Dit markeert een kritieke mijlpaal in de wereldwijde klimaatverandering, waarvan de gevolgen wereldwijd merkbaar zijn.
Het was te verwachten, maar nu is het officieel: 2024 was het warmste jaar ooit gemeten. En dat niet alleen: het is ook het eerste jaar waarin de gemiddelde wereldtemperatuur meer dan 1,5 graden Celsius boven het pre-industriële niveau ligt. Volgens de Europese klimaatdienst Copernicus was het zelfs 1,6 graden Celsius warmer dan aan het eind van de 19e eeuw. Alle datasets, die vandaag met de definitieve cijfers voor 2024 komen, wijzen unaniem op afgelopen jaar als het warmste jaar ooit.
Nieuw recordjaar
2024 is dus een nieuw recordjaar. Dit record is bovendien onderdeel van een zorgwekkende trend: elk van de afgelopen tien jaar, van 2015 tot 2024, behoort tot de tien warmste jaren ooit geregistreerd. “We dreigen nu de 1,5 graden-grens te overschrijden die in het Parijse Klimaatakkoord is vastgelegd”, zegt Samantha Burgess, strategisch leider voor klimaat bij ECMWF. “Het gemiddelde van de laatste twee jaar ligt al boven dit niveau.”
De cijfers
In 2024 was de gemiddelde wereldtemperatuur 15,10 graden Celsius. Dit was 0,72 graden Celsius warmer dan het gemiddelde van 1991-2020. Bovendien lag de temperatuur 0,12 graden Celsius boven het vorige recordjaar, 2023. Vergeleken met de periode 1850-1900, het pre-industriële niveau, was het 1,6 graden Celsius warmer.
1,5 graden-grens
De maandelijkse wereldwijde gemiddelde temperatuur was bovendien voor 11 maanden van het jaar meer dan 1,5 graden Celsius boven het pre-industriële niveau. Alle maanden sinds juli 2023, behalve juli 2024, hebben deze 1,5 graden-grens overschreden.
Hitte
De hitte was wereldwijd voelbaar. Op 22 juli 2024 werd een nieuw record gevestigd voor de dagelijkse wereldgemiddelde temperatuur, die opliep tot 17,16 graden Celsius. Grote delen van de oceanen, waaronder de Noord-Atlantische Oceaan, de Indische Oceaan en de westelijke Stille Oceaan, behaalden eveneens recordtemperaturen. Dit patroon van extreme hitte was niet beperkt tot één seizoen: de boreale winter (december 2023-februari 2024), lente (maart-mei) en zomer (juni-augustus) waren allemaal recordwarm, met respectievelijk 0,78 graden Celsius, 0,68 graden Celsius en 0,69 graden Celsius boven het gemiddelde van 1991-2020.
Ook in Europa stegen de temperaturen in 2024 naar recordhoogte. Het werd het warmste jaar ooit gemeten, met een gemiddelde van 10,69 graden Celsius. Dat is maar liefst 1,47 graden Celsius warmer dan het gemiddelde van de jaren 1991-2020 en zelfs 0,28 graden Celsius hoger dan het vorige record in 2020. Vooral de lente en zomer waren uitzonderlijk warm. De lente (maart-mei) was 1,50 graden Celsius warmer dan het gemiddelde, terwijl de zomer (juni-augustus) maar liefst 1,54 graden Celsius boven het seizoen gemiddelde lag.
Het is inmiddels onmiskenbaar dat menselijke activiteiten de voornaamste oorzaak van de klimaatopwarming zijn. De langetermijnopwarming wordt voornamelijk aangedreven door de uitstoot van broeikasgassen, met name door het grootschalig verbranden van fossiele brandstoffen. De temperatuur kan van jaar tot jaar echter wel sterk variëren, door een mengeling van natuurlijke en menselijke factoren.
Factoren
Hoewel de lange termijn opwarming goed begrepen wordt, is het opvallend dat de afgelopen twee jaar zoveel warmer waren dan de jaren daarvoor. Er zijn verschillende factoren die de temperaturen de laatste anderhalve jaar hebben opgedreven. Zo heeft El Niño, waarbij het oppervlaktewater in de Stille Oceaan extra opwarmt, zeker zijn steentje bijgedragen. Daarnaast is er minder reflecterend fijnstof (aerosol) in de lucht, doordat de zwaveluitstoot van China en van de scheepvaart de afgelopen jaren is afgenomen. Dit heeft de verkoelende werking van het zwavel in de atmosfeer verminderd, waardoor de opwarming door broeikasgassen, die eerder nog werd gemaskeerd door de afkoeling van aerosolen, nu duidelijker zichtbaar is.
Parijse Klimaatakkoord
Een prangende vraag is of we de doelen uit het Parijse Klimaatakkoord nog kunnen behalen. Daarin werd afgesproken dat de opwarming van de aarde in 2100 niet boven de 2 graden Celsius mag uitkomen, met als streefdoel zelfs een opwarming van niet meer dan 1,5 graden Celsius ten opzichte van pre-industriële temperaturen. Hoewel de laatste anderhalf jaar lang alle maanden – behalve één – warmer waren dan 1,5 graden Celsius boven het gemiddelde van 1850-1900, betekent dit niet dat we het doel van het Klimaatakkoord van Parijs definitief achter ons hebben gelaten. Omdat de temperatuur van jaar tot jaar flink kan variëren, is een korte piek in de opwarming niet genoeg om iets te concluderen over de langetermijntrends. Maar gezien de voortdurende opwarming en de aanhoudende uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen, lijkt het erop dat de doelen uit het Parijse Klimaatakkoord steeds verder uit zicht raken.
Wat gaat 2025 brengen?
Het is misschien vroeg in het jaar om die vraag al te stellen, maar er zijn nu al voorspellingen. Het Britse KNMI verwacht dat 2025 minder warm zal zijn dan 2023 en 2024, maar het komt wel op de derde plaats. Dit komt onder andere doordat we nu de koele tegenhanger van El Niño, La Niña, tegemoet gaan.
De gevolgen van de steeds stijgende temperaturen blijven echter enorm. De extreme wereldtemperaturen leidden tot ongekende hittegolven en zware regenbuien, met dramatische gevolgen voor miljoenen mensen. Wetenschappers hopen dan ook dat er actie wordt ondernomen. “De mensheid heeft de sleutel tot haar eigen toekomst”, zegt Carlo Buontempo, directeur van de Copernicus Climate Change Service. “De toekomst ligt in onze handen – snelle, doortastende actie kan de koers van ons toekomstige klimaat nog veranderen.”