In de strijd tegen een van de meest dodelijke vormen van kanker lijkt er een lichtpuntje aan de horizon te verschijnen.
Onderzoekers uit Zwitserland hebben een verrassende ontdekking gedaan: een bestaand antidepressivum zou mogelijk een sleutelrol kunnen spelen in de bestrijding van glioblastoom, een van de meest agressieve en dodelijke vormen van hersenkanker. Glioblastoom wordt gekenmerkt door zijn snelle groei en de neiging om zich diep in het hersenweefsel te nestelen, waardoor het zeer moeilijk te behandelen is. Ondanks intensieve en vaak ingrijpende behandelingen, waaronder operaties, bestraling en chemotherapie, overleeft de helft van de patiënten het eerste jaar na de diagnose niet. De overlevingskansen zijn zelfs nog lager op de langere termijn.
Een van de grootste obstakels in de zoektocht naar medicijnen tegen hersenkanker is de zogenaamde bloed-hersenbarrière. Deze natuurlijke bescherming van de hersenen zorgt ervoor dat veel medicijnen, inclusief potentieel levensreddende kankermedicijnen, niet in voldoende mate het hersenweefsel kunnen bereiken. Dit maakt de ontwikkeling van effectieve behandelingen extra uitdagend.
Hulp uit onverwachte hoek
Maar nu lijkt er onverwachts hulp te komen uit een heel andere hoek. Het antidepressivum vortioxetine bleek in laboratoriumtests verrassend effectief tegen glioblastoomcellen. Onderzoekers ontdekten dat door gebruik te maken van een techniek genaamd farmacoscopie. Deze methode stelt wetenschappers in staat om honderden werkzame stoffen tegelijkertijd te testen op levende kankercellen. Tijdens het onderzoek richtten de wetenschappers zich voornamelijk op stoffen die de bloed-hersenbarrière kunnen passeren, met het specifieke doel om glioblastoom aan te pakken. Onder de 130 geteste stoffen waren antidepressiva, maar ook bijvoorbeeld medicijnen tegen de ziekte van Parkinson. De kankercellen waren afkomstig van 40 patiënten die net waren geopereerd.
Ook getest op muizen
Het duurde slechts twee dagen om te achterhalen welke stoffen al dan niet zouden kunnen werken. De resultaten waren verbluffend: meerdere antidepressiva bleken effectief tegen de tumorcellen. Van alle geteste stoffen kwam vortioxetine echter naar voren als meest effectieve middel. De resultaten werden versterkt door een computeranalyse van meer dan een miljoen stoffen. De effectiviteit van vortioxetine is daarna ook in het echt getest, op muizen met glioblastomen. Ook tijdens deze dierentesten bleek het medicijn goed te werken tegen de ziekte. Wanneer het gecombineerd wordt met de huidige standaardbehandeling, zijn de resultaten zelfs nog beter.
Klinische proeven volgen
Deze veelbelovende resultaten hebben ertoe geleid dat artsen van het Universitair Ziekenhuis Zürich al plannen maken voor klinische proeven op mensen. Professor Michael Weller, directeur van de afdeling Neurologie in het ziekenhuis, ziet grote potentie in deze nieuwe benadering: “Het voordeel van vortioxetine is dat het veilig en zeer kosteneffectief is. Omdat het medicijn al is goedgekeurd, hoeft het geen ingewikkelde goedkeuringsprocedure te ondergaan en kan het binnenkort de standaardtherapie voor deze dodelijke hersentumor aanvullen.” Naast de tests met vortioxetine bereiden de onderzoekers nog een tweede klinische studie voor. Hierin zullen patiënten een gepersonaliseerde medicijnselectie krijgen, bepaald met behulp van de farmacoscopie-methode. Deze aanpak zou kunnen leiden tot meer op maat gemaakte behandelingen voor individuele patiënten.
Nog niet te vroeg victorie kraaien
Toch waarschuwen de onderzoekers voor overhaast enthousiasme. Zelfmedicatie wordt sterk afgeraden, aangezien de juiste dosering voor kankerbestrijding nog niet is vastgesteld. Klinische studies zijn noodzakelijk om de effectiviteit, maar ook de veiligheid bij mensen te bevestigen. Desalniettemin zijn ze enthousiast over de mogelijkheden. Berend Snijder, een van de auteurs van de studie, legt uit: “We zijn begonnen met deze vreselijke tumor en hebben bestaande medicijnen gevonden die de tumor bestrijden. We laten zien hoe en waarom ze werken en binnenkort kunnen we ze testen op patiënten.”