De Bijbelse plagen die volgens het Oude Testament Egypte hebben geteisterd, zijn geen verzinsel. Dat beweren wetenschappers. De plagen zouden echter niet door de hand van God, maar door klimaatverandering en een vulkanische uitbarsting tot stand zijn gekomen.
Onderzoekers denken het bewijs te hebben gevonden dat de natuurrampen die in de Bijbel beschreven staan ook echt gebeurd zijn. De tien plagen van Egypte werden volgens de Bijbel op het land losgelaten, omdat de farao de Israëlieten als slaven gebruikte en ze ook na dringende verzoeken van God niet wilde vrijlaten. De plagen zouden in de oude stad Pi-Ramses, aan de Nijldelta hebben plaatsgevonden. Dit was de hoofdstad van Egypte onder farao Ramses II. Hij regeerde van 1297 tot 1213 voor Christus.
Kettingreactie
Volgens de onderzoekers zijn de plagen echter niet aan God, maar aan een kettingreactie ten gevolge van klimaatveranderingen toe te schrijven. Zo’n 3000 jaar geleden werd Pi-Ramses plotseling door alle inwoners verlaten. Dat zou met de plagen te maken kunnen hebben. Klimatologen hebben het gebied bestudeerd en concluderen dat er aan het eind van het bestuur van Ramses II een plotselinge klimaatverandering optrad.
Die conclusie is gebaseerd op onderzoek naar stalagmieten. Deze gesteenten in Egyptische grotten bevatten radioactieve elementen waaruit af te leiden valt welk weerpatroon er in Egypte heerste. Enkele millennia geleden veranderde dat patroon drastisch.
Droogte
Pi-Ramses zou eerst een vochtig en warm klimaat hebben gehad, maar zo’n 3000 jaar geleden plotseling met droger weer te maken hebben gekregen. “Farao Ramses II regeerde tijdens een heel gunstige periode,” legt onderzoeker Augusto Magini uit. “Er viel veel regen en zijn land bloeide. Maar deze natte periode duurde maar een paar decennia. (…) Er kwam een droge periode en die had serieuze consequenties.”
Eerste plaag
Eén van die consequenties zou het opdrogen van de Nijl zijn geweest. Dit wordt in de Bijbel als de eerste straf van God genoemd. De Nijl zou veranderd zijn in een modderstroom. In de Bijbel wordt zelfs gesproken van rivierwater dat in bloed veranderde. Volgens onderzoekers kan die beschrijving wel eens te maken hebben met giftige algen die door het langzaam stromende water in het Nijlwater terecht kwamen. Zodra deze algen sterven, kleurt het water rood.
Tweede, derde en vierde straf
Ook de tweede, derde en vierde plaag zou met de klimaatverandering te maken hebben gehad. Het land werd volgens de Bijbel achtereenvolgens geteisterd door kikkers, luizen en vliegen. Doordat er giftige algen in het Nijlwater zaten, moesten de kikkers het water verlaten. Door de stress van zo’n verhuizing, veranderden de kikkervisjes razendsnel in volwassen exemplaren. De kikkers stierven al snel op het droge land, waardoor insecten als muggen en vliegen niets meer te vrezen hadden en zich rap vermenigvuldigden.
Vijf en zes
Dat leidt vervolgens tot de vijfde en zesde plaag: ziek vee en bulten. De insecten zouden ziektes als malaria hebben meegebracht waardoor epidemieën hoogtij vierden.
Zeven, acht en negen
De zevende, achtste en negende plaag (respectievelijk hagel, sprinkhanen en duisternis) worden volgens de wetenschappers verklaard door een natuurramp die een eind verderop gebeurde. Daar barstte de vulkaan Thera uit en werden miljarden tonnen vulkanisch as in de atmosfeer gebracht. Gevolg: het as komt boven Egypte in botsing met onweersbuien en de hagel komt met bakken uit de hemel. Door de as valt er meer regen en is de luchtvochtigheid hoog: een ideaal klimaat voor sprinkhanen. Zij vermenigvuldigen zich snel en teisteren vervolgens Egypte. Ondertussen voorkwam as dat zonlicht het aardoppervlak bereikte en werd het donker.
En tien
De laatste plaag: alle eerstgeborenen in Egypte sterven, zou verklaard kunnen worden door een schimmel in het graan. De oudste in het gezin mocht altijd als eerste van het graan eten en zou zo als enige het slachtoffer zijn geworden.
Robert Miller, professor aan de katholieke universiteit van Amerika ziet niets in de verklaringen van de wetenschappers. “Ik ben terughoudend in het verzinnen van natuurlijke oorzaken van alle rampen.” Volgens hem zorgen de verklaringen ervoor dat de plagen van God hun doel verliezen. “Het punt was dat je Egypte niet kon verlaten door natuurrampen, maar wel door de hand van God.”