Bestaat donkere energie?

Ons universum wordt iedere seconde groter en groter. In 1998 ontdekten astronomen dat het heelal niet steeds langzamer uitdijt, maar juist sneller. Wetenschappers weten niet hoe dit komt, maar vermoeden dat ‘donkere energie’ de veroorzaker is.

Dit fenomeen is het tegenovergestelde van zwaartekracht en heeft dus juist een ‘afstotend’ effect. Donkere energie zou dus wel degelijk bestaan.

Stel, er zou geen donkere energie zijn, dan zou de uitdijing van het heelal bepaald worden door het gewicht van alle planeten, sterren en sterrenstelsels in ons universum. Wanneer er zich veel massa in het heelal bevindt, dan wint zwaartekracht het van de uitdijing en gaat het heelal dus krimpen (‘Big Crunch’). Uit metingen blijkt dat de hoeveelheid massa min of meer in balans is met de uitdijing. Zou er geen donkere energie zijn, dan zou ons heelal steeds langzamer uitdijen en uiteindelijk zelfs stoppen.

De kans is 99,996% dat donkere energie bestaat, zo blijkt uit recent onderzoek. In totaal bestaat 73% van de dichtheid van het heelal uit donkere energie. Toch is donkere energie niet te detecteren. Dit komt doordat donkere energie zich gedraagt alsof het negatieve zwaartekracht uitoefent. Indirect zijn de effecten wel meetbaar.

En daarmee blijft donkere energie een hoofdpijndossier. “Binnen de natuurkunde en deeltjesfysica willen we alles begrijpen. Daarvoor ga je elke ochtend weer naar je werk. Tegelijkertijd weten we nu van 75 procent van de massa in het universum niet wat het is. En dat voelt heel ongemakkelijk”, vertelde fysicus Ivo van Vulpen in een interview met Scientias.nl. Of natuurkundigen al snel van dit ongemakkelijke gevoel bevrijd worden, is koffiedik kijken. Maar Van Vulpen blijft optimistisch. “We kunnen donkere materie elk moment detecteren. Zo heeft het experiment met de xenon [wetenschappers stoppen vat xenon diep onder een berg en hopen dat donkere materie-deeltjes op de atoomkernen van pure xenon botsen, red.] onlangs weer een nieuwe dataset opgeleverd. En misschien zit daar wel iets bij.” Mocht dat zo zijn, dan wordt er ongetwijfeld tegelijkertijd weer een nieuwe hoofdpijndossier geopend.

Bronmateriaal

Archief Scientias.nl

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd