U zou het nu misschien niet zeggen, maar zo’n 3500 jaar geleden waaide er behalve zand ook een prettige geur door de Egyptische woestijn. Die van versgebakken brood! Archeologen hebben in de El-Kharga-oase de restanten van een bakkerij gevonden. De bakkerij produceerde de lekkernijen op een enorme schaal, zo vermoeden de onderzoekers.
Tussen de jaren 1650 en 1550 voor Christus bevond zich hier een klein dorpje. Archeologisch bewijs wijst erop dat het een administratief centrum was. Het dorpje lag langs een drukke karavaanroute die de Nijlvallei met de westelijke oase verbond.
Het grootste deel van de bewoners hield zich waarschijnlijk bezig met brood bakken. De archeologen hebben twee ovens en een pottenbakkersschijf gevonden. Laatstgenoemde werd gebruikt om mallen te maken. In deze mallen werd het brood gebakken.
Het vele afval dat bij de bakkerij is gevonden, wijst erop dat er op grote schaal gebakken werd. Er werd zoveel geproduceerd dat de bakkers mogelijk een heel leger te eten gaven.