Draaide je vader de thermostaat vroeger lekker richting de 23 graden in de winter? Mogelijk houd je er dan zelf ook van om flink te stoken. Volgens nieuw onderzoek kan je huidige energierekening mede bepaald zijn door je opvoeding.
We hebben in Europa net een flinke energiecrisis gehad, waardoor Nederlanders substantieel minder gas en elektriciteit zijn gaan verbruiken, maar in de VS is dat niet zo. De gemiddelde Amerikaan zet zijn thermostaat ongeveer op dezelfde stand als altijd. En daarbij volgt hij dus grotendeels het voorbeeld van zijn ouders.
Koukleumen
“Vooral mensen die zijn opgegroeid in warmere huizen, hebben de neiging om de thermostaat ook in hun huidige woning hoger te zetten. Het wijst erop dat hoe hard er vroeger gestookt werd, een blijvende invloed heeft op je voorkeur voor een bepaalde kamertemperatuur”, stellen onderzoekers Dritjon Gruda van de Ierse Maynooth University en Paul Hanges van de University of Maryland in de VS.
Enorme verspilling
Het energieverbruik van Amerikaanse huishoudens bedraagt op dit moment ruim 20 procent van het totale verbruik in de VS en ruim de helft daarvan gaat naar de verwarming en koeling van huizen. Veel Amerikanen laten de verwarming of airco ook gewoon aan staan als ze er niet zijn. Volgens sommige onderzoeken draait slechts 42 procent van de huiseigenaren de thermostaat omlaag om energie te besparen. Het is niet alleen verspillend en slecht voor het milieu, maar het kost ook veel geld. Het is echter heel lastig om zulke gewoontes te doorbreken, omdat ze al in de kindertijd zijn ontstaan.
De onderzoekers hopen dan ook dat hun onderzoek bijdraagt aan het veranderen van die routines. “Begrijpen wat consumenten motiveert bij hun keuzes om te verwarmen of te koelen is een belangrijke stap om uiteindelijk de verbranding van fossiele brandstoffen te verminderen”, schrijven Gruda en Hanges.
Verbondenheid met de buurt
Samen vroegen de twee onderzoekers ruim 2100 Amerikanen naar de gemiddelde temperatuur in huis in de winter, nu en vroeger toen ze klein waren. Ook moesten ze beoordelen hoe verbonden ze zich voelden met hun buurt. Wat bleek: wie nu in een koud gebied woont en is opgegroeid in een woning waar het altijd ruim 26 graden Celsius was, wil zijn huis ook als volwassene warmer houden dan mensen die zijn groot geworden in een kouder huis waar het gemiddeld iets meer dan 21 graden was. Opleidingsniveau of inkomen maakte daarbij niet uit.
De onderzoekers geven toe dat gewoontes uit je kindertijd ‘diepgeworteld zijn en daarom moeilijk te veranderen’, maar het kan natuurlijk wel. Wat daarbij ook meespeelt is de verbondenheid met je omgeving. Mensen die naar een kouder gebied verhuisden, zoals New York, en die een sterke band ervoeren met de lokale gemeenschap waren eerder geneigd om de thermostaat een graadje lager te zetten dan degenen die zich minder verbonden voelden.
Airco aan in Florida
Andersom gold ook voor warmere gebieden, zoals Florida, dat de mate van verbondenheid met de gemeenschap ervoor kon zorgen dat mensen hun oude gewoontes doorbraken en de airco minder hard zetten. “Mensen die meer gemeenschapsgevoel ervoeren, rapporteerden hogere kamertemperaturen, waarschijnlijk doordat ze de airco minder gebruikten”, aldus de psychologen.
Kanttekeningen
Mensen in je omgeving hebben dus invloed op je energieverbruik concluderen de onderzoekers, al noemen ze ook enkele kanttekeningen. Zo zijn hun bevindingen gebaseerd op zelfrapportage, wat niet garandeert dat deelnemers eerlijk zijn over hoe warm het vroeger bij hen thuis was en hoe warm het nu is. Ook kan de werkelijke temperatuur in huis afwijken van wat de thermostaat aangeeft, zeker in oudere, slecht geïsoleerde woningen.
Toekomstig onderzoek moet dit soort tekortkomingen oplossen en meer ingaan op verklaringen voor meer of minder energieverbruik. “Zonder begrip van de onderliggende psychologische mechanismen en drijfveren van gedrag kunnen we niet verklaren waarom rationele consumenten niet streven naar de optimalisatie van hun energieverbruik.”
