Afrikaans witbuikschubdier blijkt bizar veel chromosomen te bezitten

Waar de meeste mensen ‘slechts’ 46 chromosomen herbergen, blijken vrouwelijke Afrikaanse witbuikschubdieren er maar liefst 114(!) te hebben.

Met die verrassende ontdekking komen wetenschappers op de proppen in het blad Chromosome Research. Het is verrassend, omdat het aantal chromosomen bij andere soorten schubdieren aanzienlijk lager ligt (namelijk tussen de 32 en 46 chromosomen). Sterker nog: ook buiten de schubdier-familie is zo’n groot aantal chromosomen als we bij het Afrikaanse witschubdier aantreffen, vrij bijzonder. Er is – voor zover we nu weten – slechts één zoogdier dat meer chromosomen bezit en dat is de Boliviaanse bamboerat (Dactylomys boliviensis) met 118 chromosomen.

Man versus vrouw
En niet alleen het grote aantal chromosomen is opzienbarend; Afrikaanse witbuikschubdieren blijken genetisch gezien ook in een heel ander opzicht heel bijzonder. Zo tonen de wetenschappers in dezelfde studie aan dat mannetjes één chromosoom minder hebben dan vrouwtjes. Ook dat is iets wat zelden wordt vertoond; voor de meeste soorten geldt dat vrouwtjes en mannetjes hetzelfde aantal chromosomen herbergen.

Waardevol
Het onderzoek levert zo meerdere nieuwe inzichten op omtrent Afrikaanse witbuikschubdieren. En dat is heel waardevol, omdat we nog maar weinig over deze soort weten. Wat we – naast de genetische inzichten die recent zijn opgedaan – enkel weten is dat Afrikaanse witbuikschubdieren met een lengte van zo’n 30 centimeter en een gewicht van 1,5 tot 2 kilo vrij klein zijn. Ze leven in bomen en hangen dan aan de stam of takken. Net als andere schubdiersoorten kunnen ze zich tot een bal oprollen wanneer gevaar dreigt.

Dat we zo weinig over het Afrikaanse witbukschubdier – en trouwens ook over de andere schubdiersoorten – weten, is goed te verklaren. Ze doen het slecht in gevangenschap. En in het wild zijn ze lastig op te sporen en te monitoren. Zo liepen pogingen om schubdieren uit te rusten met zendertjes eerder bijvoorbeeld vaak op niets uit, omdat de schubdieren zich er vrij snel van ontdeden door tegen bomen aan te schuren.

Jacht
Die beperkte kennis over schubdieren in het algemeen en Afrikaanse witschubdieren in het bijzonder, zette de onderzoekers ook aan tot het onderzoek dat nu in het blad Chromosome Research is verschenen. Want, zo betogen ze, het is hard nodig om meer over schubdieren te weten te komen. Niet alleen omdat het – zo blijkt ook nu weer – heel unieke en fascinerende soorten zijn, maar ook omdat de meeste soorten ernstig bedreigd of in het gunstigste geval erg kwetsbaar zijn. Dat is vooral te herleiden naar de jacht op schubdieren. Jagers kunnen een goede prijs krijgen voor het vlees van de schubdieren, maar ook voor de schubben (waar men zowel in Afrika als in China een geneeskrachtige werking aan toeschrijft).

Om te voorkomen dat het de ondergang van schubdiersoorten wordt, moet er worden ingegrepen. Meer kennis over de schubdieren is daarbij belangrijk. En ook met name meer inzicht in hun genetische materiaal kan enorm helpen. Zo stelt het onderzoekers bijvoorbeeld in staat om na te gaan welke soorten het vaakst op de markt of in het traditionele medicijnkastje eindigen. Daarnaast helpt het om een beter beeld te krijgen van de verschillen en overeenkomsten tussen de verschillende soorten schubdieren. “Een beter begrip van de chromosomen en structuur van de genen is belangrijk voor het behoud van soorten,” benadrukt onderzoeker Ryan Harrigan. “Het kan bepalend zijn voor de wijze waarop we populatie managen – als je bijvoorbeeld grote genetische verschillen tussen twee groepen vaststelt, moet je ze misschien wel anders behandelen.”

Wetenschappers zijn voornemens om ook het genetisch materiaal van andere soorten schubdieren nog eens nader onder de loep te nemen. En hopelijk kan zo uiteindelijk met name voor de bedreigde soorten het verschil worden gemaakt, aldus onderzoeker Tom Smith. “Het is heel verdrietig om te zien dat zo’n geweldig dier door de jacht erop dreigt uit te sterven.”

Bronmateriaal

"White-bellied pangolins have second-most chromosomes among mammals" - UCLA
Afbeelding bovenaan dit artikel: Richard Rosomoff

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd