Het gaat om geperforeerde kiezels die waarschijnlijk door vroege menselijke culturen werden gebruikt om vezels tot garen te spinnen.
Onderzoekers hebben op een archeologische vindplaats in Israël een verzameling geperforeerde kiezels gevonden. Ze vermoeden dat het echter niet zomaar om een hoopje stenen gaat, maar dat ze als spinklosjes werden gebruikt. Na datering blijken de kiezels maar liefst 12.000 jaar oud te zijn. En dat is interessant. Want blijkbaar wist men toen al raad met roterende voorwerpen, lang vóór het wagenwiel werd uitgevonden.
Geperforeerde kiezels
De kiezels komen uit de opgraving van Nahal-Ein Gev II, gelegen in het noorden van Israël. “De meeste stenen zien er helemaal niet zo bijzonder uit”, vertelt onderzoeker Talia Yashuv in gesprek met Scientias.nl. “Het betreft kleine kalkstenen kiezels die hun natuurlijke, onbewerkte vorm behouden hebben en centraal zijn doorboord. Wat opvallend is, is het aantal: op Nahal Ein Gev II zijn meer dan 100 van deze voorwerpen gevonden, terwijl er op andere locaties uit die tijd geen vergelijkbare artefacten zijn aangetroffen.”
Spinklosjes
Vanwege de structuur en samenstelling van de stenen concluderen de auteurs dat de kiezels waarschijnlijk als spinklosjes zijn gebruikt om vezels tot garen te spinnen. “We hebben de objecten gescand om 3D-modellen te maken en ze geanalyseerd met speciale software”, legt Yashuv uit. “We onderzochten de perforaties als een apart 3D-model. De resultaten lieten zien dat het gat altijd in het midden van de steen zit en dat de verhoudingen en de grootte van dit gat consistent zijn. We vergeleken onze vondsten vervolgens met andere geperforeerde stenen en ontdekten dat ze veel lijken op spinklosjes.” Deze veronderstelling werd verder ondersteund doordat vlas succesvol werd gesponnen met replica’s van de stenen. “Omdat de objecten van Nahal-Ein Gev II ouder en minder bewerkt zijn dan andere vondsten van spinklosjes, maakten we replica’s om te testen of ze geschikt waren om vezels te spinnen”, vervolgt Yashuv. “De test toonde aan dat dat inderdaad mogelijk was.”
12.000 jaar oud
Donutvormige objecten die aan een staaf zijn bevestigd en zo een wiel en as vormen, zijn een belangrijke uitvinding die de technologische vooruitgang heeft bevorderd en vaak wordt gekoppeld aan karren uit de Bronstijd. Spinklosjes – ronde, verzwaarde objecten die aan een spinnenstok worden bevestigd – werken op een vergelijkbare manier. Ze helpen de spil sneller en langer te draaien, waardoor vezels zoals wol of vlas effectief kunnen worden verzameld en gesponnen tot garen. Opvallend is echter dat de opgegraven stenen zoals gezegd ongeveer 12.000 jaar oud zijn. Ze stammen uit de belangrijke periode van de overgang naar een agrarische levensstijl in de Neolithische tijd, lang vóór de uitvinding van het karrenwiel in de Bronstijd.
Het wagenwiel
De opgegraven spinklosjes zouden dan ook één van de eerste voorbeelden kunnen zijn van het gebruik van rotatie met een wielvormig hulpmiddel door mensen, zo stellen de onderzoekers. “Rotatietechnologieën zonder wielen bestaan al duizenden jaren, zoals het spinnen van vezels met alleen het lichaam of door middel van boren”, legt Yashuv uit. “Ook zijn wielvormige objecten, zoals kralen, al bekend, maar die werden niet gebruikt voor rotatie. De opgegraven spinklosjes zijn echter wielen in zowel vorm als functie: ze zijn rond, centraal doorboord, verbonden aan een staaf en werden gebruikt in rotatietechnologie. Zodra dit basisprincipe eenmaal vaststond, en het later algemeen bekend werd, werd het ook toegepast in andere technologische gebieden, zoals de pottenbakkersschijf en het wagenwiel, die beide grote bijdragen hebben geleverd aan de technologische revolutie in de menselijke geschiedenis.” Kortom, de kiezels van Nahal-Ein Gev II zouden weleens de basis kunnen hebben gelegd voor latere roterende technologieën, die cruciaal waren voor de ontwikkeling van vroege beschavingen.
Perfect rond
De vondst vergroot onze kennis over de mensen uit de Neolithische periode. “Wat opvalt, is dat ze perfect ronde objecten konden maken waarvan we er nu enkele in handen hebben”, stelt Yashuv. “En we weten dat ze bekwaam waren in andere ambachten zoals het maken van schijfvormige kralen van schelpen, maar in de meeste gevallen kozen ze ervoor om bepaalde natuurlijke kiezels te gebruiken. Perfect ronde wielen waren niet noodzakelijk. Het was genoeg dat het gat en het massacentrum zich in het midden van het object bevonden, zodat het de rotatie van het spinnen kon versnellen.”
Natufische cultuur
De ontdekking biedt ons een extra aanwijzing over hoe technologische innovaties uit de Natufische cultuur (15.000-12.000 jaar geleden) de basis legden voor en een belangrijke rol speelden in de processen van de neolithische revolutie. “Vooral de trend van spinklosjes en rotatietechnologieën toont aan hoe Natufische innovaties nieuwe ontwikkelingen teweegbrachten die niet meer ongedaan konden worden gemaakt”, aldus Yashuv.
De ontdekking van de spinklosjes, beschreven in PLOS ONE, is om verschillende redenen bijzonder. Niet alleen omdat ze mogelijk de springplank naar het wagenwiel vertegenwoordigen, maar ook “omdat ze het eerste bewijs van spinklosjes en textielambacht in de Levant met 4000 jaar op de tijdlijn terugduwen ”, onderstreept Yashuv. “Een van de meest fascinerende aspecten van de studie is echter hoe moderne technologie ons in staat stelt om de sporen van prehistorische ambachtslieden te onderzoeken, meer te leren over hun vindingrijkheid, en tegelijkertijd nieuwe inzichten te verkrijgen over onze eigen technologie en de verbinding tussen beide.”