Onderzoekers hebben ongeveer dezelfde pootafdrukken van dinosaurussen gevonden in zowel Afrika als Zuid-Amerika. Het toont aan waar de dino’s voor het laatst vrij konden bewegen tussen beide continenten, voor de werelddelen uit elkaar dreven.
Ongeveer 250 tot 210 miljoen jaar geleden ontstond Pangea. Uit dit supercontinent zijn alle werelddelen voortgekomen. In die tijd zat Afrika aan Noord- en Zuid-Amerika vast en grensde Eurazië aan het noorden van het huidige Noord-Amerika. Tijdens de Jura (200 tot 145 miljoen jaar geleden) viel Pangea langzaam uiteen. Eerst in twee delen: Laurazië en Gondwana, waar Zuid-Amerika nog een tijdje deel van bleef uitmaken. Maar uiteindelijk brak ook Zuid-Amerika af en ontstonden er drie werelddelen met de Atlantische Oceaan ertussen.
Dus waar eerst de dinosaurussen rondbanjerden door Afrika en Zuid-Amerika alsof het de normaalste zaak van de wereld was, lag daar op een gegeven moment een zee tussen, waardoor dat abrupt niet meer mogelijk was. De gevonden pootafdrukken bieden een interessant inkijkje in dat proces en het moment waarop de dino’s voor het laatst de oversteek maakten.
Identieke pootafdrukken
Onderzoekers onder leiding van paleontoloog Louis Jacobs van de SMU in Dallas vonden meer dan 260 vrijwel identieke pootafdrukken in Brazilië en Kameroen uit het Vroege Krijt. Het laat zien waar precies de landdieren voor het laatst vrij konden oversteken. Een bizar idee dat een en hetzelfde dier door twee landen liep, die nu vele duizenden kilometers uit elkaar liggen. “We hebben vastgesteld dat deze pootafdrukken qua leeftijd vergelijkbaar zijn”, aldus Jacobs. “In hun geologische en platentektonische context zijn ze ook hetzelfde. En wat vorm betreft, zijn ze bijna identiek.”
Meer dan 6000 kilometer uit elkaar
De voetafdrukken, die in modder en slib langs oude rivieren en meren zijn aangetroffen, werden meer dan 6000 kilometer van elkaar gevonden. Dinosaurussen maakten de sporen 120 miljoen jaar geleden toen Afrika en Zuid-Amerika nog deel waren van Gondwana.
“Een van de jongste en smalste verbindingen tussen Afrika en Zuid-Amerika was het uiterste noordoosten van Brazilië, dat ingekapseld lag in wat nu de kust van Kameroen is langs de Golf van Guinee”, vertelt Jacobs. “De twee continenten zaten nog langs dat smalle stuk vast, zodat dieren aan weerszijden konden oversteken.”
De meeste dinosaurusfossielen zijn afkomstig van drietenige theropoda, een grote groep vleesetende dinosaurussen. Maar een enkeling was waarschijnlijk van plantenetende sauropoda of ornithischia, waar de triceratops toe behoort, vult medeonderzoeker Diana Vineyard aan.
Nieuwe oceaankorst
Ongeveer 140 miljoen jaar geleden ontstonden er scheuren in de aardkorst tussen Afrika en Zuid-Amerika. Zo ontstonden zogenoemde rifts, openingen langs al bestaande zwakke plekken. Doordat de tektonische platen onder Zuid-Amerika en Afrika uit elkaar dreven, kon magma uit de aardmantel naar het oppervlak stijgen. Zo ontstond een nieuwe oceaankorst, terwijl de continenten steeds verder uit elkaar bewogen. De Zuid-Atlantische Oceaan vulde de lege ruimte tussen de twee nieuwe continenten.
De pootafdrukken van de dino’s zijn gevonden in de Borborema-regio in het noordoosten van Brazilië en in het Koum-bekken in het noorden van Kameroen. Daar zijn ook nog tekenen gevonden van de vorming van de twee nieuwe continenten in de vorm van halfgraben-bekkens. Een graben is een stuk aardkorst dat naar beneden is gezakt. Dat kan in zijn geheel gebeuren of maar aan één kant. In het laatste geval spreken we van een halfgraben. Ze worden gevormd tijdens het riften, als de aardkorst uit elkaar wordt getrokken en breuken ontstaan. Deze bekkens zijn in beide gebieden gevonden en bevatten oude rivier- en meerafzettingen. Behalve de dinosaurussporen is er ook fossiel stuifmeel aangetroffen dat 120 miljoen jaar oud is.
Paden voor de dino’s
Voordat de continentale verbinding tussen Afrika en Zuid-Amerika werd verbroken, “stroomden er rivieren en vormden zich meren in de bekkens”, legt Jacobs uit. “Planten leverden voedsel voor de herbivore dieren en ondersteunden de voedselketen.” Maar er was meer. “Modderige sedimenten die door de rivieren en meren werden achtergelaten, bevatten ook voetafdrukken van vleesetende dinosaurussen, wat aantoont dat deze rivierbeddingen paden vormden om 120 miljoen jaar geleden over de continenten te kunnen reizen.”