Baby’s vormen veel vroeger dan gedacht herinneringen, en dat roept de vraag op: waar zijn ze gebleven?

Waarom weten we eigenlijk niets meer van onze babytijd? Deze vraag houdt wetenschappers al jaren bezig. Tot nu toe dachten onderzoekers dat ons babybrein simpelweg nog niet in staat was om herinneringen op te slaan. Maar nieuw onderzoek van Yale University gooit deze theorie volledig omver: baby’s blijken wel degelijk herinneringen te kunnen maken.

Het mysterie van de ‘verdwenen babyherinneringen’, ook wel bekend als infantiele amnesie, heeft eindelijk een verklaring. Een team van Amerikaanse wetenschappers heeft ontdekt dat het geheugencentrum in ons brein, de hippocampus, al veel eerder actief is dan we dachten. En dat is best bijzonder, want dit hersengebied werd lange tijd gezien als een ‘late bloeier’ die pas later echt op gang zou komen.

Maar hoe test je het geheugen van een baby die nog niet kan praten? De onderzoekers lieten baby’s tussen de 4 maanden en 2 jaar oud nieuwe gezichten en voorwerpen zien, terwijl ze met een aangepaste hersenscanner (MRI) keken wat er in hun kleine hoofdjes gebeurde. Later toonden ze dezelfde beelden opnieuw, maar dan naast nieuwe plaatjes. Wanneer baby’s een bekend beeld zagen, bleven ze er langer naar kijken. Nog interessanter was dat hoe actiever hun hippocampus was tijdens het eerste kijkmoment, hoe beter ze het beeld later leken te herkennen. Dit gold vooral voor baby’s ouder dan 12 maanden. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke vakblad Science.

Twee soorten herinneringen
Professor Nick Turk-Browne, die het onderzoek leidde, legt uit dat baby’s op twee verschillende manieren informatie opslaan in hun brein. De eerste manier is ‘statistisch leren’. Dit is hoe baby’s de wereld om zich heen leren begrijpen door steeds terugkerende patronen te herkennen. Denk bijvoorbeeld aan hoe een baby leert dat een restaurant meestal tafels, stoelen en mensen heeft die eten serveren, of hoe ze ontdekken dat woorden in een bepaalde volgorde komen als mensen praten. Dit vermogen is al aanwezig bij pasgeboren baby’s en helpt hen om de basis van taal en hun omgeving te begrijpen. 

De tweede manier van leren gaat over specifieke gebeurtenissen of ‘momentopnames’, zoals wanneer oma langskomt met een nieuwe knuffel of als ze voor het eerst in een zwembad spetteren. Dit soort persoonlijke herinneringen wordt op een andere plek in de hippocampus opgeslagen dan de algemene patronen. Het is logisch dat deze vorm van herinneringen later komt, zegt Turk-Browne, omdat een baby eerst de wereld met statistisch leren moet leren begrijpen voordat specifieke herinneringen een rol kunnen spelen.

Herinneringen vervagen na kleutertijd
Maar als baby’s dan wel herinneringen kunnen maken, waar zijn die dan gebleven? De onderzoekers hebben een vervolgexperiment opgezet om dit te onderzoeken. Ze lieten peuters en kleuters eigen babyvideo’s zien. De eerste resultaten suggereren dat deze herinneringen mogelijk tot de kleuterleeftijd bewaard blijven, maar daarna langzaam vervagen.

Het zou zelfs kunnen dat deze vroege herinneringen niet echt verdwijnen, maar dat we er gewoon niet meer bij kunnen komen. Hoewel hier nog geen bewijs voor is, gelooft Turk-Browne dat dit wel degelijk het geval is. De wetenschappers gaan nu verder onderzoeken of er misschien toch een manier is om toegang te krijgen tot deze ‘verloren’ herinneringen uit onze babytijd.

Bronmateriaal

"Hippocampal encoding of memories in human infants" -
Afbeelding bovenaan dit artikel: Yuri Shirota / Unsplash

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd