Rode superreus met neutronenster in kern ontdekt

rode-superreus

Wetenschappers hebben het eerste Thorne-Zytkow-object gevonden. In 1975 voorspelden fysicus Kip Thorne en astronoom Anna Zytkow dit type object, maar lange tijd slaagden astronomen er niet in om een exemplaar te vinden. Daar is nu verandering in gekomen.

Thorne-Zytkow-objecten lijken van de buitenkant op rode superreuzen, zoals de bekende ster Betelgeuze, maar van binnen is er iets anders aan de hand. In de kern van de ster bevindt zich namelijk een neutronenster.

Betelgeuze

Betelgeuze is één van de meest bekende sterren. Deze rode superreus is duidelijk te herkennen in het sterrenbeeld Orion. De ster is 600 keer groter dan de zon en geeft 100.000 keer meer energie af. Betelgeuze is aan het eind van zijn leven, en kan ‘ieder moment’ een supernova worden. Ieder moment is op kosmische schaal heel relatief. Het kan ook nog tienduizenden jaren duren.

TZO’s ontstaan wanneer een rode superreus en een neutronenster dicht om elkaar draaien. Op een gegeven moment slikt de rode superreus de neutronenster in, waardoor de neutronenster richting het centrum van de superreus wordt gedreven. Wetenschappers vermoeden dat er in het Melkwegstelsel enkele tientallen TZO’s bestaan.

Publicatie
“Het is bijzonder om dit soort sterren te bestuderen, omdat het een nieuw model is hoe sterren werken”, vertelt projectleider Emily Levesque van de universiteit van Colorado. Het paper dat zij en haar collega Philip Massey van het Lowell observatorium schreven, is geaccepteerd voor publicatie in de Monthly Notices of the Royal Astronomical Society Letters.

Zware elementen
Astronomen ontdekten het eerste Thorne-Zytkow-object met de 6,5 meter Magellan Clay-telescoop op Las Campanas in Chili. De wetenschappers keken naar het spectrum van de ster en zagen grote hoeveelheden rubidium, lithium en molybdeen. Deze elementen ontstaan via bijzondere kernreacties in TZO’s. Toch blijkt uit theoretische modellen dat Thorne-Zytkow-objecten nog meer rubidium, lithium en molybdeen moeten bevatten dan het eerst object heeft. “Natuurlijk bestaat er een kans dat we het fout hebben”, vertelt Massey. “Er zijn kleine verschillen tussen de theoretische modellen en het eerste Thorne-Zytkow-object dat we hebben gevonden. Wel is het zo dat de theoretische voorspellingen vrij oud zijn en dat er ondertussen al veel aan verbeterd is. Dankzij onze ontdekking kunnen we de theoretische kant nog verder finetunen.”

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd