Sommige mensen zweren erbij: praten of zingen tegen je planten om ze beter te laten groeien. Er is echter weinig wetenschappelijk bewijs dat lieve woordjes of een passionele powerballad planten gezonder maakt. Wél is aangetoond dat mechanische stimulatie – zoals aanraking, wind of regen – een gunstige uitwerking kan hebben op gewassen.
Een nieuwe studie laat zelfs zien dat de gekozen bewateringsmethode een boost kan geven aan tomatenplanten. Onderzoekers van de Universiteit van Wuhan hebben namelijk ontdekt dat de grootte van de waterdruppels die op de bladeren vallen, een belangrijke rol speelt bij het groeiproces van de plant en de weerstand tegen plagen en ziekten.
Klimaatverandering
Klimaatverandering vormt een steeds grotere bedreiging voor de voedselproductie. Hogere temperaturen, onvoorspelbare regenval, meer insectenplagen en ziektekiemen tasten de gezondheid van planten aan, en dat leidt weer tot lagere opbrengsten voor boeren. De druk neemt dan ook toe om nieuwe manieren te vinden om deze negatieve effecten in te dammen, zonder dat we een extra dosis chemische bestrijdingsmiddelen over de gewassen heen hoeven te spuiten.
Hoofdonderzoeker Man-Qun Wang en zijn collega’s doken daarom het lab in om uit te zoeken wat voor invloed het mechanisch stimuleren van tomatenplanten met verschillende soorten waterdruppels nu precies heeft. Is er een mogelijkheid om ze via nieuwe bewateringsmethoden beter te beschermen tegen insecten en schimmelinfecties?
De onderzoekers besproeiden de tomatenplanten twee keer per dag met water en vergeleken de effecten van kleine druppels (ongeveer 200 micrometer, vergelijkbaar met de grootte van een pixel op een computerscherm) en grote druppels (ongeveer 1000 micrometer, vergelijkbaar met de kop van een speld) met planten die helemaal geen waterdruppels van bovenaf kregen. Iedere groep kreeg evenveel water toegediend via de wortels. Het team zorgde ervoor dat de grote en kleine waterdruppels die op de plant vielen, de wortels niet bereikten met behulp van een afdekscherm vlak boven de aarde waarin de tomatenplanten stonden.
Wat bleek?
Tomatenplanten die besproeid waren met grote waterdruppels bleken korter en compacter dan de andere planten. Er was echter nauwelijks verschil tussen de planten die kleine druppels te verwerken kregen en de planten die niet werden besproeid. Ook de opbrengst en kwaliteit van het fruit waren in alle groepen vrijwel gelijk.
Uit een stofwisselingsanalyse bleek bovendien dat bij de tomatenplanten die besproeid waren met grote druppels hormonen die betrokken zijn bij de verdediging van planten in een andere samenstelling aanwezig waren. Hierdoor bleek het gewas beter bestand tegen vraat door motlarven en infectie door schimmels zoals grijsrot. De concentraties van chlorogeenzuur in de bladeren was ook hoger. Chlorogeenzuur is een stof die de afweer van de plant versterkt. Ze stootten tenslotte minder vluchtige organische stoffen uit vergeleken met de planten die geen waterdruppels kregen, waardoor ze minder aantrekkelijk waren voor motten die eieren leggen. Dit leidde tot 74 procent minder eitjes op de bladeren.
Toekomst van watertechnologie in de landbouw
Deze bevindingen laten zien dat nieuwe methodes van waterbesproeiing en druppelvorming de oogst aanzienlijk kunnen verbeteren. De wetenschappers pleiten dan ook voor vervolgonderzoek om deze processen en hieruit voortvloeiende landbouwtechnologieën verder uit te werken. Met meer aandacht voor het optimaliseren van bewateringsmethoden kan de gifkraan een standje lager, en wordt de landbouw groener en efficiënter. Dit is niet alleen positief voor de gezondheid van gewassen, maar ook goed nieuws voor de natuur, het geeft een boost aan de wereldwijde voedselproductie en de bankrekening van de boer.