.
De studie werpt meer licht op deze orde van oude dieren. Maar dat niet alleen. Het laat vooral zien dat er in vervlogen tijden immense giganten door de zeeën zwierven, die zelfs groter en zwaarder waren dan de befaamde blauwe vinvis. Of er misschien nóg zwaardere dieren dan Perucetus colossus hebben geleefd? Dat valt natuurlijk niet uit te sluiten. We houden de wetenschap in de gaten.