De agaveplanten zijn voorafgaand aan de aankomst van Columbus door verschillende vroege culturen gedomesticeerd en sindsdien geen spat veranderd. En dat is heel bijzonder
De kans is groot dat er deze week iets op je bord ligt dat heel lang geleden – voor Columbus überhaupt van het bestaan van Amerika afwist – gedomesticeerd is door inheemse bevolkingsgroepen in Amerika. Denk aan aardappelen. Of pinda’s of maïs. Of tomaten. Inmiddels zijn we wereldwijd heel vertrouwd met deze producten. Maar wat weinig mensen zich realiseren, is dat vrijwel al deze gewassen vandaag de dag heel anders zijn dan de gewassen die de inheemse bevolking van Amerika – pre-contact – verbouwde. Europese kolonisten en hun nakomelingen zijn ze namelijk gaan telen en hebben de planten al telend enorm aangepast.
Agaveplanten
Het maakt de ontdekking die onderzoekers nu in Arizona hebben gedaan wel heel bijzonder. In dit deel van de hedendaagse Verenigde Staten zijn wetenschappers namelijk op onveranderde agaveplanten gestuit die door verschillende vroege culturen – waaronder de zogenoemde Hohokam-mensen – zijn gedomesticeerd. De onderzoekers troffen de agaveplanten aan in de Amerikaanse staat Arizona. De planten bevinden zich nog altijd op de akkertjes waar deze inheemse culturen het gewas ooit in groten getale moeten hebben verbouwd. Veel agaveplanten zijn er vandaag de dag op die akkertjes – die temidden van het moderne Amerikaanse landschap liggen – niet meer te vinden; slechts enkele nazaten van de agavaplanten die hier ooit verbouwd werden, hebben hier door de eeuwen heen stand weten te houden, zo is in het blad Annals of Botany te lezen. “Deze planten zijn de directe afstammelingen van planten die de Hohokam (een grote inheemse Amerikaanse bevolkingsgroep die tussen 300 en 1500 na Christus in de hedendaagse VS leefde, red.) en andere culturen eeuwen geleden domesticeerden of teelden,” vertelt onderzoeker Wendy Hodgson. “Ze hebben allemaal kenmerken die er sterk op wijzen dat ze gedomesticeerd zijn (zo maken ze bijvoorbeeld geen zaad aan, is er weinig onderlinge variatie en hebben ze positieve eigenschappen, zoals gemakkelijk te snijden en heel smakelijke bladeren). En de meeste agaveplanten bevinden zich bovendien op akkers en in de nabijheid van gereedschappen die stammen uit de pre-contact-tijd. Dat deze planten nog steeds terug te vinden zijn in hun bioculturele landschap – in akkers waar we nog steeds bewijs vinden van gebruikte landbouwstrategieën, zoals opgestapelde stenen en terrassen (afgevlakte stukken grond in een heuvelachtige gecultiveerd gebied, red.) en dat de planten zelf niet of nauwelijks anders zijn dan de planten die de Hohokam en andere pre-contact culturen verbouwden, is geweldig.”
Implicaties
De herontdekking van deze agaveplanten – het gaat in totaal om zo’n vijf soorten – is om meerdere redenen belangrijk. Zo bieden de planten onderzoekers allereerst de unieke kans om onderzoek te doen naar plantensoorten die sinds ze in de prehistorie gedomesticeerd zijn eigenlijk nauwelijks veranderd zijn. Daarnaast kan de ontdekking ons ook meer inzicht geven in hoe de verschillende inheemse volken landbouw bedreven, legt Hodgson uit. “Deze planten die nauwelijks veranderd zijn en zich nog steeds op pre-contact akkers te bevinden, kunnen onderzoekers meer vertellen over hoe de verschillende culturen de middelen en omgeving die ze tot hun beschikking hadden, gebruikten. Zo hadden de Hohokam, die de lager gelegen woestijn en brede bajada’s (puinwaaiers langs de berghellingen, red.) tot hun beschikking hadden, te maken met hogere temperaturen en minder regenval, waardoor ze hun agaveplanten (behorende tot de soort Agave phillipsiana) waarschijnlijk anders verbouwden dan de Pueblocultuur die op grotere hoogte, met lagere temperaturen, meer regenval, andere grond en ander landschap (onder meer smalle valleien) te maken had.” Het resulteerde in verschillende soorten agaveplanten die de culturen onderling weer verhandelden. “En ons onderzoek kan helpen om die oude handelsroutes tussen de verschillende culturen in kaart te brengen.”
Voor nu en de toekomst
Ten slotte heeft het onderzoek mogelijk ook nog implicaties voor de tijd waarin wij leven. Wetenschappers krijgen namelijk steeds meer interesse in oude, vergeten plantensoorten. En dat is niet voor niets; sommige daarvan hebben namelijk eigenschappen die ze in deze tijd – waarin het klimaat ingrijpend verandert en de biodiversiteit in toenemende mate onder druk staat – weer heel aantrekkelijk maken. En dat geldt ook voor sommige van deze agaveplanten, die onder warme en soms kurkdroge omstandigheden werden verbouwd. Mogelijk zijn ze op zichzelf interessante gewassen of kan hun DNA meer inzicht bieden in hoe we gerelateerde gewassen weerbaarder kunnen maken tegen de met klimaatverandering samenhangende hitte en droogte.
“Afgaand op de omvang van de gebieden waarin vroege boeren verschillende soorten agaves verbouwden, is wel duidelijk dat deze agaves (en zonder twijfel ook andere tegen droogte bestendige planten die tezamen met deze agaves verbouwd werden) een belangrijke rol speelden in de cultuur van de Hohokam en andere volkeren. Agaves waren en zijn multifunctionele planten, die voor veel doeleinden gebruikt kunnen worden: om voedsel of dranken van te maken, maar ook als biobrandstof en als medicijn. Of we ze nu als gewas gaan verbouwen of met behulp van hun genetisch materiaal andere gewassen gaan aanpassen: vaststaat dat deze en andere agaves in de toekomst een belangrijke rol kunnen gaan spelen. Maar het is dan natuurlijk wel belangrijk dat we deze planten niet kwijtraken en dat conservatie-instituten en botanische tuinen over kiemen ervan beschikken voor onderzoek en als backup voor de populatie in het veld.”
Genoeg reden dus om zuinig te zijn op wat de onderzoekers hebben ontdekt. Voor de toekomst. Maar ook voor een beter begrip van het verleden. Meer onderzoek moet uitwijzen wat de agaveplanten en hun vindplaatsen ons over de geschiedenis van Arizona en de mensen die hier lang geleden leefden, kunnen vertellen. Maar één ding durft Hodgson wat dat betreft op basis van wat ze heeft gezien al wel te concluderen. “Al deze culturen waren vindingrijk en herbergden heel kundige boeren en plantentelers die onder uitdagende omstandigheden belangrijke gewassen selecteerden en lieten groeien.”