Australische reptielen kunnen de toenemende hitte bijna niet meer aan

De stijgende temperaturen blijken desastreus voor Australische reptielen. In de zoektocht naar koelte zien ze hun leefgebieden steeds meer krimpen.

De opwarming van de aarde komt de soort Rankinia diemensis, ook wel de Mountain Dragon genoemd, niet goed uit. Doordat reptielen koudbloedig zijn kunnen ze hun eigen lichaamstemperatuur niet regelen. Omdat de soort R. diemensis een koudere leefomgeving nodig heeft wordt deze hierdoor langzaam maar zeker naar hoger gelegen leefgebieden gedreven. Dat blijkt uit nieuw onderzoek in Current Biology, uitgevoerd door een internationaal team met onder meer het Museums Victoria Research Institute en het Museum für Naturkunde Berlin.

Te warm om te leven

De onderzoekers vrezen dat de aarde uiteindelijk zoveel opwarmt dat de soort nergens meer kan schuilen. “Tijdens de laatste ijstijd bezette de Mountain Dragon een veel groter gebied,” zegt teamlid Jane Melville van het Museums Victoria Research Institute. “Inmiddels zijn de populaties in de laaggelegen gebieden grotendeels verdwenen. Als de gemiddelde temperaturen blijven stijgen, hebben deze hagedissen uiteindelijk nergens meer om naartoe te trekken.”

Tijdens het onderzoek heeft het team gebruik gemaakt van twee analysemethoden. Voor de eerste analyse hebben ze piepkleine botfragmenten uit museumcollecties in detail geïdentificeerd met CT-scans. Hierdoor werd duidelijk waar de soort in het verleden voorkwam. Die fossiele sporen zijn vervolgens gelegd naast DNA-informatie uit bewaarde exemplaren, om te onderzoeken hoe de genetische diversiteit en de onderlinge uitwisseling tussen populaties door de tijd heen is veranderd.

De bevindingen zijn helaas somber voor laaggelegen gebieden: daar is de genetische variatie nog verder afgenomen. Tegelijk worden de koelere, hoger gelegen leefgebieden door de verdere opwarming van de aarde minder geschikt. Vooral voor reptielen is dat dus bijzonder gevaarlijk: ze kunnen hun lichaamstemperatuur niet actief regelen en zijn daardoor sterk afhankelijk van andere bronnen, zoals de omgevingstemperatuur. De Mountain Dragon is trouwens niet het enige reptiel dat moeite heeft met de stijgende temperaturen. In de studie wordt een vergelijkbaar patroon gezien bij de Tiliqua nigrolutea. Dit suggereert dat het niet specifiek aan de Mountain Dragon ligt en dat mogelijk nog veel meer soorten in Zuidoost-Australië met dezelfde problemen kampen.

Leren van het verleden

Het onderzoek benadrukt dat ook natuurhistorische museumcollecties bij kunnen dragen aan de natuurbescherming van vandaag. “Door van het verleden te leren kunnen we betere voorspellingen doen en betere keuzes maken voor de toekomst,” zegt hoofdauteur Till Ramm. “Onze resultaten laten zien hoe snel klimaatverandering de biodiversiteit kan ontwrichten en waarom het nu beschermen van leefgebieden belangrijker is dan ooit. Beschermen wat we nu nog hebben begint dan ook met begrijpen hoe snel we het kunnen verliezen.”

Teamlid Nurin Veis sluit zich hierbij aan: “Door fossielen uit museumcollecties te bestuderen zien we hoe soorten reageerden op eerdere milieu-uitdagingen. Die inzichten helpen om toekomstig natuurbeheer te sturen.”

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!
Ook elke dag vers het laatste wetenschapsnieuws in je inbox? Of elke week?
Schrijf je hier in voor de nieuwsbrief!

Luister ook naar de Scientias Podcast:

Bronmateriaal

"Climate change predicts Quaternary extinctions and extant genetic diversity in a threatened Australian lizard" - Museum Victoria
Afbeelding bovenaan dit artikel: Photographer: Heath Warwick. Source: Museums Victoria

Fout gevonden?

Interessant voor jou

Voor jou geselecteerd