170.000 jaar geleden aten mensen al gekookte reuzenslakken: het was het begin van vele eeuwen jagen

Zodra de mens kon, begon hij te jagen. En met succes: dieren van klein tot groot reeg hij aan zijn speer. Zelfs die glibberige trage reuzenslak bleek een lekker hapje. Bovendien was de slak natuurlijk een makkelijke prooi. 

De moderne mens ontstond ongeveer 300.000 jaar geleden in Afrika, maar pas ongeveer 12.000 jaar geleden ruilde hij zijn nomadische jager-verzamelaarbestaan in voor een leven als boer in een nederzetting. Tot die tijd moest er dus worden gejaagd op alles wat maar eetbaar was, van konijnen, herten en vissen tot mammoeten, bizons en apen. Zelfs giftige diersoorten belanden in de pan, want vuur bestond al lang. Door de jaren heen hebben we zo ongeveer elke diersoort wel te pakken gekregen, hoe groot en gevaarlijk ook.

Alles gaat in de pan
Maar het waren niet alleen grote, vette dieren die op het menu van de oermens stonden. Die bleek ook fan van een klein, traag, slijmerig beestje: al meer dan honderdduizend jaar eten mensen de Afrikaanse reuzenslak (Achatinidae). Een smakelijk hapje dat niet bijt of hard wegrent als je het te pakken wil krijgen. De mens nam deze glibberige lekkernij om precies te zijn al zo’n 170.000 jaar geleden mee naar zijn Zuid-Afrikaanse hol om hem te roosteren en op te eten rond het kampvuur. Dit beviel onze voorouders zo goed dat ze er wel 100.000 jaar mee doorgingen op dezelfde plek, blijkt uit opgravingen in de Border Cave in het oosten van Zuid-Afrika.

Border Cave
De Border Cave ligt op een klif, van waaruit het uitzicht op de omgeving geweldig is. De beroemde grot is een groot geschenk voor archeologen: ze vonden er een aantal van de oudste fossielen van de moderne mens. Uit onderzoek is gebleken dat hier 227.000 jaar geleden al mensen woonden en met tussenpozen bleef de plek populair als toevluchtsoord, tot 600 jaar geleden de laatste bewoners er vertrokken. In en om de grot zijn heel oude bewijzen van symbolisme gevonden en ook allerlei werktuigen, kralen, begraafplekken en bedconstructies waarop de oermens lekker kon uitrusten op een laag gras.

227.000 jaar woongenot
Nu is er dus ook ontdekt dat de mens in de Border Cave de Afrikaanse reuzenslak kookte en opat, zo tussen de 170.000 en 70.000 jaar geleden. De consumptie van dit glibberige diertje had ook gevolgen voor de evolutie van het menselijke dieet en het sociale gedrag, vertellen de onderzoekers. Ze vonden fragmenten van oeroude landslakschelpen in de bodemlagen en konden zo allerlei details achterhalen van het eetpatroon van onze voorouders door de jaren heen.

Metachatina kraussi, Achatinidae. Foto: Naturalis Biodiversity Center/Wikimedia Common

Slakken zijn een uitstekende bron van voedingsstoffen. Ze bewegen traag, zijn makkelijk te vangen en het was zelfs mogelijk ze levend in de grot te bewaren, tot het tijd was om ze op te eten. Om de kans op voedselvergiftiging te verkleinen, is het verstandig om ze goed te koken voor consumptie, en dat deed de Afrikaanse oermens dan ook.

Pak een slak, bak die snack
Uit eerder archeologisch werk in de grot bleek al dat de bewoners houtvuur gebruikten om te koken, de ruimte te verwarmen en om bescherming te bieden tegen roofdieren. Uit analyse van de steenkoollagen valt verder op te maken dat de plantensoorten in hun repertoire niet alleen een hoge voedingswaarde en medisch nut hadden, maar ook een insectenwerende en cosmetische functie vervulden.

De resten van de slakkenhuizen die het team vond, hebben allerlei kleuren, van beige tot bruin en matgrijs. De onderzoekers gingen ervan uit dat dit kwam door de verhitting en testten stukken schelp van moderne reuzenslakken door ze op verschillende temperaturen en gedurende verschillende tijden te verhitten. De kleurverandering, het gewichtsverlies en de mate waarin de schelpfragmenten uiteenvielen, werden minutieus bijgehouden.

Kleurige schelpfragmenten
De slakkenhuizen bestaan uit laagjes van het mineraal aragoniet, dat onder invloed van de hoge temperaturen blijkt te veranderen in calsiet. Het team gebruikte onder meer infraroodspectroscopie en de elektronenmicroscoop om te kijken wat er nu precies gebeurt bij verhitting. Uiteindelijk concluderen de archeologen met grote zekerheid dat de Afrikaanse reuzenslakken naar de vindplaats in de grot zijn gebracht door de mens om ze te roosteren op een houtvuur en daarna op te eten.

Tot op de dag van vandaag staan landslakken op het menu in een groot deel van de wereld. In Spanje, Frankrijk, Italië, Malta, Portugal, Algerije, Marokko, Tunesië, Nepal en delen van Azië eten mensen ze graag. De onderzoekers leggen uit dat het hier niet gaat om een ononderbroken lijn van de consumptie van slakken, maar dat deze eetgewoonte meerdere malen verdween en weer terugkwam in de geschiedenis van de mens.

Bronmateriaal

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd