Hoewel het altaar zich in het centrum van een Maya-stad bevindt, is het volgens archeologen niet door Maya’s, maar door immigranten, gemaakt. En dat zegt een hoop.
Archeologen ontdekten het altaar in het hart van het hedendaagse Guatemala, in de 2400 jaar oude Maya-stad Tikal. Het altaar is zo’n 1700 jaar oud en rijkversierd, onder meer met afbeeldingen van een persoon die een gevederd hoofddeksel draagt. Als je er als leek een snelle blik op zou werpen, zou je afgaand op de locatie misschien concluderen dat het altaar het werk is van een oude Maya. Maar – en nu wordt het echt interessant – dat klopt niet, zo betogen onderzoekers in het blad Antiquity. Alles wijst er namelijk op dat dit altaar – dat op een steenworp afstand van het centrum van Tikal pronkte – het werk is van een kunstenaar uit het 1000 kilometer verderop gelegen Teotihuacan.
Van handelspartner naar vijand
Dat er contacten waren tussen Tikal en het eveneens machtige Teotihuacan is al veel langer bekend. In eerste instantie moeten de bewoners van Teotihuacan niet zo’n interesse gehad hebben in Tikal, dat generaties lang slechts een klein en weinig invloedrijk stadje was. Maar toen de stad rond het jaar 100 machtiger en invloedrijker werd, veranderde dat en lijkt Tikal de aandacht van het veel machtigere Teotihuacan te hebben getrokken. Het zou in beginsel geresulteerd hebben in een vrij vriendelijke handelsrelatie tussen de twee machtige steden. Maar dat veranderde gaandeweg, zo ontdekten archeologen jaren geleden al. Teksten wezen toen uit dat Teotihuacan in het jaar 378 een heuse staatsgreep pleegde: de koning van Tikal werd afgezet en vervangen door een koning die naar de pijpen van de leiders van Teotihuacan danste.
Replica
Die staatsgreep kwam natuurlijk niet uit de lucht vallen. Archeologen vermoeden dat Tikal voorafgaand aan de staatsgreep al door mensen uit Teotihuacan bezet of in ieder geval nauwlettend in de gaten werd gehouden. Het ontdekte altaar – dat stamt uit de in nevelen gehulde periode kort voor de staatsgreep – lijkt dat te onderschrijven. “Wat het altaar bevestigt, is dat rijke leiders van Teotihuacan naar Tikal kwamen en replica’s lieten bouwen van rituele gebouwen die in hun eigen thuisstad stonden,” vertelt onderzoeker Stephen Houston.
Schilderwerk
Dat het altaar niet het werk is van een Maya-kunstenaar leiden de onderzoekers onder meer af uit het schilderwerk. De schilderingen doen qua stijl denken aan schilderingen die eerder in Teotihuacan zijn teruggevonden. Ook de afwezigheid van iconen die Maya’s veelvuldig gebruikten, hint erop dat het altaar niet door een Maya is gemaakt.
Kind
Verder zijn in het altaar ook de resten van een kind teruggevonden. Het kind werd in zittende positie begraven; iets wat de Maya’s zelden deden, maar in Teotihuacan heel gewoon was. Daarnaast werden ook de resten van een volwassene ontdekt die begraven was met een speerpunt, gemaakt van groen obsidiaan. Het ontwerp van die speerpunt is kenmerkend voor Teotihuacan, zo stellen de archeologen. En met dat alles in gedachten is er volgens hen geen twijfel mogelijk: dit altaar is het werk van mensen uit Teotihuacan.
Complexe gevoelens
Het altaar onthult niet alleen de groeiende invloed van Teotihuacan in Tikal, maar lijkt ook een inkijkje te geven in hoe de Maya’s dat ervoeren. De onderzoekers wijzen er wat dat betreft op dat het altaar – en het omringende gebied – later begraven is. “De Maya’s begroeven gebouwen regelmatig om er vervolgens weer nieuwe bovenop te bouwen,” vertelt onderzoeker Andrew Scherer. “Maar hier begroeven ze het altaar en omringende gebouwen en lieten het vervolgens zo (…) ze gingen ermee om alsof het een soort gedenkplaats was of zelfs (zoals wij omgaan met, red.) een radioactieve zone. Dat zegt waarschijnlijk iets over de complexe gevoelens die ze hadden ten opzichte van Teotihuacan.”
Herhaling van zetten
En zo ontrafelen onderzoekers stapje voor stapje de complexe relatie tussen Teotihuacan en Tikal en de impact die deze had op de mensen die in deze steden woonden. Wat de wetenschappers daarbij opvalt, is dat de geschiedenis toch vooral een herhaling van zetten lijkt te zijn, waarbij machtigen iets zien wat ze willen hebben en het grijpen. “Iedereen weet wat er gebeurde met de Azteken toen de Spanjaarden arriveerden,” merkt Houston op. En het onderzoek onthult nu dat de Spanjaarden zeker geen patent hadden op die aanpak en zelfs niet de eersten waren die deze in Zuid-Amerika toepasten. “Deze grootmacht van centraal Mexico (Teotihuacan, red.) drong de Maya-wereld binnen, omdat deze de Maya-wereld zag als een plek van uitzonderlijke rijkdom (…) In de ogen van Teotihuacan was dit het land van melk en honing.”
Het mondde uiteindelijk uit in een staatsgreep die – zo onthult dit nieuwe onderzoek ook – een flinke weerslag heeft gehad op Tikal. Maar uiteindelijk kwam de stad er sterker uit; Tikal werd in de eeuwen erna steeds machtiger. Tot deze – net als de rest van het Maya-rijk – rond het jaar 900 definitief in verval raakte.