Het brood werd zo’n 4000 jaar voor de opkomst van de landbouw gebakken.
Het suggereert dat jagers en verzamelaars meer dan 14.000 jaar geleden wilde granen gebruikten om brood te bakken. En mogelijk vonden ze dat brood zo lekker dat het ze aanmoedigde om granen te gaan verbouwen en dus bijdroeg aan de opkomst van de landbouw. Dat schrijven onderzoekers in het blad PNAS.
Wilde granen
Een analyse van de verkoolde broodresten wijst uit dat het brood werd gemaakt van wilde voorouders van gedomesticeerde granen, zoals eenkoorn, gerst en haver. De wilde granen werden vermalen, gezeefd en gekneed alvorens men deze bakte. De teruggevonden resten doen sterk denken aan ongedesemde broden die eerder in verschillende Neolithische en Romeinse nederzettingen in Europa en Turkije zijn ontdekt. “Dus we weten nu dat broodachtige producten lang voor de ontwikkeling van de landbouw werden geproduceerd,” aldus onderzoeker Amaia Arranz Otaegui.
Natufiërs
Wetenschappers ontdekten de verkoolde resten van een platbrood in het noordoosten van Jordanië. Hier woonden meer dan 14.000 jaar geleden de Natufiërs, een volk dat vóór de opkomst van de landbouw reeds in nederzettingen leefde en in zekere zin zijn tijd vooruit was. De ontdekking van brood in zo’n nederzetting onderschrijft dat. “Natufische jagers en verzamelaars zijn met name heel interessant voor ons, omdat ze leefden in een overgangsperiode waarin mensen minder gingen bewegen en hun dieet begon te veranderen,” legt onderzoeker Tobias Richter uit. “Sikkelvormige en andere stenen gereedschappen die we in gebieden van de Natufiërs hebben teruggevonden, zorgden er allang voor dat archeologen vermoedden dat deze mensen planten op een andere en misschien effectiever manier gebruikten. Maar de ontdekking van platbrood (…) is het eerste bewijs dat ze brood maakten en laat zien dat men het bakken vóór de plantenkweek al had uitgevonden. Dus dit bewijs bevestigt enkele van onze ideeën. En het kan inderdaad zijn dat de tijdrovende productie van brood op basis van wilde granen één van de drijvende krachten was achter de latere landbouwrevolutie waarbij wilde granen gekweekt werden om zo gemakkelijkere voedselbronnen te verkrijgen.”
Vervolgonderzoek zal uit moeten wijzen of dit brood inderdaad één van de redenen was dat mensen landbouw gingen bedrijven. Maar ook onderzoeker Dorian Fuller is ervan overtuigd dat het zeker een rol heeft gespeeld. Hij benadrukt nog eens dat het bakken van brood een arbeidsintensief proces is. “Het vereist onder meer dat je de graden pelt, vermaalt, kneedt en bakt. Dat het vóór de opkomst van de landbouw al werd geproduceerd, suggereert dat het gezien werd als iets speciaals en het verlangen om meer van dit speciale voedsel te maken, droeg waarschijnlijk bij aan de beslissing om planten te gaan kweken.”