Een heel vervelende aanvaring met een clown blijkt heel verrassend slechts weinig aan coulrofobie – oftewel angst voor clowns – ten grondslag te liggen. In plaats daarvan lijkt er iets anders te spelen…
Angst voor clowns: het is iets waar veel kinderen, maar ook volwassenen mee kampen. Toch is er nog vrij weinig onderzoek naar gedaan. En wetenschapper Philip Tyson, psycholoog aan de universiteit van South Wales, denkt dat wel te kunnen verklaren. “Ik denk dat het deels komt door de aanname dat angst aangeleerd is, oftewel dat angst voortkomt uit een persoonlijke, enge ervaring,” zo vertelt hij aan Scientias.nl. “Daardoor zijn andere mogelijke verklaringen voor de angst voor clowns een beetje verwaarloosd.” En werd daar verder dus ook geen onderzoek naar gedaan. Tot nu. Want in een nieuwe studie – verschenen in het blad Frontiers in Psychology – hebben Tyson en collega’s zich nu toch nog eens in de kwestie vastgebeten. En dat levert een aantal verrassende conclusies op.
Verrassingen
Zo blijkt de angst voor clowns allereerst heel wijdverspreid te zijn, zo moeten de wetenschappers concluderen. “Meer dan 50 procent van de mensen die wij bestudeerden waren in enige mate bang voor clowns,” aldus Tyson. Maar ook het deel van het onderzoek waarin de wetenschappers zochten naar mogelijke verklaringen voor die angst, leverde verrassende inzichten op. “Zo bleek associatief leren (waarbij je na een nare aanvaring met een clown, de clown met gevaar gaat associëren en er dus bang voor wordt, red.) niet de beste verklaring te zijn voor angst voor clowns.”
Het onderzoek
De onderzoekers trekken die conclusies nadat ze 987 mensen uit 64 verschillende landen vroegen of ze bang waren voor clowns. Maar liefst 528 mensen (oftewel 53,5 procent van de groep) gaf aan in enige mate bang te zijn voor clowns. Om na te gaan waar die angst vandaan kwam, gingen de onderzoekers verder met die 528 mensen met enige vorm van coulrofobie. Deze mensen kregen een door de wetenschappers ontwikkelde enquête voorgelegd. Deze bestond uit een aantal stellingen, waarbij de mensen aan moesten geven in hoeverre ze het daarmee eens waren. Voorbeelden van stellingen waren: ‘Ik vind dat clowns er verontrustend uitzien’ of ‘Ik heb enge filmscènes gezien met daarin clowns’ of ‘Mijn hartslag gaat omhoog als ik een clown zie’ of ‘Ik kan de gezichtsuitdrukking van een clown niet goed lezen’.
Media
Het onderzoek wijst dus allereerst uit dat veel mensen bang zijn voor clowns. En daarnaast bleken de mensen die bang waren voor clowns dus niet opvallend vaak nare ervaringen met clowns te hebben gehad. Daaruit volgt dat de aanname dat de angst simpelweg aangeleerd is – een restant van een vervelende aanvaring met een clown – dus voor veel mensen onjuist is. Maar hoe is hun angst voor clowns dan te verklaren? De door de wetenschappers ontwikkelde enquête werpt een nieuw licht op die vraag en onthult onder meer dat de ondervraagde mensen met een angst voor clowns veelvuldig in aanraking zijn gekomen met filmscènes waarin clowns een angstaanjagende rol speelden. Het wijst erop dat de media voor veel mensen een rol spelen in de totstandkoming van hun coulrofobie.
Een angstaanjagende, universele eigenschap van clowns
Wie de film It weleens heeft gezien, kan zich daar ongetwijfeld een voorstelling bij maken. De hoofdrolspeler en clown Pennywise is bedacht om angst aan te jagen. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor The Joker in Batman. Dat blootstelling aan dergelijke personages bijdraagt aan coulrofobie is dan ergens ook logisch. Maar dat is niet de enige verklaring voor coulrofobie, zo vermoeden de onderzoekers. Want, zo stellen ze in hun studie, sommige mensen zijn ook bang voor ‘goedaardige’ clowns, zoals bijvoorbeeld Ronald McDonald – bekend van de beroemde fastfoodketen en gelijknamige familiehuizen nabij ziekenhuizen – en geenszins bedoeld om angst aan te jagen. Het wijst erop dat clowns niet altijd eng hoeven te doen, om de angst voor clowns aan te wakkeren en er een andere – door Pennywise en Ronald McDonald gedeelde – eigenschap is die mensen schrik aanjaagt. De enquête onderschrijft dat. Want deze wijst uit dat de sterkste aanjager van coulrofobie ‘verborgen emotionele signalen’ is. In andere woorden: we kunnen – mogelijk door de make-up van de clown – niet goed aflezen wat er door hem heengaat. En dat lijkt clowns voor veel mensen met name angstaanjagend te maken.
Uncanny Valley Effect
Andere factoren die – in mindere mate – bij lijken te dragen aan de angst voor clowns zijn hun onvoorspelbare gedrag en wat de onderzoekers het ‘Uncanny Valley Effect‘ noemen. Wij kennen die term vooral uit de robotica, waar deze gebruikt wordt om aan te geven dat robots naarmate ze steeds meer op mensen gaan lijken op een gegeven moment een punt bereiken waarop ze afkeer (in plaats van vertrouwen) opwekken. En iets soortgelijks speelt dus bij clowns, doordat ze – mede door hun make-up – net-niet-menselijk overkomen. En dat wakkert bij sommige mensen dus hun angst voor clowns aan.
Behandelingen
Vervolgonderzoek moet uitwijzen of er een verband is tussen de verschillende factoren die bij kunnen dragen aan de angst voor clowns en de omvang van die angst. “Bijvoorbeeld: hebben mensen bij wie de angst voortvloeit uit de verborgen emoties van de clown een grotere angst dan mensen bij wie de angst een andere oorsprong kent?” legt Tyson uit. Uiteindelijk hopen Tyson en collega’s coulrofobie zo nog beter te gaan begrijpen. “Als we de angst begrijpen, weten we ook hoe deze door bepaalde prikkels – bijvoorbeeld kleuren of bepaalde gedragingen – getriggerd kan worden. En dat kan weer helpen bij het ontwikkelen van behandelingen die erop gericht zijn die angst tegen te gaan.”
Belangrijke conclusie
Hoewel er in afwachting daarvan nog genoeg te onderzoeken valt, kunnen de onderzoekers alvast wel een belangrijke conclusie trekken. “Associatief leren is niet de belangrijkste verklaring voor de ontwikkeling van angsten en fobieën,” aldus Tyson. “Andere factoren spelen een rol en welke dat zijn verschilt van persoon tot persoon.”
Nare aanvaringen met clowns: het leek een logische verklaring voor coulrofobie. Maar het is allemaal net wat ingewikkelder en fascinerender. Zo zijn er nu dus aanwijzingen gevonden dat clowns van nature – ongeacht hun gedrag of intentie – al iets angstaanjagends hebben en wel doordat hun emoties voor ons verborgen blijven. En grappig genoeg is dat waarschijnlijk ook de reden dat clowns zo’n dankbaar onderwerp zijn in de horrorfilms, die op hun beurt ook weer een bijdrage kunnen leveren aan coulrofobie. “Het uiterlijk van clowns heeft meerdere kenmerken die (…) het gevoel geven dat er sprake is van een acute dreiging,” zo schrijven de onderzoekers. “En dat kan dan weer helpen verklaren waarom clowns in de popcultuur vaak dienst doen als angstaanjagende figuren.”