Apen hebben rare variant knuffelhormoon

Diverse apensoorten blijken een rare vorm van het ‘knuffelhormoon’ oxytocine te hebben. En dat is bijzonder: wetenschappers gingen er altijd vanuit dat er maar één vorm van het hormoon bestond.

Oxytocine is een hormoon dat in de hersenen voorkomt en nauw betrokken is bij sociaal gedrag. Zo verzorgt het hormoon onder meer de binding tussen geliefden en moeder en kind. Vandaar dat oxytocine in de wandelgangen ook wel als het ‘knuffelhormoon’ wordt bestempeld. Diverse dieren beschikken over het hormoon en ook wij mensen hebben het.

Varianten
Dat er meerdere varianten van konden bestaan, kwam niet in wetenschappers op: dat was tenslotte nog nooit waargenomen. Tot nu. Onderzoeker Karen Parker werkt in het laboratorium met diverse soorten apen en ontdekte dat het heel lastig was om het knuffelhormoon bij de dieren te bestuderen. Om toch iets meer over het hormoon te weten te komen, bekeken de wetenschappers het gen dat het hormoon voortbrengt.

WIST U DAT…

…oxytocine ook grenzen heeft?

Resusaap
Tot hun grote verbazing was dit gen heel anders dan bij andere soorten. De onderzoekers haalden er enkele andere soorten bij: onder andere de resusaap en de kapucijnaap. Ook zij bleken een iets afwijkend gen te hebben dat ook weer in een iets anders actief stofje resulteert.

Reactie
De wetenschappers vroegen zich af of de apen wel op het ‘gewone’ hormoon zouden reageren en probeerden het uit. De apen bleken op dezelfde wijze als wij mensen op oxytocine te reageren. Maar dat bewijst nog niet dat de afwijkende vorm die ze zelf produceren op dezelfde manier werkt.

Nader onderzoek moet uitwijzen wat de afwijkende vorm precies doet. Het is van groot belang dat onderzoekers het effect van deze variant van oxytocine achterhalen: de gewone variant heeft grote gevolgen voor het sociale gedrag en het is goed mogelijk dat de nieuwe variant die ook heeft. En dat is nuttige informatie, zeker omdat juist apen die veelvuldig voor proeven gebruikt worden de afwijkende vorm van oxytocine bezitten.

Het volledige onderzoek is terug te vinden in het blad Biology Letters.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd