Een internationaal team van wetenschappers heeft drie Methusalem-sterren gevonden. Deze sterren zijn dertien miljard jaar oud en zijn dus kort na de oerknal ontstaan. Astronomen hopen zo meer te leren over hoe het jonge heelal eruit zag.
13,7 miljard jaar geleden vond de oerknal plaats: de geboorte van ons universum. Het extreem hete gas in het jonge heelal zette uit en werd steeds kouder en kouder. 400 miljoen jaar was het heelal pikdonker, maar op één dag werd de allereerste ster geboren. De eerste generatie sterren waren tien tot honderd keer zwaarder dan de zon en bestonden uit waterstof, helium en sporen van lithium. De sterren leefden slechts een paar miljoen jaar, omdat ze in een (te) hoog tempo hun brandstofvoorraad opstookten. Bij de explosies van de eerste generatie sterren kwamen zwaardere chemische elementen vrij, die vervolgens werden ingebed in tweede generatie sterren.
Kort na de oerknal ontstonden ook zuinige Methusalem-sterren. Deze sterren gaan zuinig met hun brandstof om en kunnen daarom stokoud worden. Het trio is ontdekt door de Europese Zuidelijke Sterrenwacht. De sterren bevatten veel waterstof en helium, maar opvallend weinig koolstof. Koolstof heeft een belangrijke rol als ‘koelmiddel’. Des te beter het koelmiddel, des te kleiner (en efficiënter) worden de sterren. Toch is de hoeveelheid koolstof in deze Methusalem-sterren tien keer minder dan verwacht. Hoe kan dit?
De onderzoekers vermoeden dat er sprake is van een tweede koelmiddel, namelijk interstellair stof. “We gaan nu inzoomen op interstellair stof en hopen dit straks te kunnen bewijzen”, zegt professor Dr. Ralf Klessen van het Noorse Instituut voor Theoretische Astrofysica. Verder valt op dat de Methusalem-sterren geen lithium bevatten, terwijl dit element wel in het oorspronkelijke gas aanwezig zou moeten zijn. De kans is groot dat deze sterren daarom tot een nieuwe klasse behoren.