Bang voor ziektes? Dit is waarom hypochonders ook echt eerder overlijden

We zijn allemaal weleens bang dat we een ernstige ziekte krijgen, maar bij hypochonders zit die angst zo diep dat het hun functioneren belemmert. Je zou denken dat zij dan juist langer leven, doordat ze zo waakzaam zijn, maar het tegenovergestelde blijkt waar.

Mensen die zich erg veel zorgen maken om hun gezondheid overlijden namelijk eerder dan wie minder bezorgd is, zo blijkt uit een recente Zweedse studie.

Ziekteangst
Hypochonder is eigenlijk een term die niet meer gebruikt wordt. Hulpverleners spreken liever van een ziekteangststoornis. Deze psychische aandoening wordt gekenmerkt door extreme zorgen over de eigen gezondheid. Meestal zijn mensen er ook van overtuigd dat ze een ernstige ziekte onder de leden hebben, hoewel ze helemaal geen klachten ervaren.

Sommige mensen met ziekteangst gaan heel vaak naar de dokter om zich te laten controleren, anderen durven juist niet te gaan, uit angst dat er echt iets ernstigs wordt vastgesteld. De aandoening kan veel impact hebben. Mensen zijn bijvoorbeeld veel tijd en energie kwijt aan hun continue zorgen en zijn daardoor een stuk minder gelukkig. Ook kan het de gezondheidszorg veel geld kosten, doordat ze zo vaak een arts of ziekenhuis bezoeken, terwijl het niet nodig is.

Twintig jaar onderzoek
En uiteindelijk levert het dus niets op. Sterker nog mensen met ziekteangst blijken eerder te overlijden volgens het Zweedse onderzoek, waarvoor zo’n 42.000 mensen meer dan twintig jaar zijn gevolgd. Van hen hadden er duizend last van ziekteangst. “We gebruikten de landelijke Zweedse registers om alle mensen te vinden met een hypochondriediagnose. Die matchten we op basis van geboortejaar, geslacht en geboortestreek met tien personen zonder de aandoening”, legt onderzoeker David Mataix-Cols van het Karolinska Institutet uit aan Scientias.nl. “We volgden hen vanaf de datum van hun diagnose tot ze overleden of tot het einde van de follow-up. Daarna telden we het aantal sterfgevallen en berekenden het risico voor iedere doodsoorzaak of de combinatie van oorzaken.”

Zelfdoding
En wat bleek: degenen met ziekteangst overleden gemiddeld vijf jaar eerder dan de mensen die geen angst voor ziekte hadden. “Mensen met een hypochondriediagnose hadden een 70 procent hogere sterftekans vergeleken met de gematchte personen die de aandoening niet hadden. Het verhoogde risico was het gevolg van zowel natuurlijke als onnatuurlijke doodsoorzaken. Belangrijkste doodsoorzaak was zelfdoding. Dat gebeurde vier keer vaker bij de angstpatiënten”, verklaart Mataix-Cols. “Maar het is belangrijk om op te merken dat het absolute risico op overlijden klein blijft: slechts 0,7 procent van de mensen met hypochondrie overleed door suïcide, vergeleken met 0,1 procent bij de rest van de bevolking.”

Mensen met ziekteangst stierven ook iets vaker aan hart- en vaatziekten, maar opvallend genoeg niet aan kanker, terwijl dat vaak de grootste angst is van mensen met de psychische aandoening.

Meer stress
Maar hoe kan het dat mensen met angst voor ziektes juist eerder overlijden? “Daar kunnen we alleen over speculeren. Het is waarschijnlijk een combinatie van factoren, zoals zorgmijding, chronische stress, depressie, alcohol- en drugsgebruik en het onvoldoende erkennen van de psychische problemen”, aldus de Zweedse onderzoeker.

We weten dat er een sterk verband is tussen hypochondrie en psychiatrische aandoeningen. Dat kan bijdragen aan de verhoogde kans op zelfdoding, net als het stigma en de afwijzing die mensen met ziekteangst voelen.

Daarnaast gaan ze vermoedelijk door stress meer drinken, roken en drugs gebruiken, aangezien dit in het algemeen meer voorkomt bij angstige mensen. Wat ook nog een rol kan spelen, is dat hypochondrie meer voorkomt bij mensen die familie of goede vrienden hebben met een ernstige ziekte. Aangezien veel ziektes een genetische component hebben, zou ook op die manier de kans op overlijden groter kunnen worden.

Veel te weinig diagnoses
Maar om hypochondriepatiënten beter te kunnen helpen, is het als eerste van belang dat de diagnose wordt gesteld. “Ik was nog het meest verrast dat de ziekte zo weinig werd gediagnosticeerd. We vonden slechts iets meer dan 4.000 gevallen in heel Zweden over een periode van twintig jaar. Dat is veel minder dan je zou verwachten, aangezien we weten dat de aandoening ongeveer 3 procent van de mensen treft”, legt Mataix-Cols uit.

Hij zegt niet echt verbaasd te zijn over het verhoogde overlijdensrisico van mensen met ziekteangst. “Deze resultaten zullen sommige lezers misschien verrassen, die niet bekend zijn met de aandoening. Oppervlakkig gezien kan men denken dat hypochonders minder kans hebben om dood te gaan, omdat ze zo vaak naar de dokter gaan. Maar zorgmedewerkers die met deze patiënten werken, weten dat veel van hen erg lijden en zich hopeloos voelen. Dat kan de verhoogde kans op suïcide verklaren. Ook de jarenlange stress en mogelijk middelenmisbruik kunnen bijdragen aan de grotere kans op vroegtijdig overlijden.”

Betere behandeling
De onderzoeker denkt dat veel van deze sterfgevallen te voorkomen zijn. “Er moet meer worden gedaan om het stigma te verminderen en de diagnostisering en behandeling te verbeteren. Er is gespecialiseerde cognitieve gedragstherapie. Die zou beschikbaar moeten zijn voor zoveel mogelijk patiënten en zo vroeg mogelijk moeten beginnen. De hoop is dat dit het risico op vroegtijdig overlijden vermindert.”

Bronmateriaal

"All-Cause and Cause-Specific Mortality Among Individuals With Hypochondriasis" - JAMA
Interview met onderzoeker David Mataix-Cols van het Karolinska Institutet
Afbeelding bovenaan dit artikel: Cottonbro Studio / Pexels

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd