Antarctische ijskap kan in warme perioden een derde van zijn massa verliezen

Dat hebben onderzoekers ontdekt. Het gebeurde bijvoorbeeld 1,2 miljoen jaar geleden.

Dat is te lezen in het blad Quaternary Science Review. “Dit nieuwe resultaat laat opnieuw zien dat de Antarctische ijskap behoorlijk instabiel is en zeker in staat is om enorme massa’s gesmolten ijs los te laten,” concludeert onderzoeker Paolo Stocchi, verbonden aan het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ).

Stalactiet
Stocchi en collega’s komen tot die conclusie op basis van een stalactiet in een druipsteengrot op Sicilië. Stalactieten groeien als ze aan lucht worden blootgesteld (door kalkafzettingen). Maar als ze voor langere tijd onder water staan, lossen ze weer op. Door een doorsnede van zo’n stalactiet te bestuderen, kunnen onderzoekers sporen van groei en kalkoplossing vinden.

Vier overstromingen
In het geval van de stalactiet uit de grot op Sicilië stuitten de onderzoekers op vier perioden van kalkoplossingen, oftewel sporen van vier grote overstromingen. Tijdens de laatste overstroming werden koralen afgezet op de stalactiet. En een datering wijst uit dat die koralen zo’n 1,2 miljoen jaar oud zijn. De koralen die de onderzoekers hebben aangetroffen groeien normaliter in grotten op een diepte van 20 tot 30 meter. Zo’n 1,2 miljoen jaar geleden bevond de grot waarin de stalactiet is aangetroffen zich enkele meters boven de huidige zeespiegel (sindsdien is de grot ongeveer 100 meter naar boven gedrukt door tektonische opheffing). Dat betekent dat de zeespiegel 1,2 miljoen jaar geleden 20 tot 30 meter hoger moet hebben gelegen dan nu het geval is. Berekeningen wijzen vervolgens uit dat daartoe zo’n 30 tot 40 procent van het landijs van de Antarctische ijskap moet zijn gesmolten. Het zou betekenen dat in deze periode niet alleen het onstabiele westelijke deel van de Antarctische ijskap, maar ook een deel van de Oost-Antarctische ijskap- die vrij stabiel wordt geacht – is gesmolten.

De studie heeft niet alleen implicaties voor het verleden, maar zou ook heel relevant zijn voor de toekomst, stelt Stocchi. “Het reconstrueren van het geologische verleden helpt ons om de mate en de snelheid van de processen beter te begrijpen die reageren op smeltend ijs als gevolg van de opwarming van de aarde. Hierdoor kunnen we beter voorspellen wat er in de toekomst gebeurt en zo de best mogelijke beschermings- en beleidsmaatregelen nemen.”

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd