Wanneer een baby lacht, heeft hij een doel: de ander laten lachen, terwijl hijzelf zo min mogelijk lacht. Dat blijkt uit nieuw onderzoek.
“Als je ooit de interactie opgezocht hebt met baby’s, dan vermoed je wel dat ze iets van plan zijn wanneer ze lachen,” vertelt onderzoeker Javier Movellan. “Ze lachen niet zomaar. Maar het is lastig om dat te bewijzen.”
Eerder onderzoek
Om te weten te komen wat een lachende baby precies voor doelstelling heeft, doken de onderzoekers eerst in een eerder uitgebracht onderzoek. Aan dit onderzoek namen dertien moeders en hun baby’s (jonger dan vier maanden) deel. Gekeken werd wanneer en hoe vaak de moeders en baby’s lachten. De onderzoekers bedachten dat de moeders en baby’s met hun lach verschillende doelen konden hebben. Bijvoorbeeld de lach van de baby zo lang mogelijk laten duren of de lach van de moeder zo lang mogelijk laten duren. Of zo lang mogelijk tegelijkertijd lachen. Door te kijken wanneer de moeder en baby lachten en welk effect die lach had, konden de onderzoekers vaststellen wat de moeder en baby waarschijnlijk als doel hadden. De statistische analyse suggereerde dat de lachende baby een duidelijk doel heeft. Hij wil dat er naar hem gelachen wordt, maar hij wil daarbij zelf zo kort mogelijk lachen.
Robot
Om de onderzoeksresultaten te verifiëren, gingen de onderzoekers nog een stap verder. Ze programmeerden een robot die leek op een peuter en zorgden ervoor dat deze zich op een bepaalde manier gedroeg. Zo werd deze bijvoorbeeld geprogrammeerd om elke keer terug te lachen wanneer de student waarmee deze contact had, lachte. Of de robot kreeg opdracht zich exact te gedragen zoals baby’s in het eerdere onderzoek. Wanneer de robot zich net zo gedroeg als de baby’s in dat eerdere onderzoek, gedroegen de studenten zich net zo als de moeders van die baby’s: ze lachten vaak, terwijl de robot niet zo vaak hoefde te lachen.
“We hebben ontdekt dat kinderen hun eigen doelen hebben in de interactie met anderen,” stelt onderzoeker Dan Messinger. “Zelfs voordat ze vier maanden oud zijn.” En om dat doel te bereiken – de ander laten lachen en zelf zo min mogelijk lachen – moeten ze hun lach goed timen.