Wetenschappers hebben ontdekt dat baby’s van veertien maanden oud sneller geneigd zijn om ongebruikelijk gedrag na te doen wanneer dat gedrag een naam heeft. Blijkbaar gebruiken ze hun gevoel voor taal om in te schatten welk gedrag ze wel en welk gedrag ze beter niet kunnen imiteren.
De onderzoekers trekken die conclusie op basis van experimenten. Een aantal baby’s keek toe hoe een onderzoeker iets vreemds deed: ze deed het licht aan met behulp van haar voorhoofd. Soms gaf de onderzoeker haar vreemde gedrag een zelfverzonnen naam ‘Ik blick het licht’. Soms zweeg ze terwijl ze het licht met haar voorhoofd aan deed. Nadat de kinderen gezien hadden hoe de onderzoeker het licht aandeed, kregen ze de gelegenheid om zelf met het licht te spelen.
Resultaten
Uit het experiment bleek dat de baby’s veel sneller geneigd waren om de onderzoeker na te doen wanneer ze haar vreemde gedrag een naam gaf. Het wijst er volgens de onderzoekers van de Northwestern University op dat kinderen van veertien maanden hun inzichten omtrent menselijk gedrag en hun intuïtie als het gaat om de menselijke taal al gebruiken om te ontdekken welk gedrag de moeite van het imiteren waard is.
Sleutel
“Het betekent dat menselijke taal de kinderen van een soort sleutel voorziet die de wereld van sociale intenties voor ze ontsluit,” concludeert onderzoeker Sandra R. Waxman. “Zelfs voor kinderen die taal nog maar net beginnen te begrijpen, promoot taal cultureel gedeelde kennis en acties, dat gaat heel natuurlijk en over het algemeen zonder dat het moeite kost.”
Het volledige onderzoek is terug te vinden in het blad Developmental Psychology.