Wetenschappers zijn er getuige van geweest hoe een aap een andere aap hielp bij de bevalling. Het was waarschijnlijk een zeldzaam fenomeen: de bevalling van apen duurt maar kort en gaat een stuk gemakkelijker dan bij mensen. Een verloskundige lijkt dan ook overbodig.
Chinese onderzoekers bestudeerden stompneusapen (Rhinopithecus bieti) in China. Tijdens hun onderzoek waren ze er bij daglicht getuige van hoe een vrouwtje het leven schonk aan een jong. En dat is op zichzelf al uniek: de meeste geboortes vinden ‘s nachts plaats, dus onderzoekers zijn er maar zelden getuige van.
Hulp
Maar wat de bevalling echt bijzonder maakt, is dat het vrouwtje hulp kreeg. Toen de bevalling startte, slaakte het vrouwtje – dat voor het eerst moeder werd – een schreeuw, waarop een ander vrouwtje – dat zelf al meerdere malen jongen op de wereld had gezet – zich de boom in haastte, naar de zwangere toe. De ‘verloskundige’ zat naast de aap en trok het jong zodra ze de gelegenheid kreeg uit het lichaam van het vrouwtje. Dat schrijven de onderzoekers in het blad Behavioural Processes.
Moeder
Niet lang nadat het jong ter wereld was gekomen, gaf de ‘verloskundige’ het aan de moeder terug. De moeder brak daarop de navelstreng door, at de placenta op en likte haar jong schoon.
De observaties zijn bijzonder. De bevalling van apen duurt namelijk vaak maar kort. In dit geval slechts 4,5 minuut. Zolang kunnen de vrouwtjes zichzelf meestal wel redden. Maar het onderzoek suggereert dat wanneer vrouwtjes zich geen raad weten, er hulp nabij is. “Onze studie suggereert dat er nogal wat variatie is in het gedrag dat samenhangt met de geboorte van een jong,” zo schrijven de onderzoekers.