Ongeziene gebieden: je verwacht ze op de maan of Mars, misschien. Maar nieuw onderzoek onthult dat er ook op aarde nog heel wat vierkante kilometers zijn waar de mens nog nooit de ogen op heeft gelegd.
Dat is te lezen in het blad Science Advances. Voor het onderzoek richtten de wetenschappers zich op de diepzeebodem, oftewel het aardoppervlak dat door minstens 200 meter diep water aan het zicht onttrokken wordt. Dit deel van de oceanen – dat maar liefst 66 procent van het aardoppervlak uitmaakt – wordt inmiddels al decennialang onderzocht. Maar dat zet nauwelijks zoden aan de dijk, zo onthult het nieuwe onderzoek. Want ondanks de decennialange inzet van onder meer wetenschappers is tot op heden nog maar 0,001 procent van de diepzeebodem visueel verkend. Het betekent heel concreet dat we 65,999 procent van het aardoppervlak dus nog nooit gezien hebben!
Bizar
Het is een bizarre statistiek. Het stukje van de diepzeebodem dat we wél visueel verkend hebben – die 0,001 procent dus – is ongeveer net zo groot als de provincie Groningen. “Er is, als het om onze oceanen gaat, nog zoveel dat een mysterie blijft,” concludeert onderzoeker Ian Miller.
Zwart-wit
Miller en collega’s trekken die conclusie nadat ze zich bogen over visuele observaties die sinds 1958, tijdens ongeveer 44.000 gedocumenteerde afdalingen naar de diepzee zijn gedaan. Het resulteert volgens de onderzoekers in de meest uitgebreide, wereldwijde, schatting van visuele observaties van de diepzeebodem tot nu toe. En die schatting onthult dus dat we nog maar een kleine fractie van die diepzeebodem visueel verkend hebben. Maar daar blijft het niet bij. Zo tonen de onderzoekers in hun studie ook aan dat een behoorlijk deel van de gedocumenteerde visuele observaties – zo’n 30 procent – voor 1980 is uitgevoerd en daarom enkel resulteert in zwart-witfoto’s met een lage resolutie.
Niet representatief
Bovendien is het zo dat de observaties niet netjes over de diepzee verdeeld zijn; meer dan 65 procent van alle visuele observaties van de diepzeebodem is gedaan binnen 200 zeemijl van slechts drie landen. Te weten: de Verenigde Staten, Japan en Nieuw-Zeeland. Daarbij ligt de focus vaak op indrukwekkende onderzeese landschappen, zoals diepe kloven of oceaanruggen. Aanzienlijk minder aandacht is er tot op heden voor de veel uitgestrektere gebieden, zoals de abyssale vlaktes, die naar schatting maar liefst 40 procent van het aardoppervlak uitmaken. Dat alles leidt ertoe dat we onze kennis over de diepzeebodem als geheel niet alleen baseren op een extreem klein gebied, maar ook nog eens op een gebied dat verre van representatief is voor de diepzee als geheel, zo waarschuwen de onderzoekers.
Problematisch
Dat we nog maar zo’n klein – en weinig divers – stukje van de zeebodem visueel verkend hebben, is een groot probleem. Want in de diepzee gebeuren dingen die cruciaal zijn voor het leven op aarde. Zo speelt de diepzee een rol in de zuurstofproductie en het reguleren van ons klimaat. “Nu we geconfronteerd worden met versnelde bedreigingen voor de diepzee – van klimaatverandering tot potentiële mijnbouw – wordt de beperkte verkenning van zo’n uitgestrekt gebied een kritiek probleem, voor zowel de wetenschap als het beleid,” stelt onderzoeker Katy Croff Bell. “We hebben een veel beter begrip nodig van de ecosystemen en processen in de diepe oceaan om weloverwogen beslissingen te kunnen nemen over het beheer van grondstoffen en natuurbescherming.”
De onderzoekers roepen de wetenschappelijke gemeenschap dan ook op om de verkenning van de diepzee in een stroomversnelling te brengen. “Als we onze oceaan beter begrijpen, kunnen we de oceaan ook beter beschermen,” merkt Miller op.