Mogelijk werden de gevreesde Hunnen gewelddadige overvallers als reactie op perioden van extreme droogte en klimatologische schommelingen.
Hongarije heeft zojuist de droogste zomer meegemaakt sinds het begin van de meteorologische metingen. Daarbij is veel van de gewoonlijk vruchtbare oogst mislukt. Archeologen suggereren nu dat vergelijkbare omstandigheden in de 5e eeuw heersten, waardoor de lokale gemeenschap veranderden in gewelddadige overvallers, met verwoestende gevolgen voor het Romeinse Rijk.
De Hunnen
De Hunnen waren een confederatie van Euraziatische nomaden die in de 5e eeuw vanuit Centraal-Azië door Europa trokken. Ze waren in die tijd berucht om de verwoestingen die ze aanrichtten. De aanvallen van de Hunnen op de Romeinse grens werden heviger nadat de gevreesde Attila de Hun eind 430 de macht greep. De Hunnen eisten steeds meer goudbetalingen en uiteindelijk zelfs een strook Romeins grondgebied langs de Donau. In 451 vielen de Hunnen Gallië binnen en een jaar later Noord-Italië.
Gewelddadige barbaren
“De Hunnen worden vaak afgeschilderd als gewelddadige barbaren, gedreven door een oneindige dorst naar goud,” vertelt onderzoeker Susanne Hakenbeck. “Maar onze studie toont nu aan dat de historische bronnen over deze gebeurtenissen voornamelijk geschreven zijn door elitaire Romeinen. En die hadden weinig directe ervaring met de volkeren en gebeurtenissen die ze beschreven.”
Boomringen
De grote vraag is dus of de Hunnen daadwerkelijk enkel een hebzuchtige en wreed volk waren, of dat de invallen misschien door iets anders ingegeven werden, zoals klimaatverandering, een bekende factor die ook bij menig andere samenleving uit het verleden voor onstabiliteit zorgde. Om meer over het klimaat dat in de 4e en 5e eeuw na Christus in Oost- en Midden-Europa heerste te weten te komen, bogen de onderzoekers zich naast archeologisch en historisch bewijsmateriaal over boomringen. “Boomringen bieden ons een geweldige kans om klimatologische omstandigheden van jaar tot jaar te koppelen aan menselijke activiteit,” legt onderzoeker Ulf Büntgen uit. En op die manier slaagden de onderzoekers erin het klimaat in de afgelopen 2000 jaar te reconstrueren.
Droogte
Uit de reconstructie blijkt dat Hongarije in de 4e en 5e eeuw periodiek ongewoon droge zomers meemaakte. En deze droge periodes, met name tussen 420 en 450 na Christus, kunnen de oogstopbrengsten en de weiden waar de dieren op graasden nabij de Donau en Tisza, aanzienlijk hebben aangetast. Dit zou het leven van veel Hunnen behoorlijk moeilijk hebben gemaakt, waardoor ze gedwongen werden nieuwe manieren te bedenken om de ernstige, economische uitdagingen het hoofd te bieden.
Invallen
Toen de onderzoekers de gebeurtenissen naast elkaar legden, ontdekten ze dat de meest verwoestende Hunnische invallen, die plaatsvonden in de jaren 447, 451 en 452, allemaal samenvielen met extreem droge zomers. “We ontdekten dat periodes van intense droogte, vastgelegd in de boomringen, samenvielen met meer en hevigere overvallen in de regio,” zegt Büntgen. En dus lijkt het er sterk op dat de Hunnen gedreven werden door droogte. “Door het klimaat veroorzaakte economische ontwrichting hebben Attila de Hun en anderen er mogelijk toe gedwongen goud uit de Romeinse provincies te halen en oorlogsbendes op te richten,” vermoedt Hakenbeck. “Voormalige herders werden getransformeerd in overvallers.” Historische bronnen beschrijven de Hunnen in die tijd als een sterk gestratificeerde groep met een militaire organisatie die moeilijk te bestrijden was, zelfs voor de Romeinse legers.
Thracië en Illyricum
De studie verklaart ook waarom de Hunnen in de jaren 422 en 477 de provincies Thracië en Illyricum aanvielen. Zo denken de onderzoekers dat dit niet was om goud te verwerven, maar voor voedsel en vee. Daarnaast suggereert de studie dat Attila de Hun een strook land van ‘vijf reisdagen breed’ langs de Donau eiste, omdat dit betere weiden waren voor het vee om gedurende periodes van droogte te grazen.
De onderzoekers laten met hun studie zien dat Attila de Hun, de nachtmerrie van de Romeinen, mogelijk gedreven werd door sterk klimatologische schommelingen. “Dit voorbeeld uit de geschiedenis laat zien dat mensen op complexe en onvoorspelbare manieren reageren op klimaatstress,” zegt Hakenbeck. Rond het jaar 450, slechts een paar decennia nadat de Hunnen voor het eerst in Midden-Europa verschenen, waren ze net zo plotseling als ze gekomen waren, ook weer verdwenen. Attila stierf zelf in het jaar 453.