Het is bizar maar waar: een genezingsritueel van de Aboriginals in Australië is 12.000 jaar lang onveranderd doorgegeven. 500 generaties achter elkaar hebben dus precies dezelfde handelingen mondeling overgeleverd.
Het is een bekend spelletje dat ook nog wel eens bij Wie is de Mol? wordt gespeeld: je staat op een rij en fluistert een zin in het oor van de persoon naast je. Diegene doet hetzelfde en zo verder tot je aan het eind van de rij bent. De vraag is: is die boodschap nog hetzelfde als toen de eerste persoon hem hoorde? Het antwoord: meestal niet. Om maar aan te geven: dat een ritueel 12.000 jaar lang mondeling wordt doorgegeven en dan aan het eind van de rit nog exact hetzelfde is als aan het begin, is echt bijzonder.
Magische methodes
Toch is het zo, ontdekten Australische onderzoekers in een grot in het zuidoosten van hun land waar ze twee licht verbrande, met vet bedekte stokjes vonden die uit kleine haarden staken. Het ritueel waarmee op magische wijze zieken zouden genezen is voor het eerst beschreven rond 1880, maar bestond dus al aan het einde van de laatste ijstijd, zo schrijven de onderzoekers in Nature.
De Gunaikurnai
De Cloggs Cave waar de stokjes gevonden zijn, ligt in een gebied dat al heel lang wordt bewoond door de Gunaikurnai, een inheemse Aboriginal-stam. Toen de grot in de jaren 70 voor het eerst werd onderzocht, ontdekten archeologen de resten van een lang uitgestorven reuzenkangoeroe die daar eerder had geleefd.
Maar de Gunaikurnai-mensen waren niet betrokken bij die opgravingen, “noch werd hen om toestemming gevraagd om daar onderzoek te doen”, vertelt hoofdonderzoeker Bruno David van de Monash University aan persbureau AFP. Bij latere opgravingen vanaf 2020 waren de Gunaikurnai wel betrokken.
Een minuscuul vuurtje
Voorzichtig gravend, vond het team toen een klein stokje dat ergens uitstak en even later vonden ze er nog een. Beide goed bewaarde stokjes waren gemaakt van het hout van casuarinabomen. Elk stokje werd gevonden in een aparte haard zo groot als een hand, veel te klein dus om te gebruiken voor warmte of om te koken. De licht verkoolde uiteinden van de stokjes waren speciaal gesneden om in het vuur te steken, en beide waren bedekt met menselijk of dierlijk vet.
Radiokoolstofdatering wees uit dat het ene stokje 11.000 jaar oud was en het andere 12.000 jaar. “Ze hebben hier al die tijd liggen wachten, totdat wij van hen zouden leren”, zei Gunaikurnai-ouderling Russell Mullett, medeauteur van de studie. Hij was jaren bezig om te achterhalen wat dat ritueel nu precies betekende, maar kwam er niet uit. Tot hij de verslagen ontdekte van Alfred Howitt, een 19de-eeuwse Australische antropoloog die de Aboriginal-cultuur bestudeerde.
Betovering
Sommige van zijn notities waren nooit gepubliceerd. Daarin beschrijft Howitt in de jaren na 1880 de rituelen van Gunaikurnai-medicijnmannen en -vrouwen, die mulla-mullung worden genoemd. Een van die rituelen bestond eruit dat iets dat toebehoorde aan een ziek persoon werd vastgebonden aan het uiteinde van een stok die werd ingesmeerd met menselijk of kangoeroevet. De mulla-mullung stak daarna de stok in de grond en maakte eronder een klein vuurtje aan.
“De mulla-mullung zong dan de naam van de zieke persoon en zodra de stok viel, was de betovering compleet”, aldus een verklaring van de Monash University.
De stokjes die in het ritueel werden gebruikt, waren gemaakt van casuarinahout, merkte Howitt op, net als de pas gevonden stokjes dus. Nog meer bewijs dat het hetzelfde ritueel betreft!
Oudste ritueel ooit
Onderzoeker Jean-Jacques Delannoy vertelt dat er geen ander bekend ritueel is waarvan de symboliek zo lang bewaard is gebleven. “Australië hield de herinnering aan zijn eerste volkeren levend dankzij een krachtige mondelinge traditie die het mogelijk maakte om allerlei rituelen door te geven”, aldus Delannoy. “In onze samenleving zijn we ons geheugen voor mondelinge overlevering verloren sinds we zijn overgestapt op het geschreven woord.”
Hij betreurt het dat de oude afbeeldingen van dieren die in Franse grotten zijn gevonden, waarschijnlijk “nooit op zo’n manier hun betekenis zullen onthullen”.
Inheemse Australiërs behoren tot de oudste culturen. Mullett vindt de ontdekking dan ook een “unieke kans om de memoires van onze voorouders te kunnen lezen”. Het is “een herinnering dat wij een levende cultuur zijn die nog steeds verbonden is met ons oude verleden”, besluit hij.