Of je ruimtefoto’s hebt die je wilt delen met Scientias.nl, zo tref je onderaan sommige van onze artikelen… Dat hebben we geweten! Hieronder een interview met astrofotograaf en hobbyist Rob Slabbekoorn, die zijn prachtige opname van de Tadpole nevel instuurde.
-“Zelf ben ik in 2021 begonnen met astrofotografie. Vorig jaar was het in Nederland erg mager voor wat betreft heldere nachten. Maar er was er één bij die bijgaande opname als resultaat heeft en die ik daarom graag met jullie wil delen.”
-Wow!
-“Bedankt. Leuk om te doen!“
-Zijn de heldere nachten echt zo schaars?
-“…Er is een schaalindeling om de lichtvervuiling aan te geven. De zogenaamde Bortle schaal; deze loopt van 1 t/m 9 waarbij 1 geen lichtvervuiling is en 9 het maximale. Ik woon in een gebied met Bortle 8. Deze opname dateert van 2 november 2024, vanaf mijn dakterras in Nederland, regio Rijnmond. Het zicht was voor Nederlandse begrippen briljant en de temperatuur was 4 graden Celsius.”
“Naast lichtvervuiling zorgt bewolking er natuurlijk ook voor dat een opname van mindere kwaliteit is of zelfs onbruikbaar. Ook komen er met de jaren steeds vaker satellieten op beeld, met name Starlink satellieten. Deze zijn een doorn in het oog, dat is namelijk gewoon een rijtje satellieten achter elkaar vlak na de lancering. Maar voor satellieten is moderne software een oplossing: afbeeldingen met strepen (door satellieten die voorbij kwamen) worden automatisch uitgefilterd tijdens het stacken. Opnames met wolken zul je zelf moeten beoordelen. Ik heb nog geen software gevonden die ook opnames met bewolking automatisch kan filteren tijdens het stacken.”
“Het voordeel van vele korte opnames bij het voorbijkomen van wolken en / of satellieten is dat je nooit heel veel verliest. Drie opnames van 180 seconden is niet veel. Maar stel dat je één hele lange opname hebt gemaakt in een nacht en er zijn wolken of satellieten voorbij gekomen, dan is je gehele nachtopname waardeloos en dus voor niets geweest. Dus veel opnames maken is om deze redenen erg belangrijk en gelukkig blijft de mens een belangrijke factor in het geheel.”
Apparatuur
-Kun je ons iets vertellen over jouw telescoop?
-“In de basis kunnen er verschillende soorten telescopen zijn, zoals een refractor of een reflector. Een refractor telescoop heeft alleen lenzen, zijn dunner en mobieler. Een reflector telescoop heeft een spiegel, is langer en zwaarder maar biedt een langere brandpuntsafstand.”
“Ik heb een lenzentelescoop met een brandpuntsafstand van 700 mm en een opening van 103 mm. De opening zegt iets over de lichtopbrengst; hoe groter de opening des te meer licht je vangt. En de brandpuntsafstand zegt iets over de vergroting en de snelheid waarmee licht opgevangen wordt (met snelheid bedoelen we in de astronomie hoeveel licht er in een bepaalde tijd wordt opgevangen). De snelheid wordt aangeduid met een factor; F. Mijn telescoop is een F7. Om een indruk te geven: F2 is erg snel en F7 is wat langzaam. F7 is in de Randstad niet zo handig omdat je in de spaarzame heldere nachten zoveel mogelijk licht wilt vangen. Maar dat kan je met een trucje verhelpen. Ik bezit namelijk een zogenaamde reducer. Deze verkleint het beeld ietsje (0,8 in mijn geval). De snelheid neemt daarbij een factor 0,8 toe, wat in mijn geval inhoudt dat ik met deze reducer mijn telescoop een F5.6 maak (= 7 x 0,8). Dus met minder opnametijd vang ik meer licht.”
-Hoe richt je jouw telescoop?
“Wat ik naast de telescoop gebruik is een zogenaamde ‘montering’ (het statief zeg maar). Dit is een ‘Goto montering’ wat inhoudt dat ik deze computergestuurd kan laten zoeken naar het object dat ik wil fotograferen. De ‘computer’ die ik gebruik is een op Raspberry Pi gebaseerd kastje met speciale software die dit prima voor mij kan doen. Maar dit kastje doet veel meer. Om sterrenstrepen tegen te gaan moet je er voor zorgen dat jouw telescoop tegengesteld draait aan de draaiing van de aarde, zodat de sterren ten opzichte van de telescoop stil lijken te staan; dat is wat je wilt. Om dat te doen moet de montering ook uitgelijnd worden, omdat ook de richting waarin ze draait precies goed moet zijn.”
“Het uitlijnen ervan doe ik bijvoorbeeld aan de hand van de Poolster; de software helpt mij daarbij. Eenmaal uitgelijnd kiest de software één ster om te volgen. Hiervoor heb ik op mijn telescoop nog een mini telescoop gemonteerd; deze zorgt dus dat de ster gevolgd kan worden, ‘guiding’ genoemd.”
-Dan is het een kwestie van klik met een camera, klaar?
“De camera kan een spiegelreflex camera zijn, maar je kunt ook een astrocamera gebruiken. Deze heeft een zeer gevoelige sensor en zoals de benaming al verraadt is deze speciaal geschikt voor astrofotografie. Ik gebruik zelf nu al een aantal jaren een astrocamera maar ben destijds begonnen met een spiegelreflexcamera. Een astrocamera maakt toch net even wat betere opnames dan een spiegelreflex, alhoewel ik soms iets voorbij zie komen waarbij je het verschil nauwelijks nog kan zien. Meestal is de spiegelreflexcamera dan aangepast (dat kan je laten doen of zelf doen; eenmaal gedaan kan je de camera niet meer voor normale fotografie gebruiken omdat de kleuren dan niet meer kloppen voor daglichtopnamen). Ik gebruik een kleuren astrocamera. Dat heeft als voordeel dat zowel de opnames als het bewerken minder tijd kost, maar het ‘nadeel’ is dat de foto’s altijd iets minder scherp zijn dan bij gebruik van een monocamera. Echter, voor een monocamera heb je weer kleurenfilters nodig die later gecombineerd moeten worden (Rood, Groen en Blauw; RGB) om een kleurenopname te krijgen.”
“Om de lichtvervuiling tegen te gaan gebruik ik ook filters. Ik heb er twee. Eén voor nevels en nog een andere voor sterrenstelsels. Hiermee ondervang ik al het grootste deel van de lichtvervuiling. Het laatste beetje corrigeer ik softwarematig.”
Opnameproces
-Hoe lang duurt zo’n opname?
“Voor deze foto in totaal 7,5 uur opnametijd. Maar dat hangt af van verschillende factoren. Om het kort en eenvoudig te houden eerst even de melding dat je niet één hele lange opname maakt (wat veel mensen denken), maar vele kortere opnames. In het geval van deze afbeelding heb ik 150 opnames van 180 seconden gemaakt. Daarnaast zijn er nog kalibratieopnamen nodig; die corrigeren effecten die in de sensor van de camera verschijnen door bijvoorbeeld hittevorming of stofdeeltjes op je lens. Afhankelijk van welke camera je hebt en hoe schoon de telescooplens is, zijn deze kalibratieopnamen een must. Er zijn zogenaamde ‘Darks’, ‘Flats’, ‘Biases’ en soms ook ‘Darkflats’. Het gaat hier nu te ver om ze allemaal toe te lichten, maar in mijn geval heb ik 30 ‘Darks’ gebruikt; deze zorgen er voor dat in de uiteindelijke opname, alles wat niet met het gefotografeerde object te maken, heeft wordt geëlimineerd.”
-En de nabewerking?
“De vele opnames (in dit geval dus 150) moeten gecombineerd worden, stapelen noemen we dat of in het Engels stacken. Er is veel software (gratis ook) waarmee je foto’s kunt stacken. De één doet dat beter dan de ander. De laatste tijd gebruik ik het gratis programma Siril. Deze corrigeert tijdens het stacken gelijk wat esthetische oneffenheden en wat mij betreft laat deze software de meeste details zien na je bewerkingen.”
“Na het stacken heb je een nagenoeg donkergroene opname. Alle data die je wilt zien zit wel in deze opname maar je moet eerst de juiste kleurbalans vinden. Dat kan handmatig maar ook softwarematig. Vervolgens ga je de gestackte opname stretchen. Dat doe je herhaaldelijk totdat je het beeld dat je wilt tonen langzaam ziet verschijnen. Voor het vervolg gebruik ik het fotobewerkingsprogramma Affinity. Photoshop kan ook prima. Wil je gratis werken, dan is Gimp een prima optie.”
“Na vele softwarematige bewerkingen (te veel om hier allemaal te noemen) heb je uiteindelijk een opname waarmee je hopelijk tevreden bent.”
“Deze hobby bestaat dus uit twee delen; 1) het maken van de opnames en 2) het bewerken daarvan. En wat je in ieder geval nodig hebt, is geduld, geduld en nog eens geduld. Oh ja, het bewerken is echt een lange leercurve. Zoals aangegeven ben ik in 2021 begonnen maar pas in 2024 had ik echt door hoe je de mooiste afbeeldingen kunt maken met voor mij de meest prettige software om mee te werken.”
-Enorm bedankt voor het delen van jouw astronomiefoto, alles wat je ons over het proces van het maken van zo’n foto kon melden en het enthousiasme waarmee je dat doet! Mag ik nog enkele andere astrofoto’s van jouw hand plaatsen?
“Ik vind het zeker leuk wanneer jullie iets plaatsen en daarvoor mijn foto’s gebruiken!”
Aanschouw alle de door Rob Slabbekoorn gedeelde astrofoto’s door hier te klikken en zijn Telescopius-pagina te bekijken.